Week 2 Flashcards

1
Q

Welke typologie van Starreveld past bij het produceren van de standaardelementen?

A

Massaproductie (Heterogeen) omdat er 1 product wordt gemaakt met meerdere varianten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de aanknopingspunten om van de volledigheid van de productie bij Woodhouse BV
vast te kunnen stellen?

A
  • Verbanden in goederen en geld beweging
  • Harde normen en standaarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Formuleer per afdeling (inkoop, fabricage en magazijnen) twee doelen met daaraan gekoppeld een
prestatie indicator teneinde het bereiken van het doel vast te kunnen stellen.

A

Inkoop:

  1. Goedkoop inkopen - Gemiddelde inkoopprijs t.o.v. marktprijs
  2. Goede kwaliteit producten - aantal defect t.o.v. norm 1%

Fabricage:

  1. Niet teveel afval - Hoeveelheid afval t.o.v. norm 4%
  2. Korte doorlooptijd - minuten beginproductie tot eind productie t.o.v. norm (2 uur)

Magazijn:
1. Goede luchtvochtigheid - werkelijke luchtvochtigheid moet zijn tussen de 4- en 5 graden
2. Geen voorraadverschillen - werkelijk verschil moet max 0.5% zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke beheersingsrisico’s (oorzaak/gevolg) zijn bij de diverse afdelingen (inkoop, fabricage
en magazijn) aanwezig?

A

Inkoop:

  1. Te duur inkopen (Verlies maken)
  2. Meer dan 1% defect buitennorm (niet meer bruikbaar)

Fabricage:

  1. Teveel afval meer dan 4% (Lagere omzet)
  2. Te lange doorlooptijd dat langer is dan 2 uur. (een claim neerleggen)

Magazijn:
1. Te hoge luchtvochtigheid >5graden (incourante grondstoffen)
2. Werkelijke voorraadverschil >0.5% (voorraadtekorten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly