Week 1/4 Flashcards

1
Q

Formeel recht

A

procesrecht, de spelregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Materieel recht

A

inhoudelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wet in formele zin

A

besluit van de Regering en de Staten-Generaal, woord ‘wet’ staat in de delictsomschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wet in materiële zin

A

algemene regels, hoeven niet meer herhaald te worden, staan aan het begin al, voor een onbeperkte groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

objectief recht

A

voor iedereen in het algemeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

subjectief recht

A

individuele bevoegdheid van een persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Legaliteitsbeginsel

A

het strafbare feit moet in de wet staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Opportuniteitsbeginsel

A

je kunt van vervolging afzien, dit aan het algemeen belang ontleend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Technisch sepot

A

te weinig bewijs, niet haalbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beleidssepot

A

wel haalbaar, maar niet wenselijk geacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voorwaardelijk

A

we vervolgen niet, maar je krijgt wel voorwaardes mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onvoorwaardelijk

A

afzien van vervolging, klaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Transactie

A

vervolging voorkomen, vaak een boete

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

strafbeschikking

A

wel een vorm van vervolging, zonder rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vervolgingsbeletsel; rechtsmacht

A

Nederland heeft rechtsmacht, Art. 2
t/m 8 Sr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vervolgingsbeletsel; leeftijd

A

minderjarigen kunnen niet vervolgt worden, alleen onder de 12, daarboven in jeugdstrafrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

vervolgingsbeletsel; verjaring

A

Verschilt per strafbaar feit, maar dit verjaart na een aantal jaar, overtreding bijv. na 3 jaar

18
Q

vervolgingsbeletsel; ne bis in idem-beginsel

A

je kan niet twee keer voor hetzelfde feit vervolgt worden

19
Q

vervolgingsbeletsel; overlijden

A

als iemand is overleden kan je niet meer vervolgen

20
Q

vervolgingsbeletsel; klachtdelict

A

er moet een klacht zijn ingesteld om tot vervolging over te gaan

21
Q

Controlebevoegdheden

A

doorzoeken van een woning of het aftappen van een telefoon

22
Q

Voorlopige hechtenis + welke drie vormen

A

bewaring, gevangenhouding en gevangenneming

23
Q

Verdachte criteria

A

redelijk vermoeden van schuld, objectiveerbaar feiten en omstandigheden

24
Q

Hollende kleurling arrest

A

man die aan het rennen was door de straat, werd aangehouden door de politie,

25
Q

Stormsteeg arrest

A

man ging pas rennen toen hij de politie zag, hierdoor een redelijk vermoeden van schuld

26
Q

Rechten van een verdachte

A

zwijgrecht, recht op een raadsman en recht op inzage in de processtukken

27
Q

Plastic-boodschappentasje arrest

A

man staande gehouden, sprak dat de boeken waren gestolen, had een cautie moeten worden medegedeeld

28
Q

Vierlagenmodel

A

-menselijk gedraging
-delictsomschrijving
-wederrechtelijkheid
-verwijtbaarheid

29
Q

poging tot misdrijf

A

misdrijf, voornemen van de dader en begin van uitvoering

30
Q

Cito arrest

A

wel een poging, de dieven stonden al voor de deur, alles mee

31
Q

grenswisselkantoor arrest

A

geen poging, de dieven bleven in de auto zitten

32
Q

Videodozen arrest

A

wel een poging, het beoogde slachtoffer is al aangesproken

33
Q

absoluut ondeugdelijke poging

A

niet strafbaar, misdrijf gaat nooit kunnen slagen door bv een te klein middel om iemand te vermoorden

34
Q

relatief ondeugdelijke poging

A

wel strafbaar, door de omstandigheden niet kunnen voltooien, kluis was bv leeg

35
Q

Voorbereiding

A

misdrijf, voorbereidingsmiddelen, vervolging van 8 jaar of meer en de intentie van de voorbereiding

36
Q

vrijwillige terugtrek

A

je gaat weg uit de situatie, neemt niks mee

37
Q

daders

A

plegers, medeplegers, doen plegen en uitlokken

38
Q

medeplichtigheid

A

behulpzaam bij of tot het misdrijf, verschaffen van spullen voor…

39
Q

Wormerveerse brandstichting arrest

A

twee mensen steken samen de brand aan, een aangever, deelnemingsvorm is medeplegers

40
Q

Melk en water arrest

A

boer pleegt strafbaar feit, knecht verkocht dit maar wist er niks van, straffeloos en boer is doen pleger

41
Q

dubbel opzet

A

opzet op deelnemingsvorm
opzet op het strafbare feit