Week 1 Flashcards
Hoe bekijken we het spijsverteringskanaal?
Endoscopie of camera pil
Wat zijn mogelijke afwijkingen in het maag-darmkanaal?
Slijmvliesafwijkingen en motiliteitafwijkingen
Wat is de functie van de tractus digestivus?
Ingestie, masticatie (kauwen), motiliteit (voortbewegen), secretie (lubriceren met slijm)
Wat is de algemene opbouw van de darmwand?
Mucosa (epitheel, lamina propria, muscularis mucosa), submucosa, muscularis externa, serosa/adventitia
Waarmee is de mondholte bekleed?
Plaveiselcelepitheel
Hoe is de tong opgebouwd?
Plaveiselcelepitheel met papillae voor smaak (fungiformis, circumvallata, foliata) en transport (filiformis)
Lamina propria met zenuwen en sereuze/mucineuze klieren
Spierweefsel voor fragmentatie en transport
Vet-bindweefsel voor inbedding en verankering van spier- en klierweefsel
Hoe zijn tanden opgebouwd?
Glazuur, dentine, cementum en pulpa
Welke speekselklieren hebben we?
Glandula parotis, submandibularis, sublingualis en kleine verspreid over de mond
Welke klieren hebben we en wat maken ze?
Sereuze klieren maken alpha-amylase,
Muceuse klieren maken mucus
Hoe en wanneer verandert het epitheel in de tractus digestivus?
Van plaveiselcelepitheel naar cilindrisch epitheel vanaf de maag
Wat zijn de functies van de maag, dunne en dikke darm?
De maag kneedt het voedsel en start de vertering met maagsap,
De dunne en dikke darm zorgen voor digestie en absorptie,
De dikke darm en het rectum zorgen voor afvoer van reststoffen
Welke stofjes worden aangemaakt in de darmen en door welke cellen?
In de mucosa liggen buisjes, in de buistjes wordt slijm gemaakt ter bescherming van de wand,
Zuur wordt gemaakt door de pariëtale cellen,
Pepsinogeen wordt gemaakt door de hoofdcellen (chief cells),
Er zijn ook nog andere enzymen zoals lipase en hormonen zoals leptine, die gemaakt worden door endocriene cellen
G-/D-cellen maken gastrine die de zuuraanmaak stimuleren
Waardoor wordt gastritis veroorzaakt?
De helicobactoer pylori, het maakt het slijmvlies kapot en creëert een ontsteking = ulcer, op lange termijn wordt er geen zuur meer aangemaakt
Hoe heeft de dunne darm zo’n groot oppervlakte?
Plicae, villi (met crypten) en microvilli op enterocyten
Wat zorgt voor zuur neutralisatie na de darm?
In het duodenum liggen brunnersenesten/brunner glands onder de mucose die het zuur neutraliseren met bicarbonaat en glycoproteïnen