Week 17

Question 1

Centrale tolerantie B-lymfocyten

Answer 1

testen bindingssterkte B-cel aan zelfantigeen
- als te groot -> receptor editing van kappa en labda lichte keten of apoptose

Question 2

Centrale tolerantie T-lymfocyten

Answer 2

positieve selectie: DP + corticale epitheelcel : MHC I -> CD8 of MHC II -> CD4
negatieve selectie: SP + dendritische cel met zelf-antigeen -> als binding te sterk -> apoptose

Question 3

Anergie

Answer 3

geen expressie co-stimulatoire signalen -> niet functionele T-cel

Question 4

Supressie

Answer 4

door CTLA-4 op Tregs

Question 5

Polyklonale activatie

Answer 5

onderdeel micro-organisme activeert B-lymfocyt antigeen onafhankelijk (CD4 t-cel niet nodig)

Question 6

Activatie door superantigeen

Answer 6

interactie door superantigeen met niet variabele deel Ig -> binding TCR/BCR aan MHC

Question 7

Moleculaire mimicry

Answer 7

micro-organisme lijkt op auto-antigeen -> ook reactie op auto-antigeen (=kruisreactiviteit)

Question 8

Bystander activatie

Answer 8

APC geactiveerd door infectie -> presenteerd ook lichaamseigen antigeen

Question 9

Vrijgekomen van afgeschermde auto-antigenen

Answer 9

antigeen van immune privilleged site wordt niet herkend als lichaamseigen

Question 10

Neo-antigeen

Answer 10

tijdens apoptose gaat lichaamseigen eiwit eruitzien als neo-antigeen -> reactie

Question 11

Androgenen zorgen voor…

Answer 11

meer CD4 Th1 responsen en CD8 T-lymfocyten

Question 12

Oestrogenen zorgen voor…

Answer 12

meer CD4 Th2-responsen en B-lymfocyten

Question 13

Symptomen RA

Answer 13

• ochtendstijfheid >1 uur
• > 3 gewrichten
• in handgewrichten
• systemisch
• nodules van bouchard in PIP-gewrichten (middelste kootjes hand)
• RF
• radiologische factoren

Question 14

Symptomen Sjögren

Answer 14

• droge alles
• kortademig, vermoeid
• spier en gewrichtspijn
• verminderde reuk en smaak
• blaasontsteking
• Syndroom van Raynaud

Question 15

SLE

Answer 15

vlinderexantheem en ANA’s
- huiduitslag, fotosensitiviteit, orale ulcera, artritis, alles afwijkingen

Question 16

ANA

Answer 16

tegen celkern (bij homologe celkern tegen dsDNA)

Question 17

ANCA

Answer 17

tegen neutrofiele granulocyten

Question 18

ACPA

Answer 18

tegen lichaamseigen eiwitten (RA)

Question 19

RF

Answer 19

tegen constante Fc gedeelte van IgG antilichamen

Question 20

SS-A

Answer 20

tegen celkern (niet alleen bij Sjögren)

Question 21

SS-B

Answer 21

Vaak icm SS-A

Question 22

Immunosupressiva

Answer 22

NSAID’s
corticosteroïden

Question 23

Infliximab

Answer 23

TNF-alfa blokker

Question 24

Abatacept

Answer 24

remt co-stimulatie T-lymfocyten door binden aan CD80/86 (RA)

Question 25

Rituximab

Answer 25

Schakelt B-lymfocyten uit door richten tegen CD20 (ook op pre-B-lymfocyten)