Week 1 Flashcards

1
Q

Wat is een variabele?

A

Een eigenschap die verschillende waarden heeft voor verschillende individuen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem een voorbeeld van een variabele?

A

Leeftijd of geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt informatie ook wel genoemd?

A

Data

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat bevat een dataset?

A

Bevat informatie over alle participanten en alle variabelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een dataset kan nooit meer observaties dan variabelen bevatten?

A

Onjuist,

Er zijn geen limieten voor het aantal observaties en/of variabelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welke twee soorten kan je variabelen verdelen?

A

Categorische variabelen en Continue variabelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn categorische variabelen?

A

Gemeten in groepen/categorieen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn continue variabelen?

A

Gemeten op een schaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Binnen de categorische variabelen onderscheiden we weer twee niveaus:

A
  1. Nominaal
  2. Ordinaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn nominale variabelen?

A

Een kwalitatieve classificatie zonder orderning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem een voorbeeld van een nominale variabele?

A

Kleuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn ordinale variabelen?

A

Een kwalitatieve classificatie met een logische ordering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem een voorbeeld van een ordinale variabele?

A

Het KNMI weeralarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Binnen de continue variabelen onderscheiden we weer twee niveaus:

A
  1. Interval
  2. Ratio
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn interval variabelen?

A

Deze worden gemeten op een numerieke schaal. Dus interval variabelen zijn continue variabelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem een voorbeeld van interval variabele?

A

Een interval van het aantal meter zeespiegelstijging. Verschillen zijn meetbaar.

17
Q

Wat heeft teen interval variabele niet?

A

Geen absoluut nulpunt, dus er bestaat een waarde onder nul.

18
Q

Wat zijn ratio variabelen?

A

Numerieke schalen en zijn continue.

19
Q

Wat hebben ratio variabelen wel?

A

Een absoluut nulpunt.

20
Q

Noem voorbeelden van ratio variabelen?

A
  1. Lengte
  2. Gewicht
21
Q

Wat is een centrummaat?

A

Een punt met het grootste deel van de data

22
Q

Wat is modus?

A

Een waarde die het meest voorkomt.

23
Q

Bij welke meetniveau gebruik je de modus?

A

Bij categorische data

24
Q

Bij welke meetniveau gebruik je het gemiddeldde?

A

Bij interval- of ratio data

25
n ?
Het aantal waardes
26
μ ?
Gemiddelde bij populatie
27
X met een streepje boven
Gemiddelde bij streekproef
28
Wat is de mediaan?
De middelste waarde
29
Hoe vind je de mediaan?
1. Alle waardes op volgorde klein naar groot 2. Tel hoeveel waardes er totaal zijn 3. Deel het totaal aantal waardes door 2 en rond af naar boven 4. Tel vanaf het begin tot aan het getal uit stap 3 om zo de middelste waarde te vinden.
30
Wat beschrijft de spreiding?
Hoeveel de data waarden van elkaar verschillen.
31
Noem volgende maten van spreiding?
1. Spreidingsbreedte (bereik of range) 2. Interkwartielafstand 3. Variantie. 4. Standaard deviatie.
32
Wat is variantie?
Gemiddelde gekwadrateerde afwijking.
33
Hoe bereken je de variantie?
Door het gemiddelde te nemen van de gekwadrateerde afwijking.
34
Wat is een groot nadeel van de variantie?
Een groot nadeel van de variantie is de interpretatie
35
Wat is standaardeviatie
is de gemiddelde gekwadrateerde afwijking in eenheid van de variabele.
36
Hoe geef je de standaardeviatie weer?
symbool sigma: sigma σ
37
Bij welke meetniveau wordt de standaarddeviatie gebruikt?
Interval/ratio