Week 1.1 Flashcards
De functie van de longen
Gaswisseling ( opname O2 & CO2 afgifte )
Processen in de longen
- Ventilatie - Lucht verversen
- Diffusie - O2 en CO2 uitwisselen met capillairen
- Perfusie - grootste deel van opgenomen O2 bindt aan Hb en wordt naar de weefsels vervoerd
Statische longvolume
De totale longinhoud
Dynamisch longvolume
Functie van de longen, hoeveel kan er uit? Oa ook om longziekten mee op te sporen
IRV
Inspiratoir reserve volume, na maximale inademing kan je hierover beschikken.
IVC
Vitale capaciteit: IRV + TV + ERV (eerst uitademen, dan inademen).
EVC
Hetzelfde als IVC: IRV + TV + ERV (maar eerst inademen, dan uitademen).
TLC
Totale longcapaciteit
TV
Teugvolume
ERV
Expiratoir reserve volume, extra uitademen
FRC
Functionaal residuaal capaciteit: RV + ERV
RV
Reserve volume
FEV1
Forced expiratory volume in 1 second; hoeveel lucht kan je uitblazen in 1 seconde?
Natte spirometrie
De patient blaast in een buis die is aangesloten op een watermantel, waardoor deze in beweging komt.
- Stijgende lijn: inspiratie
- Dalende lijn: expiratie
Hoe komt de ademhaling tot stand?
Voornamelijk door de ribben en de spieren;
Inspiratie
De borstkast gaat omhoog door de BTS, waardoor het longvolume vergroot; P x V = constant –> het volume neemt toe, dus de druk neemt af. Er ontstaat een onderdruk waardoor de lucht naar binnen wordt gezogen.
Expiratie
De uitademing is een passief proces; de spieren ontspannen zich en de borstkas zal terug veren naar de oorspronkelijke grootte –> P x V = constant, dus bij een verkleining van het volume zal de druk toenemen, er ontstaat een bovendruk tov van de buitenlucht, hierdoor stroomt de lucht naar buiten
Hoe bereken je het RV?
Door een heliumverdunningsmethode
Heliumverdunningsmethode ; waarom Helium?
Gasvormig helium wordt gebruikt omdat dit niet oplost in het bloed en niet lan binden aan Hb
Heliumverdunningsmethode ; hoe werkt dit?
De spirometer wordt gevuld met een bekende concentratie gasvormig helium, na ongeveer 5 min wordt opnieuw de concentratie helium gemeten.
Voor inademing helium: C1 = 5%, V1 = 3 L.
Na inademing helium: C2 = 3%, V2 = ? L.
Er geldt: C1 x V1 = C2 x (V1 + V2) → C1 x V1 = C2 x (V1 + FRC)
0,05 x 3 = 0,03 x (V1 + FRC)
0,15 / 0,03 = 5 L
5 - 3 = 2 L = FRC.
Longemfyseem
Chronische ziekte waarbij steeds met longblaasjes verloren gaan
Flow-volume curve
Er wordt gemeten hoeveel lucht je maximaal kunt in-en uitademen en de vernauwing in de luchtwegen.
Flow-volume curve ; voordelen
- Stroomsterkte betere maat voor opsporen luchtwegweerstand
- Fouten tijdens blazen kunnen makkelijk opgemerkt worden
- Door de karakteristieke patronen kunnen ziektebeelden (gemakkelijk) opgespoord worden
Flow-volume curve - ideelbeeld?
- Vanaf TLC direct stijl omhoog
- Scherpe (enkele) piek
- Flow moet geleidelijk lopen
- Zonder artefacten (hoesten, keelknijpen etc)
Problemen buiten de thorax
Inademing ( zoals struma ; schildklier drukt tegen de luchtpijp )
Problemen binnen de thorax
Uitademing
Meetapparatuur ; pneumotachograag
Meet de doorstroming aan de hand van weerstanden
Meetapparatuur ; flowmeter
Meet druk verval over een lage weerstand
Ademteug in rust
0,5 - 1 L
Ademfrequentie
15 keer per minuut