Week 1 - Eigentijdse Geschiedenis Flashcards
Congres van Wenen
De geallieerden kwamen samen in het congres van Wenen in 1815, met als doel stabiliteit en een machtsbalans. Om dit te behalen werden er belangrijke beslissingen genomen: territoriale herschikking, restauratie van monarchiën en het congresstelsel.
Welke radicale ideeën kwamen op tussen 1815 en 1848 in Europa?
Liberalisme, Socialisme en Nationalisme
Wat was tijdens het congres van Wenen de meest dominantie politieke stroming?
Het conservatisme (behouden van traditionele waarden, instituties, erfelijke monarchie en een sterke landbezittende aristocratie)
Holy Alliance
Samenwerking van Oostenrijk, Pruisen en Rusland om revolutionaire bewegingen tegen te gaan (1815).
Liberalisme
Belangrijkste waarden zijn vrijheid en gelijkheid. Ook wilde ze een representatieve overheid en specifieke vrijheden zoals vrijheid van meningsuiting. Voor hun economie was het concept Laissez faire belangrijk.
Nationalisme
Het idee dat elk volk zijn eigen geest en eigen culturele eenheid had, die zich vooral manifesteerde in een gemeenschappelijke taal en geschiedenis en als basis kon dienen voor een onafhankelijke politieke staat. Nationalisme zorgde ervoor dat men natiestaten wilden wat betekende dat sommige staten uiteenvielen in kleinere staten (Ottomaanse Rijk) en sommige staatjes. Nationalisme zorgde voor een liefde voor moederland en superioriteitsgevoel.
Laissez Faire
Een doctrine waarbij bedrijven hun moeten kunnen gaan zonder bemoeienis van de overheid.
Was het idee van het nationalisme waterdicht?
Nee, in veel landen waren er verschillende dialecten, andere geschiedenissen en diverse etniciteiten.
Socialisme
Een radicale politieke doctrine die zich verzette tegen individualisme en die pleitte voor samenwerking en gemeenschapszin; sleutelideeën waren economische planning, grotere economische gelijkheid en staatsregulering van eigendom.
Karl Marx
Duitse socialistische filosoof. Hij zei dat de middenklasse (bourgeoisie) en de working class (proletariaat) onvermijdelijk met elkaar botsen. De ene groep zal altijd de andere groep uitbuiten.
Waarom triomfeerden in 1848 kortstondige revoluties in het grootste deel van Europa?
- Economische en sociaal conflict: door de opkomende industrialisatie daalde de levensstandaard van velen en ontstond er een grotere economische ongelijkheid.
- Misoogst in 1845-1846 wat leidde tot een economische crisis
- Mensen waren na het Congres van Wenen beland in nieuwe staten die ze niet begrepen. Toen die staten nog meer belasting gingen heffen was de crisis compleet.
- Opkomst van nieuwe ideologieën: liberalisme, nationalisme, socialisme
Hoe ging de revolutie in GB?
Door druk van de liberalen en politieke onrust kwamen in 1832 de Reform Bill (meer representatie van industriële gebieden).
1834: New Poor Law: lokale overheden hoefden niet meer voor de armen te zorgen. Zo werden de armen gestimuleerd om de stad in te gaan en verlaagde de belastingdruk op de middenklasse. Hier was veel kritiek op
1847: Ten Hours Act: vrouwen en jonge kinderen mochten tien uur per dag werken.
1850: de levensstandaard van de armen begon te stijgen. Hierdoor kon GB de revoluties van 1848 vermijden.
Hoe ging de revolutie in Frankrijk?
Na Napoleon was de monarchie hersteld.
1814: Lodewijk XVIII voert nieuwe liberale maar niet democratische wet in: kleine minderheid van mannen mocht stemmen.
1830-1847: de conservatieve opvolger Karel X nam Algerije over om de oude orde van Frankrijk te herstellen. Zo poogde Karel nationalisme en populariteit te winnen. Echter brak hij hiermee de grondwet.
Omdat Lodewijk Filips I weigerde sociale hervormignen door te voeren en er misoogsten waren kregen alle mannen in 1848 stemrecht en alle slaven waren vrij
De monarchisten wonnen echter opnieuw. Lodewijk Napoleon kwam aan de macht en greep in 1851 absolute macht waardoor de Franse revolutie van 1848 weer was mislukt.
Hoe verliep de revolutie in de centraal Europa
Men eiste een liberale grondwet, representatieve overheid en vrijheid van autoritaire regimes.
Oostenrijk: Ferdinand I gaf toe aan liberale grondwet. Doordat Oostenrijk een multi-etnisch rijk was ontstond er onrust door opkomende nationalisme. De Russische tsaar Nicolaas I hielp Ferdinand de onrust neer te slaan uit angst dat het nationalisme naar Rusland kwam.
Pruisen: men eiste een liberale constitutionele monarchie. Frederijk Willem IV stemde hiermee in maar wilde koning worden van alle deelstaten in Duitsland. Door verzet vanuit Oostenrijk en Rusland faalde de unificatie en revolutie van Duitsland.
Hoe hebben sterke leiders en natievorming Italië getransformeerd?
Belangrijke figuren waren Guiseppe Garibaldi en Camillo di Gavour. Garibaldi voerde militaire acties om Italiaanse staten te verenigen. Cavour speelde een belangrijke rol in het politieke proces van eenwording. Zij slaagde erin om in 1861 veel Italiaanse staten te verenigen onder het Koninkrijk Italië. Sterke leiders zoals Garibaldi en Cavour hielpen bij het mobiliseren van nationalistische gevoelens en het bevorderen van het idee van een gemeenschappelijke Italiaanse identiteit.