Week 1.2 Flashcards

1
Q

Onderverdeling tractus respiratorius

A

Bovenste- en onderste luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tractus respiratorius - Functie bovenste luchtwegen

A

1 - de stemvorming
2 - de ademhaling
3 - de voedselopname
4 - de scheiding tussen de lucht- en voedselwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Conditionering van de lucht in de mond-neusholte

A
  • Verwarmd
  • Bevochtigd
  • Gefilterd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nasendoscopie

A

Camera in een van de neusgaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De conchae nasales

A

Aan de binnenkant van de neus zijn verschillende complexe welvingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functie cilia

A

Zorgt voor het opvangen van stofdeeltjes en andere afvalstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afweer in de neus

A

Afweer en de afvoer, namelijk via snot en de ciliae. Via de keelholte wordt dit ingeslikt en schadelijk gemaakt in de tractus digestivus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Functie onregelmatige holte neusgang

A

Er treed veel turbulentie op. Hierdoor wordt het contact geintenviseerd, waardoor de afvalstoffen neerslaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Reukorgaan - Werking/ligging

A

In de reukspleet dichtbij de hersenen ligt de hersenzenuw die bij de reuk betrokken is –> nervus olfactorius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Macroglossie

A

De tong is zodanig vergroot dat de luchtstroom wordt geblokkeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Macroglossie - Oplossing

A

Tracheatomie biedt een oplossing, dit is een snede in de hals van de patient om zo de luchtpijp in de directe verbinding te stellen met de buitenlucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oedeem van Quincke

A

Gezwollen weefsel meestal in het gelaat en de keelholte. Dit wordt meestal veroorzaakt door cholinesterasedeficientie na gebruik van ACE-remmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar worden voedsel en lucht definitief gescheiden?

A

in de larynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cartilago arytenoida - werking

A

Vormt gewrichtjes met het cricoide kraakbeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cartilago arytenoida - Functie

A

Verantwoordelijk voor de beweging van de stembanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Larynx - functie

A

1- respiratie
2- stemvorming
3- scheiding lucht- en voedselweg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Stembandinnervatie

A

Nervus vagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Subjectief

A

Ademhalingsbenauwdheid

19
Q

Objectief

A

Stridor

20
Q

Craniaal n.laryngeus

A

de nervus laryngeus loopt superior met een interne sensibele en een externe tak richting de musculus cricothyroideus

21
Q

Caudaal n.recurrens

A

Aan de linker lichaamszijde keert deze om bij de aortaboog en aan de rechterzijde bij de arteria subclavia dextra

22
Q

Expiratie stridor

A

Duidt op een proces in de larynx of de cervicale trachea

23
Q

Inspiratoire stridor

A

Duidt op een proces in de larynx of de cervicale trachea

24
Q

Waardoor hoor je een hoog-frequent geluid?

A

Door de turbulentie in de luchtwegen

25
Q

Laryngomalacie

A

Aandoening waarbij de luchtwegen inzakken bij het ademhalen

26
Q

Scheidingslijn tussen neus en mond

A

Gehemelte

27
Q

Tong

A

Beweeglijk deel en een groot deel in de diepte

28
Q

Epiglottis

A

Strotklepje

29
Q

Pharynx - opbouw

A

Nasopharynx, oropharynx & hypopharynx

30
Q

Functies neus; Ademhaling- Transport

A

Verbinding buitenwereld naar long

31
Q

Functies neus; Ademhaling- Verwarming & bevochtiging

A

Slijmvlies en oppervlakte

32
Q

Functies neus; Ademhaling- Filtering

A

Neusharen en door de onregelmatige holte treedt er turbulente luchtstroom op –> contact met neusslijmvlies geintensiveerd –> partikels slaan makkelijker op het neusslijmvlies neer –> door trilharen partikels naar neus achteruitgang

33
Q

Functies neus; Ademhaling- Afweer

A

Vooral in de nasopharynx, door neusamandel & ring van Waldeyer –> lymfatische structuren die actief rijk in de afweer

34
Q

Functies neus; Ademhaling- Reuk

A

Reukspleet staat in directe verbinding met de hersenen, zenuwen maken direct contact met neusslijmvlies dat in de reukspleet zit

35
Q

Functies neus; Belangrijke bijdrage aan de smaak

A

Reuk zorgt voor de bijdrage aan de smaak. Combinatie smaak en reuk zorgt voor genieten van eten en drinken

36
Q

Afwijkingen in de neus

A

Vormafwijkingen, neusverstopping, loopneus, reukvlies & smaakverlies

37
Q

Syndroom van Sluder - oorzaak

A

Het neustussenschot kan ook scheef staan dat het prikt in een conga (neusschelp)

38
Q

Syndroom van Sluder - symptomen

A

Eenzijdige hoofdpijn, tranend oog & afscheiding van slijm

39
Q

Choanaal atresie

A

Vliezige of benige afsluiting van de achteruitgang van de neus.
Dubbelzijdig –> er is nood, kind kan niet ademen omdat het niet weet dat je door de neus kan ademen
Eenzijdig –> Het kind kan via het andere neusgat het nog een tijdje redden

40
Q

Valse stemband - functie

A

in combinatie met de epiglottis , sluit de luchtweg af als je slikt

41
Q

Ware stemband - functie

A

Productie stem

42
Q

Larynx - Functie

A

Respiratie, hoesten ( aangestuurd door sensibiliteit ), scheiding lucht- en voedselweg, slikken en stem.

43
Q

Laryngeus subglottica

A

Slijmvliesverdikking op niveau van cricoid –> nauwste deel van de luchtweg