Week 1 Flashcards
Meerzijdige rechtshandeling
Meerdere partijen willen dat dezelfde rechtshandeling wordt verricht
- Overeenkomst
Publieksrechtelijke handelingen
Het nemen van eenzijdig bindende besluiten
Organieke wetten
Wetten die tot stand zijn gekomen in opdracht van de grondwet
Wat is een eenzijdige binding?
- Meeste besluiten van staats en bestuursrecht
- De gelding van het besluit is niet afhankelijk van instemming van de andere partij
- Overheden binden vaak ook zichzelf of andere overheden
Voorbeeld van meerzijdig besluit van overheden
- Gemeentes die plekken uitwisselen voor asielzoekers
Indicatieve betekenis
Geeft een te verwachte ontwikkeling aan
5 overheidsbesluiten
- Verbindende voorschriften: materiële wetten -> alle inhoudelijke gedragsnormen die er zijn
- Beschikkingen
- Beleidsregels: geven aan op welke wijze een orgaan zijn beleid denkt te voeren en waaraan het beleid gebonden is
- Plannen die een binden effect bezitten: bestemmingsplan
- Vonnissen, arresten, uitspraken van geschilbeslechters (rechters of besturlijke instanties)
Formeel recht
Alle regels die betrekking hebben op de handhaving van dat materiële recht
Materieel recht
Alle inhoudelijke gedragsnormen die er zijn
Publieksrecht
- Rechtsbetrekkingen tussen burgers enerzijds en overheidsinstanties anderzijds
- Geschillen over overheidsinstanties onderling vallen ook onder publiekrecht
Rechtshandelingen
- Handelingen die worden verricht met het oog op een bepaald rechtsgevolg
- De overheid moet hierbij dus een bepaald rechtsgevolg in leven roepen
- Denk aan het nemen van een besluit
Eenzijdig bindende besluiten
Twee soorten rechtshandelingen
Privaatrechtelijke rechtshandelingen: De overheid heeft hierbij een gelijkwaardige relatie tot de burger (tweezijdig). Denk aan het verkopen van grond, aannemen van personeel
Publieksrechtelijke handelingen: (eenzijdig bindende) besluiten door bestuurders aan burgers. De gelding is niet afhankelijk van de instemming van degene tot wie het besluit gericht is
Verticale relatie -> de overheid staat boven de burger in hiërarchie
Eenzijdige bindende besluiten
Die door één partij die bij de overeenkomst is betrokken worden gedaan.
- Kenmerkend voor de overheid, kunnen namelijk nooit door burgers worden gedaan
Waarom zijn bindende overheidsbesluiten nodig?
- Nodig in een georganiseerde samenleving
- Ze beantwoorden een maatschappelijke behoefte
- In elke maatschappij voorzieningen dient te worden getroffen, die de gemeenschap als zodanig aangaan
Wat is het staats- en bestuursrecht?
- omvat formele en materiële rechtsnormen over het handelen van de overheid en de rechtsbetrekkingen van de overheid ten opzichte van de burgers
Materiële gedragsnormen
- inhoudelijke rechtsnormen. Geven de inhoud aan het staats en bestuursrecht. De regels die een bepaald gedrag voorschrijven
Formele rechtsnormen
- Procedure rechtsnormen, die iets voorschrijven over een bepaalde procedure in staats- en bestuursrecht
Staatsrecht
- Besluiten van de hoogste staatsorganen en de organisatorische structuur van deze organen
- Staten generaal, de regering
Bestuursrecht
- Besluiten van organen die zich op specifieke terreinen tot burgers richten, ook de organisatorische structuur van de organen
De Grondwet
- Een wettelijke regeling die volgens een verzwaarde procedure is vastgelegd en daarom van hogere orde is De constitutie is in hoofdzaak erin vervat.
