Week 1: Inleiding in thema oncologie Flashcards

1
Q

Welke bekende onderzoeken zijn er geweest die niet ethisch waren?

A
  • Willowbrook State School (hepatitis)
  • Jewish Chronic Disease Hospital (kankercellen)
  • Tuskegee Syfilis (syfilis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk ethisch dilemma staat centraal met medisch onderzoek?

A
  1. Vooruitgang in medische wetenschap, wat kan zorgen voor gezondheidswinst
  2. Beschermen van proefpersonen, tegen bezwaren en risico’s van onderzoek

Er is dus toestemming vanuit CCMO/METC nodig!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is kanker een volksziekte?

A
  • Incidentie neemt toe
  • Alles wordt openbaar en gedeeld, emotie neemt toe
  • Preventie
  • Enorm veel nieuwe middelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de sluis?

A

Geneesmiddelen in de sluis zijn vertraagd beschikbaar (met een hoge prijs of groot financieel risico)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is Acute Myeloïde Leukemie?

A

Ongecontroleerde groei en proliferatie van onrijpe myeloïde leukocyten; myeloblasten nemen snel in aantal toe, stapelen zich in beenmerg en verdringen normale cellen die leuko’s, ery’s en trombo’s produceren.

Bij meer dan 20% blasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe herken je erytrocytaire cellen?

A

Ronde kern + korrelig chromatine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe herken je lymfocytaire cellen?

A

Egale ronde kern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe herken je granulo-/monocytaire cellen?

A

Niet-ronde kern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen acute en chronische leukemie?

A

Chronisch geeft aanvankelijk minder levensbedreigende symptomen, en heeft ophoping van functionele cellen.

Acute geeft acute symptomen en heeft ophoping van niet-functionele cellen, die normale bloedcelvorming ernstig onderdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is kenmerkend voor CML?

A

Heterogeen bloedbeeld, vergrote milt en t(9;22)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen myeloïde en lymfoïde leukemie?

A

Myeloïde leukemiecellen dragen kenmerken van granulocytaire, monocytaire, erytroïde of megakaryoblastaire cellen > vaak volwassenen en kleine overlevingskans

Lymfoïde leukemiecellen dragen kenmerken van lymfoïde cellen > vaak kinderen en goed te genezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt gescreend op kanker in NL-bevolking?

A

Borstkanker > mammografie
Darmkanker > FIT-test en colonscopie indien FIT+
Baarmoederhalskanker > uitstrijkje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn voordelen van screening in bevolking?

A

Winst in levensjaren, laag stadium, minder intensieve behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn nadelen van screening in bevolking?

A

Overdiagnose + overbehandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zijn carcinoom en kanker synoniemen?

A

Nee, carcinoom is alleen epitheliaal en kanker omvat naast carcinomen ook lymfomen en sarcomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom de Hallmarks of Cancer?

A

Hulpmiddel om biologie van tumoren beter te begrijpen

17
Q

Wat zijn de 10 Hallmarks of Cancer?

A
  1. Blijven delen
  2. Remming ontwijken
  3. Celdood weerstaan
  4. Oneindige celdeling
  5. Vorming nieuwe bloedvaten
  6. Invasie en metastase
  7. Genoom instabiliteit en mutaties
  8. Tumor bevorderende ontsteking
  9. Deregulatie energievoorziening
  10. Ontsnapping aan immuunafweer
18
Q

Wat is het verschil tussen ‘blijven delen’ en ‘oneindige celdeling’?

A

Blijven delen heb je nodig als gaspedaal en oneindige celdeling als brandstoftank. Als je geen materiaal (telomeren) hebt kan je niks, maar je moet ook methode hebben om te delen (groeifactor)

19
Q

Wat zijn eigenschappen voor stamcellen?

A
  • Pluripotent
  • Self-renewing
  • Lage delingsfrequentie
  • Hoge delingspotentie
20
Q

Welke klinische presentatie past bij leukemie?

A

Anemie (ery’s), infecties (lymfo’s), bloedingen (trombo’s)

21
Q

Hoe diagnosticeer je leukemie?

A
  • Cytogenetica: chromosoomonderzoek
  • Bloedonderzoek naar Hb, trombo’s en leuko’s
  • Immunofenotypering
  • Moleculaire diagnostiek
  • Morfologie beenmergpunctie
22
Q

Hoe ziet het histologisch beeld eruit bij acute leukemie?

A

Hypercellulair en homogeen beeld