week 1 Flashcards
biomedische model
een verstoring in het lichaam verstoort de normale functies. De behandeling is gericht op fysieke interventies om de oorzaak te elimineren en het lichaam te herstellen, hierbij spelen gedachten of emoties van de patient geen rol
4 kenmerken van biomedische model
eenrichtingscausaliteit, dualisme, fysiologische benadering, afwezigheid van hierarchie
biopsychosociaal model
een uitgebreide versie van het traditionele model houdt rekening met de leerervaringen en de socioculturele omgeving van de persoon.
systeemtheorie gary schwartz
- dialoog tussen organisme en omgeving, 2. integratie van informatie: interne en externe informatie, 3. aanpassing van lichaamsorganen, 4. interoceptieve informatie. 5 regulatie door externe informatie
belangrijke interacties biopsychosociale model
psychosociale processen, behandeling en omgeving: interacties tussen behandeling, persoon, ziekteverwekker, sociale omgeving en psychosociaal functioneren worden meegenomen in de uitkomst van behandeling , interacties: de ziekteverwekker beinvloedt niet alleen de fysiologie van de persoon, maar ook de immuunrespons van de persoon kan de ziekte veranderen
placebo effecten
-psychologische factoren: verwachtingen en conditioneringen van de patiënt
- socioculturele invloeden: patiënten kunnen geloven dat de pillen die ze nemen hen zullen genezen op basis van eerdere ervaringen en culturele normen
- effectiviteit: placebo-effecten kunnen leiden tot significante verbeteringen, zelfs vergelijkbaar met die van actieve medicijnen
experiment ader met ratten duidt aan dat
geconditioneerde stimuli kunnen immuunfuncties veranderen
coronaire hartziekte
kan leiden tot angina pectoris en hartaanvallen. traditionele behandelingen: bypass-grafts, angioplastieen en medicatie om cholesterol te verlagen. biopsycho model: behandeling houdt ook genetische aanleg (type a persoon), socioculturele factoren en persoonlijke gewoontes in gedachten
- dialoog tussen organisme en omgeving
we ontvangen informatie van de omgeving en reageren hierop
integratie van informatie
de geest/ hersenen integreren informatie van externe en interne bronnen om lichaamsorganen te reguleren
aanpassing van lichaamsorganen
organen passen hun functie aan op basis van de informatie die d hersenen doorsturen om een optimale balans te behouden
interoceptieve informatie
de hersenen gebruiken interne informatie om functies in het lichaam automatisch aan te passen
regulatie door externe informatie
de hersenen gebruiken externe informatie om het lichaam te reguleren
grieken zagen de werkelijkheid als
de fysieke wereld en de wereld van ideeen
Descartes
epistemologie en reductionisme