Week 2 Box 1 Flashcards

1
Q

Wat zijn de 3 boxen?

A

Box 1: inkomen uit werk en woning (49,5%)
Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang (33%)
Box 3: inkomen uit sparen en beleggen (36%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Analytisch systeem

A

Er zijn 3 boxen, maar binnen de boxen vindt nog wel saldering plaats. Dit gebeurt niet box-overstijgend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Actieve inkomenscategorieën van box 1

A

Belastbare winst uit onderneming
Belastbaar loon
Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Algemene bronkenmerken

A

Deelname aan het economisch verkeer: geen eigen gebruik of werkzaamheden binnen het kader van wederzijdse hulp of familiesfeer

Beogen van voordeel: niet aan voldaan bij vriendendiensten

Voordeel kan redelijkerwijs worden verwacht: niet aan voldaan bij voorzienbaar blijvend verliesgevende activiteiten en bij speculatieve transacties in de vermogenssfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

HR Bankoverval

A

In het economisch verkeer behaalde voordelen zijn niet belastbaar als zij niet de vergoeding vormen voor een jegens een ander verrichte prestatie –> economisch verkeer is ruimer dan het ruilverkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

HR Verzorgen zieke echtgenoot

A

Zieke man betaalde vrouw voor zijn verpleging, dit is volgens de HR binnen de familiesfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

HR Verzorgen gehandicapte zoon

A

Zoon betaalde moeder voor verzorging van het persoonsgebonden budget. Dit is volgens de HR slechts om zorg in te kopen, dat geschiedt in het economisch verkeer, ongeacht dat familieband –> resultaat uit overige werkzaamheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

HR Receptenarrest

A

Als je alleen verlies maakt is dat geen bron van inkomen, maar besteden van inkomen
Vriendendiensten liggen in de persoonlijke sfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bijzondere bronkenmerken onderneming

A

Duurzame
organisatie van
kapitaal en
arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Loonbelasting

A

Verrekenbare voorheffing op de inkomstenbelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bijzondere bronkenmerken dienstbetrekking

A

Verplichting werknemer tot het persoonlijk verrichten van arbeid gedurende een zekere tijd

Verplichting werkgever tot belonen

Gezagsverhouding werkgever en werknemer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bijzonder bronkenmerk resultaat uit overige werkzaamheden

A

Arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vormen resultaat uit overige werkzaamheden

A

Diensten
Vermogenswinst dankzij arbeid+
Vermogenswinst dankzij gunstige aankoopprijs
Verhuur vermogensbestanddeel met aanvullende diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Diensten

A

Geen fiscale ondergrens aan de vereiste arbeid, zelfs een nalaten tegen vergoeding is belast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vermogenswinst dankzij arbeid+

A

De waarde van een vermogensbestanddeel is gestegen door arbeid+

Arbeid+: arbeid die meer dan gebruikelijk is bij normaal vermogensbeheer, bv. verbouwen onroerende zaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vermogenswinst dankzij gunstige aankoopprijs

A

Gunstige aankoopprijs komt doorgaans tot stand door een informatievoorsprong

17
Q

Verhuur vermogensbestanddeel met aanvullende diensten

A

Verhuur + aanvullende diensten die uitgaan boven hetgeen gebruikelijk is bij normaal vermogensbeheer (arbeid+), alles is belast in box 1

18
Q

Liquiditeitsbeginsel

A

Belastingheffing vindt plaats wanneer de voor de belastingafdracht nodige liquiditeiten ook aanwezig zijn

19
Q

Verzilveringsprobleem

A

Iemand zonder inkomen heeft niks aan zijn inkomensheffing

20
Q

Onderdelen loonheffing

A

Loonbelasting

Premies voor de volksverzekeringen

Premies voor werknemersverzekeringen

Inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet