Week 1 de Nederlandse samenleving Flashcards

1
Q

Sociale kwestie

A

Het feit dat er een groot onderscheid tussen rijk en arm was ontstaan en dat dat een maatschappelijk vraagstuk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Belangenbehartiger

A

Komt op voor het direct belang van die cliënt, los van de vraag of er andere belangen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wetsuitvoerder

A

Probeert de client zo goed mogelijk te helpen binnen de kadasters die door de organisatie of de overheid worden opgelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wetsuitvoerder in een gedwongen kader

A

De dienstverlening is aan de client opgelegd, als de client zich niet aan de afpsraken houdt, kan er een sanctie volgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Toetser

A

controleert of het werk van de uitvoerder goed is uitgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

handhaver

A

Diegene die de cliënt een straf of maatregel oplegt als de cliënt onterecht gebruik maakt van een voorziening of een wet overtreedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bemiddelaar

A

bemiddelt als neutrale derde tussen twee partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

outreachend werker

A

sjd’er schat in dat het verlenen van een dienst wel noodzakelijk is hoewel de client nog in staat is om een eigen hulpvraag te formuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Discretionaire ruimte

A

is de ruimte die professionals hebben om, binnen de wettelijke kaders, hun eigen inzicht te volgen en zelfstandig te beslissen over het toepassen van bevoegdheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly