Week 2: Motieven van social media gebruikers + social community Flashcards

1
Q

Wat is de traditionele definitie van marketing?

A

The activity, set of institutions, and processes for creating communicating, delivering, and exchanging offerings that have value for customers, clients, partners, and society at large
(American Marketing Association, 2017)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

“…. and exchanging offerings … (definitie marketing)” Wat wordt bedoeld met offerings?

A

Goederen, diensten, ideeën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk model wordt er gebruikt voor het effectief uitwisselen van offerings?

A

Marketing mix (de 4P’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 4 P’s in de marketing mix?

A

Product
Price
Place
Promotion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de 5de P in de social media marketing mix?

A

Participation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de extra toevoeging bij de social media marketing mix?

A

Consumer empowerment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt consumer empowerment in?

A

o De consument is in belangrijke mate verantwoordelijke geworden voor aanwas nieuwe klanten
o De consument heeft meer inbreng in producten en diensten. Is betrokken bij alle fasen van het marketingproces (bij alle P’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van traditionele marketing?

A
  • Push communicatie
  • Weinig interactie mogelijk
  • Top-down
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van social media marketing?

A
  • Pull communicatie
  • Veel interactie mogelijk
  • Botrom-up (participatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is push communicaie?

A

De zender (het bedrijf) zendt de communicatie aar het publiek (de consument. = eenrichtingsverkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is pull communicatie?

A

De consument vindt de communicatie dusdanig leuk dat hij/zij er zelf ‘om vraagt’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is paid media?

A

Betalen voor ruimte in een reclameblok op TV/radio of voor adverteren op internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is earned media?

A

Kost niet direct iets, maar weinig controle over bericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is owned media?

A

Zijn eigen kanalen/content (zoals website of branded social accounts)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk type media zorgt voor meeste bereik? (owned, earned of paid)

A

Earned, maar minste control

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan je meer traffic naar owned media genereren?

A

Door paid en earned media in te zetten

17
Q

Welke stelling is juist?
1. Hoe meer controle over het bericht, hoe minder bereik
2. Hoe meer controle over het bericht, hoe meer bereik
3. Er is geen verband tussen de mate van controle en het genereerde bereik

A

1 = juist

18
Q

Waar kijkt de uses & gratification naar?

A

Wat het publiek doet met de media

19
Q

Wat is de Uses & Gratification benadering?

A

Het gebruik van media wordt gekoppeld aan de behoeften die men wil bevredigen en aan de voldoening die men aan het mediagebruik denkt te ontlenen.

20
Q

Wat zijn de motieven van social media gebruik (FB)?

A
  1. Social connection
  2. Social searching
  3. Communication
  4. content
21
Q

Wat zijn de motivaties van consumenten om een merkpagina te volgen?

A
  1. Plezier
  2. Informatie
  3. sociale/merkinteractie
  4. Eigenwaarde
22
Q

Waar zorgt merkloyaliteit voor?

A

Hogere brand commitment, word-of mouth en aankoopintentie

23
Q

Wat zorgt voor merkloyaliteit?

A

Intensiteit van gebruik en engagement

24
Q

Welke aspecten zijn van belang bij actief merk gerelateerd gedrag?

A
  • sociale interactie
  • persoonlijke identiteit
  • entertainment
25
Q

Wat zijn kenmerken van social media?

A
  • social community
  • persuasieve intent (&sociale influencers)
  • Interactieviteit, personalisatie, social entertainment
26
Q

Wat zijn de 4 social media zones

A
  1. Social community
  2. Social publishing
  3. Social commerce
  4. Social entertainment
27
Q

Wat is SNS?

A

Sociale netwerk sites

28
Q

Op welke kenmerken variëren sociale netwerk sites?

A
  • Degree of specialization
  • Social object that mediate the relationships among members
  • Openness
29
Q

Waar ligt de focus op bij social community?

A

Het aangaan & onderhouden van relaties -> conversaties & samenwerken = sociale interactie

30
Q

Wat moet je als merk doen binnen de social community zone?

A
  • aanwezig zijn op social community sites
  • Hier interactie aangaan met je doelgroep
  • En het delen van content stimuleren
31
Q

Wat zijn de 3 belangrijkste brand engagement strategieën?

A
  • conversations
  • real-time marketing
  • User-generated contest campaign
32
Q

Welke drie motieven voor (merk gerelateerd) SNS gedrag zijn er?

A
  • Consumers (lurkers) - 90%
  • Contributors (bijv. sharing) - 9%
  • Creators (hele loyale brand ambassadors) - 1%
33
Q

Waarom willen mensen ‘bevriend’ zijn met een merk?

A
  • Identiteitsexpressie
  • Het laten zien van de ‘ideal self’
  • Sociaal kapitaal
34
Q

Waarvoor kan je influencers inzetten?

A

Identificatie

35
Q

Wat is belangrijker dan bereik?

A

Engagement