Week 1 Inleiding tot het belastingrecht Flashcards
Klassieke definitie van belasting
Gedwongen betalingen, anders dan bij wijze van straf, aan de overheid op grond va algemeen geldende regels, waartegenover geen individuele tegenprestatie bestaat
Welke heffingen zijn er?
Belastingen: staat niet tegenover een individuele tegenprestatie
Retributies: de heffing staat tegenover een individuele tegenprestatie, er is een koppeling aan de onderliggende kosten en er is een winstverbod
Algemene belastingen: opbrengsten zijn vrij besteedbaar en zijn niet gebaseerd op onderliggende kosten
Bestemmingsheffingen: opbrengstenzijn geoormerkt voor een specifieke overheidstaak, vaak gebaseerd op onderliggende kosten in combinatie met het profijtbeginsel
Functies van belastingheffing
Budgettaire functie: financieren van overheidsuitgaven
Herverdelingsfunctie: wijziging van de inkomensverdeling
Instrumentele functie: belastingheffing om een doel te bereiken
Twee eigenschappen van collectieve goederen
Non-exclusief: niemand kan worden uitgesloten
Non-rivaal: gebruik door de een doet geen afbreuk aan gebruik door de ander
Drie fiscale verdelingsbeginselen
Draagkrachtbeginsel: (ability-to-pay), hoe meer draagkracht, hoe meer belasting
Profijtbeginsel: hoe meer profijt van publieke voorzieningen, hoe meer belasting
Buitenkansbeginsel: hoe meer meevallers, hoe meer belasting (slapend rijk)
Rekensom verschuldigde inkomstenbelasting uit werk en woning
(Belastbaar inkomen x tarief) - Heffingskorting
Wat gebeurt er met de gemiddelde en marginale belastingdruk wanneer de heffingskorting stijgt en daalt?
Stijging: –> daling van de gemiddelde en marginale belastingdruk
Daling: –> stijging van de gemiddelde en marginale belastindruk
Rekensom marginale belastindruk
Extra verschuldigde belasting : extra inkomen uit werk en woning x 100%
Rekensom gemiddelde belastingdruk
Verschuldigde betaling : inkomen uit werk en woning x 100%
Directe en indirecte belasting
Direct: drukken direct de belastingplichtige (bv. loon- en inkomsten)
Indirect: worden afgedragen door de belastingplichtige, maar eigenlijk gedragen door derden (bv. btw en accijnzen)
Belastingontwijking, -ontduiking, en -vlucht
Belastingontwijking: streven naar een legale vermindering van belasting
Belastingontduiking: frauderen
Belastingvlucht: emigratie naar landen met een milder fiscaal klimaat of het onderbrengen van geld in dit soort landen
4 klassieke doeleinden volgens Adam Smith
Rechtvaardigheid: verdelingsbeginselen: draagkracht- en profijtbeginsel
Rechtszekerheid
Uitvoerbaarheid: kosten voor administratieve kosten
Neutraliteit: belasting zou geen effect moeten hebben op de keuzes van mensen in de vrijemarkteconomie