Week 2 Flashcards

1
Q

Wat houdt synergie in?

A

Samen kun je meer dan 1, 1 + 1 = 3. Door samen te werken kan je meer bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt schaalvoordeel in?

A

Wanneer je op grote schaal gaat samenwerken heb je minder middelen nodig. Deze kan je namelijk delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt takenspecialisatie in?

A

Hoe taken worden opgesplitst in deeltaken of deelhandelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef een voorbeeld van een hoge en lage taakspecialisatie.

A

Hoge taakspecialisatie zou bijvoorbeeld lopende bandwerk kunnen zijn. Iedereen heeft hier een specifieke taak in het maken van een stoel.

Een voorbeeld van lage taakspecialisatie kan zijn dat iemand zelf volledig de stappen van het maken van de stoel volgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg afdelingsvorming uit.

A

Het maken van onderscheid van handelingen en specialisatie en deze te groeperen onder een bepaalde leiding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

F-indeling:

Wat houdt ‘Indeling naar aard/functie’ in? Geef een voorbeeld.

Wat houdt ‘indeling naar fase in het proces’ in? Geef een voorbeeld.

A

Functioneel of proces

Bij een indeling naar functie wordt er ingedeeld op de functies die worden uitgevoerd. Een ziekenhuis heeft een aparte afdeling voor patiëntenzorg, onderzoek, boekhouding e.d. Dit levert effiëntievoordelen op.

Bij een indeling naar fase wordt er ingedeeld op elke stap in het proces. Zo heeft een buizenfabriek een afdeling die pvc korrels hergebruikt, de buizen trekt, bakt e.d. Deze indeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een p-indeling?

A

Product

Hierbij worden de producten of diensten onderverdeeld onder een manager. Zo heeft het bedrijf Protecter&Gamble Dreft, Pringles en Pampers onderverdeeld onder topmanagers. Een accountentskantoor is onderverdeeld in afdelingen voor belastingzaken, managmentconsulting en auditing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een g-indeling?

A

Geografisch

Een indeling naar geografisch gebied of Rayon. Dit kan zinvol zijn wanneer klanten van een organisatie over een groot gebied verspreid zijn. Uitzendbureau’s en winkelketens werken hier vaak mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een m-indeling?

A

Markt

Hierbij wordt de klant die de organisatie wil bereiken de basis. Bij een bedrijf wat handelt in kantoorartikelen kan dit er uit zien als een groothandel, detailhandel en de overheid.
Een advocatenbureau kan zijn personeel verdelen op basis van de dienstverlening aan inividuele klanten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn hybride indelingen?

A

Grote organisaties maken soms gebruik van een combinatie van afdelingsvormingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn hybride indelingen?

A

Grote organisaties maken soms gebruik van een combinatie van afdelingsvormingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een gezagslijn?

A

Het geeft aan wie aan wie leiding geeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is bevoegdheid?

A

Het recht dat iemand op basis van zijn positie heeft om opdrachten te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is eenheid van bevel?

A

Elke werknemer heeft 1 superieur aan wie hij verantwoording aflegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt de span of control in?

A

Aan hoeveel werknemers een leidingevende effectief leiding kan geven. Hoe breder of groter deze is, des te lager de kosten voor de organisatie zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is centralisatie?

A

De besluitvorming wordt overgelaten aan topmanagers. Lagere managers voeren alleen opdrachten uit. Beter in het voorkomen van foute keuzes.

17
Q

Wat is decentralisatie?

A

Hierbij is worden beslissingen genomen door managers die zich het dichtst bij de ‘actie’ bevinden. Problemen worden hier sneller opgelost. Vermijden gemiste kansen.

18
Q

Wat is formalisatie?

A

De mate waarin uitvoerwijze, het tijdstip en de volgorde van taken binnen een organisatie gestandaardiseerd is. Bij een sterk geformaliseerd bedrijf hebben de werknemers weinig vrijheid in hun taken.

19
Q

Wat is boundary spanning?

A

Het creeëren van verbindingen tussen groepen en afdelingen.

20
Q

Wat is de eenvoudige structuur?

A

Er is bijna geen structuur. Afdelingsforming en formalisatie bestaan bijna niet. Er zijn brede spans of control. De organisatie is plat. Ook is er 1 persoon waarbij de centrale beslissingsbevoegdheid berust.

21
Q

Wat is de matrixstructuur?

A

De matrixstructuur combineert de p-indeling en de f-indeling. Ook hebben ze een dubbele gezagslijn, ze hebben namelijk twee bazen.