Week 2, jurisprudentie Flashcards
HR Baris/ Riezenkamp, feiten
- Riezenkamp heeft voor 110.000 gulden onderdelen bij Baris gekocht.
- Riezenkamp besluit plots de overeengekomen som niet te voldoen, omdat Baris Riezenkamp verkeerd zou hebben ingelicht.
- Het maken kost niet 135 gulden maar 230 gulden.
- Baris vordert ontbinding van overeenkomst en eist schadevergoeding.
- Riezenkamp stelt zich op het standpunt de overeenkomst dwalende gesloten te hebben.
- Riezenkamp vordert een ontbinding van de overeenkomst.
HR Baris/ Riezenkamp, rechtsvraag
Kan Riezenkamp zich met succes op dwaling beroepen of kan Baris een succesvol beroep op ontbinding doen?
HR Baris/ Riezenkamp, rechtsregel
Een koper heeft een onderzoeksplicht, maar deze kan komen te vervallen door de mededelingsplicht van de verkoper. Of de onderzoeksplicht kan komen te vervallen, dient te worden beoordeeld aan de hand van de relevante omstandigheden.
HR Hofland/ Hennis, feiten
- Hofland heeft zijn woning te koop aangeboden voor een bepaalde prijs in een advertentie.
- Hennis heeft dit aanbod aanvaard.
- Hofland zag Hennis, en wilde niet dat Hennis de eigenaar zou worden.
- Hofland kwam terug op zijn aanbod.
- Hennis stelt artikel 6:217 BW duidelijk, aanbod en aanvaarding maakt een overeenkomst.
HR Hofland/ Hennis, rechtsvraag
Is door de aanvaarding van Hennis een koopovereenkomst tot stand gekomen.
HR Hofland/ Hennis, rechtsregel
Het gaat hier om een individueel bepaalde zaak, (complexe zaak). Wanneer een individueel bepaalde zaak voor een bepaalde prijs wordt aangeboden, moet dit niet worden gezien als een rechtsgeldig aanbod, maar als een concrete uitnodiging tot onderhandeling. (uitnodiging op het doen van een aanbod) Dit vanwege het feit dat de prijs, eventuele verdere voorwaarden en de persoon van de verkoper van belang kunnen zijn bij de koop. Immers, bij zo’n uitnodiging zijn lang niet alle essentiële kenmerken van de overeenkomst bekend. Er is dus geen overeenkomst tot stand gekomen.
Hof Otto, feiten
- Otto biedt op haar website per ongeluk een TV aan voor 99€.
- Veel consumenten aanvaarden dit aanbod door een online bestelling te plaatsen.
- Een stichting betoogd namens de consumenten dat de overeenkomst geldig is.
- Otto betoogt dat haar wil niet in lijn was met hetgeen zij middels een verklaring heeft geopenbaard.
Hof Otto, rechtsvraag
Komt door de aanvaarding van een dergelijk aanbod op de website een overeenkomst tot stand?
Hof Otto, rechtsregel
Ondanks de aanvaarding van het bod komt er toch geen overeenkomst tot stand. Immers, consumenten hadden moeten begrijpen dat 99€ voor zo een product veel te goedkoop zou zijn. Zij mochten en daarom niet gerechtvaardigd op vertrouwen (artikel 3:35 BW) dat Otto het echt heeft gewild om de televisie voor die prijs te verkopen. (art. 3:33 BW)
Hof Otto, artikel
Art. 3:35 BW
Art. 3:33 BW
HR Eelman/ Hin, feiten
- Eelman verkoopt zijn boerderij voor een normale prijs aan H in.
- Achteraf weigert Eelman om meet de werken aan de verkoop.
- Reden, schizofreen was, en het huis alleen wilde verkopen omdat hij er geesten zag.
- Eelman doet beroep op art. 3:34 BW.
- Hin reageert daarop door te stellen dat hij er gerechtvaardigd op heeft vertrouwd dat Eelman de woning werkelijk wilde verkopen.
HR Eelman/ Hin, rechtsvraag
Kan de koopovereenkomst worden vernietigd op grond van art. 3:34 BW, of blijft deze in stand wegens artikel 3:35?
HR Eelman/ Hin, rechtsregel
Indien de wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de bekwaamheid van de feitelijke onbekwame, is een overeenkomst geldig. De boerderij is tegen een normale prijs aan Hin verkocht. Ook had Hin ten tijde van de koop geen signalen waargenomen die op een geestelijke stoornis bij Eelman zouden kunnen bewijzen. Hin doet daarom een geslaagd beroep op art. 3:35 BW. De koopovereenkomst is ondanks de schizofrenie aan de zijde van Eelman geldig.
HR Eelman/ Hin, artikel
Art. 3:35 BW