Formele wetgeving
- Wetten die tot stand zijn gekomen met de goedkeuring van een formele wetgever:
- De regering en SG samen
- Alleen als deze instanties erbij zijn betrokken is er sprake van een formele wetgeving
Regering
- Koning en ministers
Theocratische staatsleer
- Vorst is de hoogste instantie (de soeverein)
- Vorst staat boven de wet en kan de wet nooit schenden omdat hij in de naam van God regeert
- In realiteit was de praktijk geheel anders -> feodale stelsel
2 soorten soevereiniteit
- externe: Niet onderworpen zijn van de macht van buiten op eigen grondgebied
- Interne: Het zijn van de grootste macht binnen eigen grondgebied
natuurrecht
- De bevoegdheden van de vorst werden begrensd door uit de natuur vloeiende rechtsbeginselen
Constitutie
- Geheel van regels dat de grondslagen van het staatsbestel bevat. In de GW is de Nederlandse staatsinrichting opgenomen
Hoe kreeg de vorst meer macht (Koningen namen het immers over van de Paus) #bloedbad
- Hij moest niet van andere partijen afhankelijk zijn
- Hij moest bevoegdheden krijgen om nieuw recht te creëren
- Hij moest zich niet met één van de partijen identificeren
Positief recht
- Door de mens gemaakt
Verzetleer
- Tegenhanger van theocratische visie
- De macht wordt aan een vorst gegeven ten goede van zijn onderdanen
- Hoe hij de macht uitoefende werd als een contract met zijn onderdanen vastgelegd
- Voldeed hij niet aan het contract? Onderdanen mochten in verzet komen
Natuurrechtelijke contractsleer
- Verzetstheorie hield geen stand tegen Driot Divin
- Individu is geen onderdeel, maar een vrij en ongebonden persoon
- Een deel van de natuurlijke vrijheden werden afgestaan, zodat de staat het genot van de resterende vrijheden garendeerde
4 eisen klassiek-liberale rechtstaat
- Belangrijkste principe is individuele vrijheid, die door het recht beschermd moet worden. Daarom zijn de volgende eisen ontwikkeld:
1. Legaliteitsbeginsel: beschrijft de relatie tussen het overheidsoptreden en het recht. Wordt begrensd of bevoegd
2. Machtsverdeling
3. grondrechten
4. Rechterlijke controle
Democratie en rechtstaat verschil
- De wil van de meerderheid is beslissend bij democratie
- Rechtstaat: Burgers hebben bepaalde rechten, onafhankelijk van wat de meerderheid wilt
Problemen van de democratische rechtstaat
- De minderheid heeft het nakijken
- Ook aan de meerderheid moeten grenzen worden opgelegd (denk aan Hitler)
- Legaliteitsbeginsel kan een belemmering vormen voor bestrijding van criminaliteit
Problemen van de sociale rechtstaat
- Kost heel veel geld
- De te regelen materie kan door de volksvertegenwoordiging niet meer worden overzien en te sturen
- Is afhankelijk van maatschappelijke steun
Legaliteitsbeginsel uitleg
- Beschrijft de relatie tussen het overheidsoptreden en het recht in begrenzen en bevoegen.
- Overheidsoptreden waardoor burgers gebonden worden moeten berusten op een wettelijke grondslag
2 vormen legaliteitsbeginsel
Positief: De overheid moet handelen binnen de grondslagen van de wet. Mag pas optreden als er een grondslag voor is.
(4:23 Awb opgenomen dat er slechts subsidie kan worden verstrekt wanneer hiervoor een wettelijke
grondslag is)
negatief: Overheid is gebonden aan normen en moeten dus binnen de grenzen van (hoger) recht blijven.
De wet begrenst wat de overheid mag doen. (rechtzekerheid -> de burger weet waar hij of zij aantoe is)
Twee wezenskenmerken voor wetten
- Rechtsgelijkheid
- Rechtszekerheid
De Awb
- Heeft een gelaagde opbouw
- Belangrijk bij het legaliteitsbeginsel
- De Awb codificeert het legaliteitsbeginsel voor veel terreinen van het overheidsoptreden
De Awb geeft antwoord op vier belangrijke hoofdvragen die men kan stellen samen met het legaliteitsbeginsel:
- Welke overheidsinstaties er zijn
- Wat die bevoegdheid inhoudt
- Hoe die bevoegdheid verkregen is of kan worden
- Binnen welke grenzen die bevoegdheden uitgeoefend dienen te worden
Non-identificatiebeginsel (Erg liberaal)
- De overheid moet zich zoveel mogelijk onthouden van identificatie met een bepaald mensbeeld en godsdienst/politieke ideologie
Aanvaardbaarheid
Een meerderheid van volksvertegenwoordigers in de kamer moeten instemmen met de wet