Week 1 Flashcards
Ontwikkeling is sequentieel
Verschillende stadias, 1 afwerken voordat je naar de volgende kan
Ontwikkeling is Undirectioneel
Eerdere verandering is voorwaarde voor de volgende
Biologie domein
Hersenen en genen
Psychologisch domein
Cognitie geheugen emoties
Sociaal domein
Cultuur mensen om je heen
Jong oud
60-80
Relatief gezond
Actief
Oud oud
80-100
Toegnomen risico voor fysieke cognitieve problemen
Variabiliteit
Korte termijn veranderingen die min of meer omkeerbaar zijn. Niet blijvend.
Kan verandering voorspellen
Verandering =
Min of meer blijvend
Cross sectionele designs
Verschillende groepen op hetzelfde moment vergelijken.
Verschil onderzoeken
Voordeel; economisch qua tijd, gemakkelijk kijken naar verschillen en overeenkomsten tussen leeftijdsgroepen
Nadeel; leeftijd verstrengeld met cohorteffecten, geen info over intra persoonlijke ontwikkeling en als je bv zo’n onderzoen uitvoert tijdens de coronatijd zijn de resultaten biet generaliseerbaar.
Longitudinale design
1 persoon voor een lange tijd onderzoeken.
Verandering onderzoeken
Voordeel; intrapersoonlijke verandering, meting van stabiliteit en verandering van variabelen zoals begrip van taal
Nadeel; niet generaliseerbaar naar andere cohorten, leeftijdseffecten verstrengeld met tijd-van meting effecten (bv als je mensen wil testen op stress, als je dit test tijdens tijden van ziekte stressen ze meer, maar niet door de leeftijd), atrrition en test hertest herkenning. Verder veel tijd en geld.
Cohort effecten
Bepaalde kenmerken die heel specifiek zijn voor alleen bepaalde cohorten. bepaalde variabelen die heel relevant zijn voor ontwikkeling maar niet voor leeftijd. Maar aan andere factoren waar iedereen in die geboortecohort aan word blootgesteld. Bv oorlog, corona.
Cohort
Groep mensen geboren binnen hetzelfde tijdsinterval in dezelfde culturele omgevingu
Sequentieel design
Mix van cross sectioneel en longitudinale designs.
Verschillende leeftijdsgroepen worden voor een langere tijd geobserveerd.
Mensen die op verschillende tijden geboren zijn worden meerdere keren getest
Sequentie modellen
Cross sectionele deel; in 2000 mensen van 8 en 6 vergelijken
Longitudinale deel; mensen van 6 in 2000 en 2020 testen.
Belangrijkste; je kunt cohort effecten testen. Groepen 8 jarige testen in 2000 en in 2005, is er een verschil dan kan er een cohort effect zijn.
Onderzoeksmethodes
- Zelfrapportage vs zelfrapportage by proxy (door ouders bv)
- gedragsobservatie (niet altijd mogelijk, omdat sommige gedragingen niet vaak voorkomen of omdat mensen zich anders gaan gedragen)
- gestructureerde observatie (proefpersoon opdracht geven of gedrag uitlokken)
- gestandaardiseerde testen (bv iq scores)
- experimenten (variabelen manipuleren)
Uitdagingen binnen onderzoek
Bij onderzoek naar kinderen of bejaarden;
- receptie of productie spraak
- sensomotorische vaardigheden
- suggestibiliteit
- aandachtsspanning of vermoeidheid
- subjectieve betekenis van concepten
- beperkingen die van invloed zijnol spraak en begrip, bv hoorproblemen
Onderzoek met baby’s
Habituatie/ dishabituatie:
- bij nieuwe stimulus; orienterend respons
- habituatie bij regelmatige blootstelling aan de stimulus (gewenning)
- dishabituatie; verhoogde respons op nieuwe stimulus of gehabitueerde stimulus na verandering
Respons meten baby
- hard zuigen = meer aandacht
- ## hoofd draaien = meer aandacht
Levenslooppsychologie (baltes)
- levenslang
- multidisciplinair
- multidirectioneel
- gains and losses
- plastisch
- ingebed in de geschiedenis
- gecontextualiseerd
Levenslang
Ontwikkeling is een levenslang proces. Wat er tijdens 1 periode gebeurd mort gezien worden over de hele levensloop. Een studie keuze bv komt tot stand in de kindertijd en de gevolgen zijn te zien in de volwassen periode
Multidisciplinair
Ontwikkeling moet multidisciplinair bekeken worden. Alleen psychologie kan geen volledig antwoord geven.
Multidirectioneel
Ontwikkeling gaat niet alleen 1 richting in. Capaciteiten veranderen volgens verschillende patronen
Gain-loss
Groei en achteruitgang, gebeurd vaak tegelijkertijd. Groeien op 1 domein betekent vaak achteruitgang op een ander. Bv examen gedaan in scheikunde, maar nu weet je er weinig meer van.
Plasticiteit
Ontwikkeling veranderd positief en negatief. Het vermogen om te kunnen veranderen
Historische inbeding
Cohorteffecten bv, hoe kan de geschiedenis de ontwikkeling beïnvloeden
Contextuele invloeden op ontwikeling
Invloed van context op ontwikkeling kan heel groot kan zijn. Bv nature nurture.
Normatieve age grated invloeden
Ontwikkeling afhankelijk van leeftijd, bv pubertijd
Normatieve history-grated invloeden
Factoren die voor iedereen gelden maar wel veranderen. Bv onderwijsplicht of gezondheidszorg
Non normatieve factoren
Speciale omstandigheden die niet voor iedereen gelden.
Smalle visie ontwikkeling
Sequentieel
Uni directioneel
End state
Onomkeerbaar
Kwalitatief
Biologische groei
Universeel
Brede visie ontwikkeling
- Niet sequentieel
- Niet altijd een end state
- Zowel kwantitatief als kwalitatief (taal-aantal woorden)
- kan universeel zijn, maar ook verschillen
- nature en nurture
- kan afhankelijk zijn van omstandigheden en is plastisch
Case study
Een diepgaand onderzoek van een individu, met info uit bv observatie. Kan veel info opleveren over de complexiteit en ontwikkeling van een individu en de invloeden daarop. Vooral nuttig bij mensen met zeldzame aandoeningen, wanneer het bv niet mogelijk is om een grote steekproef te vinden.
Correlationele methode
Er word bepaald of twee of meer variabelen een correlatie met elkaar hebben. Je hebt te maken met het directionaliteit probleem; je weet niet welke richting de correlatie heeft.