week 2 burgerparticipatie Flashcards

1
Q

wat is beleidsverandering

A

-tijd nodig
-nieuw beleid vervangt bijna nooit volledig het oude beleid(padafhankelijkheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

op welke twee niveaus kan actief burgerschap plaats vinden

A

1 individueel:
-indiviudeel bruger moet actief zijn in eigen zorg /actieve rol
-zo lang mogelijk zelfstandig wonen

2 collectief:
-participatie/vertegenwoordiging van burgers bij collectieve besluitvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is doe democratie

A

burgers spelen een actieve rol in het organiseren van voorheen publieke diensten –) actieve stimulatie door gemeente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom burgerparticipatie op 3 niveaus

A

1 belang van democratische besluitvorming
-rechten en plichten

2 belang van effectieve besluitvorming
-betere gevolg van participatie
-ervaringkennis

3 patientgericht werken als onderdeel van de kwaliteit van zorg
-belangrijk om inzicht te krijgen in wat de patient belangrijk vind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn verwachtingen van participatie

A

-democratischer
-betere kwaliteit van besluiten en zorg
-vermindering van zorgkosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn drie afwegingen die gemaakt moeten worden bij het organiseren van participatieprocessen

A

1 wie hoor je
-afweging tussen directe participatie door burgers zelf of een vertegenwoordiging van burgers

2 hoe hoor je
-afwegign tussen formele en informele vormen van vertegenwoordiging

3 wanneer hoor je
-afwegign tussen verschillende momenten van betrokkenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de complexiteit van het vertalen van de inbreng vanburgers naar beleid

A

-wordt gezien als aanvulling op andere perpsectieven
-er kunnen ook botsingen ontstaan en niet alleen aanvullend
-diversitieit in wensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een conclusie voor burgerparticipatie

A

-participatie en vertegenwoordegingn van buergers
-burger stem te geven in besluitvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom is burgerparticipatie in de praktijk niet eenvoudig

A

-inbreng van burgers kan botsen met het perspectief van de toezichthouder
-beleidsassumpties staan op gespannne voet met elkaar en gaan moeilijk samen
(jongeren willen eigen regie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is volgens michels burgerparticipatie

A

een manier van beleidsvoeing waarbij burgers de kans krijgen om invloed uit te oefenen op de ontwikkeling en uitvoering van beleid en een manier voor burgers om direct invloed uit te oefenen op hun eigen leefomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn 5 vormen van interactief beleid

A

1 . Informeren: politiek en bestuur bepalen in hoge mate zelf de agenda voor besluitvorming en houden de betrokkenen hiervan op de hoogte.

  1. Raadplegen: politiek en bestuur bepalen in hoge mate zelf de agenda, maar zien betrokkenen als gesprekspartner bij de ontwikkeling van beleid. de resultaten van de gesprekken kunnen als basis dienen voor het beleid, maar de politiek verbindt zich niet aan de gespreksresultaten.
  2. Adviseren: politiek en bestuur stellen in beginsel de agenda samen, maar geven betrokkenen de gelegenheid om problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren, waarbij deze suggesties een volwaardige rol spelen bij de ontwikkeling van het beleid. Bij de uiteindelijk besluitvorming kan de politiek (alleen beargumenteerd) afwijken van het advies.
  3. Coproduceren: politiek, bestuur en betrokkenen komen gezamenlijk tot een probleemagenda, waarna samen naar oplossing wordt gezocht. De politiek verbindt zich aan de voorgestelde oplossingen.
  4. Meebeslissen: politiek en bestuur laten de ontwikkeling van het beleid en de besluitvorming hierover over aan de betrokkenen. De politiek neemt de resultaten over na toetsing aan vooraf gestelde randvoorwaarden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn verschillende instrumenten voor interactiever beleid

A

1 raadplegen : spreekuur
2 adviseren :stadsdebat
3 coproduceren : werkgroepen
4 meebeslissen :wijraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat brengt een analyse van de representatieve democratie

A

-het concept representative claim
-verschillende vertegenwoordigers

je moet het vertegenwoordigingsysteem als geheel bekijken om een uitspraak over democraticshe kwaliteit in termen van gelijkheid te kunnen doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn 6 voordelen van burgerparticipatie

A

1 betere kwaliteit van zorg–) beter besluiten genomen worden
2 kleinere gap tussen overheid en burger –) burgers actief kunnen mee beslissen
3 + vertrouwen in de overheid–) meer zeggenschap van burgers
4 patientgerichtheid neemt toe–) beter geluister kan worden naar de wens van de burger
5 groter draagvlak voor het beleid–) effectiever
6 alle stemmen worden nu gehoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn mogelijke problemen die kunnen ontstaan bij kwetsbare mensen

A

niet gezien en niet gehoord, er wordt te laat ingegrepen als er iets aan de hand is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn 3 nadelen van burgerparticipatie

A

1 selecte groep participanten–) niet iedereen heeft kennis of vaardigheden om een bijdrage te leveren
2 valse hoop–) meningen van burgers worden niet altijd genomen
3 investeringsprobleem–) het is een investering om burgerinitiatief op te zetten
–) overwegingen moeten gemaakt worden

15
Q

waarom zou clientparticipatie een oplossing kunnen bieden voor een bepaald probleem

A

als patienten kunnen mee beslissen hebben ze een bepaald invloed op de keuze die gemaakt wordt

16
Q
A
16
Q
A