week 2 Flashcards
Waaruit bestaat een antistof?
FAB-gedeelte –> bindingsplaatsen (plekken waarmee je de antigenen kan herkennen = idiotypen, de bindingsplaats die direct in contact is met het antigeen)
Fc-geeelte (onderste gedeelte)
benoem de defenities van antigeen, immunogeen en epitoop
antigeen: molecuul waartegen de adaptieve immunrespons gericht is
immunogeen: molecuul dat - op basis van moleculaire structuur - adaptieve immuunrespons kan opwekken
epitoop: deel van antigeen waaraan receptor (IG/TCR) echt bindt
benoem de definities van hapteen en carrier?
klein antigeen
hapteen: niet- immunogeen molecuul (bv. peniciline, nikkel etc.)
carrier: eiwit dat epitopen aanbiedt aan T-helpercel –> sterke antistofrespons tegen hapteen, indien gekoppeld aan carrier
zorgt voor een efficientere respons
een imunoglobuline bestaat uit gekleurde gedeeltes (zie plaatje bureaublad) en grijs gekleurde delen. Welke delen zorgen voor herkenning en welke delen zorgen voor wat er gebeurt na de herkenning?
grijze gedeelte: specifieke herkenning
gekleurde gedeelte: zorgt ervoor wat er gebeurt na herkenning
Hoe ziet een IgM molecuul eruit?
pentameer (5 antistoffen aan elkaar verbonden door zwavelbruggen)
groot molecuul die elk twee bindingsplaatsen hebben
Hoe ziet IgA molecuul eruit?
monomeer, meestal dimeer
(vooral aanwezig in de luchtwegen en de darmen (mucosomale oppervlakte))
Wat is nodig om de IgA moleculen te transporteren door het darmlumen heen zodat IgA kan binden aan pathogenen?
secretoire component
Wat zijn de eigenschappen van IgE?
komt meestal voor als monomeer
- huidoppervlakte en luchtwegen
- zorgt ervoor dat parasitaire infecties tegen worden gegaan
- allergische reactie wordt ook vooral veroorzaakt door IgE
wat zijn de eigenschappen van IgG?
zijn ook subklasses van
(IgG1,2,3,4)
- kan als enige de placentabariere over
- neutralisatie: wegvangen micro-organisme of eiwit
- complement lysis: IgG en complementfactoren binden aan micro-organisme, waardoor lysis van het micro-organisme optreedt
- komt als monomeer voor
zit in bloed, weefsel en moedermelk
Wat zijn de effectorfuncties van immuunglobuline?
- neutralisatie –> afhankelijk van de bindende capaciteit
- complement lysis (afbraak)
- opsonisatie (door macrofaag)
- antilichaamafhankelijke cellulaire cytotoxie (vorming van een bruggetje naar een celdodende cel (NK-cel))
2/3/4 –> afhankelijk van de constante domeinen
Wat zijn kenmerken van de plasmacel en B-cell?
Plasmacel
- bevat heel veel endoplasmatisch reticulum omdat er veel eiwit geproduceerd moet worden
- produceert antistoffen
B-cel
- antistoffen staan op membraan
- kan antigenen herkennen
- die raakt geactiveerd en differentieert door waardoor dit uiteindelijk een plasmacel wordt.
plasmacellen keren uiteindelijk weer terug naar beenmerg
Tijdens blootstelling aan pathogenen vind er isotype switching plaats, wat is dit?
Hierbij worden in het begin veel IgM geproduceerd, dit wordt later omgezet in IgG en IgA
Wat zijn de unieke eigenschappen van de humorale respons?
- antigeenspecifiek
- immunologisch geheugen
immuniteit
- versnelde reactie
- meer antistoffen
- hogere affiniteit
Welk soort signaalstof stuurt de receptoren aan naar een bepaald Ig..?
cytokines
T-celreceptoren hebben ook altijd een presenterend molecuul nodig om de receptor goed te herkennen. Wat is de naam hiervan?
MHC molecuul / HLA classificatie
Wat zorgt ervoor dat er een knip kan worden aangebracht in het DNA?
Dit wordt gedaan aan de hand van het vlaggetje. (een bepaalde sequentie die wordt herkend)
vervolgens worden de vlaggetjes apart gehouden en aan elkaar gebonden (circel) en de rest van het dan word ook aan elkaar vastgesteld (niet in een cirkel)
Hoe ontwikkelen b-cellen zich in het beenmerg. (welke richting?)
van buiten in het bot naar binnen
- pro-B, pre-B, pre-B II, immatuur)
Wat is de ontwikkelingspathway van de T-cellen?
benoem vervolgens ook de volgorde waarin dit gebeurt
Worden aangemaakt in het beenmerg en worden vervolgens verder ontwikkeld in de thymus
volgorde:
DN (dubbel negatief), DP (dubbel positief), SP (single positief)
hoe werkt een flowcytometrie?
wat kun je zeggen over de deeltjes met deze methode?
deeltjes worden uit elkaar gehaald en gelabeld met een fluoriserende marker. Daarna passeren ze een laser die aanslaat wanneer het fluoriderende deeltje voorbij komt. Met deze data wordt vervolgens een analyse gemaakt
- celgrootte
- interne structuur (oppervlakte, kern, granulen)
De ontwikkeling van B-cellen bestaat uit twee stappen. Wat is hierin de volgorde?
eerst worden de zware ketens getest, dan vind er proliferatie plaat en vervolgens worden er licht ketens aan gebonden en deze worden dan weer opnieuw getest
Wat is het verschil tussen MHC en HLA?
MHC is een woord in het algemeen
HLA is specifiek voor de mens (humaan)
We kennen twee klasse MHC klassen, benoem daarvan de subgroepen
klasse II: HLA-DP, DQ, DR
klasse I: HLA-A,B,C
Welke peptide bindingen zijn kleiner? die van MHC klasse I of die van MHC klasse II. Waarom is dit zo?
Die van Klasse I zijn het kleinst omdat deze een beperking opleggen door de gesloten binding van de drie domeinen. (alfa 1/2/3)
bij klasse II bestaat de keten uit twee afzonderlijke stukken die niet aan elkaar zitten waardoor de peptide er gewoon tussendoor kan.
bureaublad plaatje
Wat zijn eigenschappen voor zowel MHC kl-1 als die van 2?
MHC klasse I: vrijwel alle lichaamscellen, behalve erytrocyten en geslachtscellen
intra cellululaire antigeen worden gepresenteerd kan ook extracellulair
MHC klasse II: (professionele) antigeen-presenterende cellen
- dendritische cellen (DC)
- monotypen/macrofagen
- B lymfocyten
MHC klasse II: onder invloed van cytokinen, m.n. interferon-Y –> activatie CIITA-gen
- T lymfocyten
- epitheelcellen
- endotheelcellen
extracellulair antigeen kan worden gepresenteerd