Leerdoelen isbr tot en met week 4 Flashcards
Wat zijn eenzijdige rechtshandelingen?
- Rechtshandeling die door één partij die bij de overeenkomst is betrokken worden gedaan
*Denk aan wetgevende bevoegdheid - De gelding van het besluit is niet afhankelijk van de instemming van de mensen tot wie het besluit gericht is.
Wat zijn meerzijdige rechtshandelingen
- Meerdere partijen willen dat dezelfde rechtshandeling wordt verricht
*Gemeenschappelijke regeling tussen twee gemeentes
Indicatieve betekenis
Geeft een te verwachte ontwikkeling aan, niet bindend
De noodzaak van eenzijdige bindende overheidsbesluiten
- Ze beantwoorden een maatschappelijke behoefte aan dergelijke besluiten
- Ze zijn essentieel in een samenleving omdat: in elke maatschappij moeten voorzieningen worden getroffen, die de gemeenschap als zodanig aangaan
- Denk aan de handhaving van openbare orde, deze voorzieningen kosten geld. Er zijn besluiten omtrent de verwerving van financiële middelen
De 4 typen besluiten
- Algemeen verbindende voorschriften: Besluiten die in beginsel voor een onbepaaldheid van gevallen gelding hebben en toegepast kunnen worden (Materiële wetten)
- Beschikkingen: niet-algemeen besluit. Kan in één bepaald geval een rechtsgevolg tot stand brengen. Toekenning van een vergunning of subsidie
- Beleidsregels: Geven aan op welke wijze een orgaan zijn beleid denkt te voeren en waaraan het beleid gebonden is. Binden alleen het bestuur, niet de burger. Dit is dus GEEN algemeen verbindend voorschrift
- Plannen die een bindend effect bezitten: bestemmigsplan
Rechtsgevolg
Het gevolg dat door het recht aan een handeling wordt gebonden
Waarom is legitimatie nodig?
- Besluiten nemen op een wettelijke basis is belangrijk zodat er geen sprake is van machtsmisbruik en zodat de eenzijdige bindende besluiten door de burgers aanvaard worden
- De gelding van het besluit is niet afhankelijk van de instemming van degene die erbij betrokken zijn, daarom moet een besluit aanvaardbaar zijn
Aanvaardbaarheid van bindende overheidsbesluiten
- Besluiten worden dus genomen door instanties die daardoor bevoegd zijn verklaard
- De besluiten moeten aanvaardbaar zijn voor degenen die door de besluiten worden gebonden
- Aanvaardbaarheid bij ons: Een meerderheid van volksvertegenwoordigers in de kamer moet instemmen, minderheidsopvattingen moeten daarbij worden gerespecteerd
- ## Omdat de opvatting van ‘aanvaardbaarheid’ niet bij iedereen gelijk is kunnen er conflicten ontstaan
De bronnen van het Nederlandse Staats en bestuursrecht
- Jurisprudentie
- Ongeschreven recht
- Europees recht
- Internationaal recht
- Het statuut der Nederlanden
- De Gw
- Organieke wetten -> wetten die tot stand zijn gekomen in opdracht van de Gw
- Awb
- Bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving
De 5 beginselen van een democratische rechtstaat
- Legaliteitsbeginsel
- Grondrechten
- Machtenscheiding
- Democratiebeginsel
- Rechterlijke controle
Wat is een democratische rechtstaat?
Ook de overheid is gebonden door het recht
Legaliteitsbeginsel
- Positief aspect: het overheidshandelen moet zich berusten op een wettelijke grondslag
- Negatief aspect: overheidsoptreden moet binnen een bepaalde bevoegdheid blijven, deze stelt ook beperkingen aan de bevoegdheden
- Vrijheid is de hoofdregel, beperking is de uitzondering
- Aan de wet zijn eisen verbonden
- Inhoud: rechtszekerheid en rechtsgelijkheid
Machtenscheiding
- Bij elke uitoefening van macht is er een controleur om ervoor te zorgen dat er geen machtsmisbruik wordt gemaakt.
Voorkomen concentratie van macht
De scheiding hoeft nu niet meer even strikt te zijn - Het kan ook in samenwerking: Art. 81 Gw (formele wetgever)
- Waarborgt de vrijheid van de burgers
Grondrechten
- Algemene normen
primaat ligt bij het individu die fundamentele rechten en vrijheden heeft (natuurrecht denken) - Beschermt de burger tegen overheidsinmenging
- Evolutie: denk aan sociale, economische en culturele grondrechten
- Hier wordt opeens de overheid verplicht om bepaalde grondrechten te realiseren
- Beperkingen (door formele wetgever) is een uitzondering -> beperkingsclausules)
Democratiebeginsel
- Collectieve aspect -> gedachte dat het volk zichzelf bestuurd
Democratische rechtstaat: ook de overheid is gebonden door het recht - We krijgen eisen in de rechtstaat:
1. procedurele vereisten: - Actief kiesrecht: het recht om te stemmen
- Passief kiesrecht: het recht om verkozen te worden
- Meerderheidsbesluitvorming: de helft plus een neemt een beslissing. Gekwalificeerde meerderheid -> bij een hele belangrijke beslissing neemt 2/3de de beslissing
- Burgelijke/politieke grondrechten: het borgen van bepaalde rechten. Recht op vrijheid van meningsuiting
- Materiële vereisten:
- effectieve participatie
- effectieve toegang tot informatie
- Educatie
- effectief respect voor minderheidsopvattingen
Rechterlijke controle
- Op overheidsoptreden tegen de burgers
- Locke: niemand mag rechter zijn in eigen zaak
- Na de 2de wereldoorlog nam controle op rechtmatigheid publiekrechtelijk handelen toe
- Legaliteitsvereiste en geen strijd met grondrecht
Representatieve democratie
- Hier is een parlementair stelsel; regering moet het vertrouwen krijgen van het verkozen parlement
- Vertrouwensregel
- Ministeriële verantwoordelijkheid
- Rechtstreekse verkiezingen Thorbecke: 1848. Hiervoor werd de kamer gekozen door de provinciale staten, de leden van de PS werden gekozen door adel
- 1917 -> algemeen mannenkiesrecht
- 1919 -> algemeen burgerkiesrecht
Evenredige vertegenwoordiging
- Toebedeling zetels gelijk aan uitgebrachte stemmen
- Hierdoor hebben kleinere partijen ook een kans
- 1/150 van de stemmen is 1 zetel
Lijstenselsel
De kandidatenlijsten staan centraal, de kiezer brengt slechts één stem uit. Op zo’n kandidatenlijst staan meerdere kandidaten met overeenkomstige belangen en ideeën, zoals bij de Tweede Kamerverkiezingen of de Gemeenteraadsverkiezingen.
als de 1e van de lijst genoeg stemmen heeft, gaan de overige stemmen naar de persoon eronder
Personenstelsel
De kandidaatstelling richt zich op individuele personen. De kiezer stemt op meerdere personen (kandidaten) en kan zo zijn ‘ideale’ OR samenstellen.
Partijendemocratie
- Opkomst en rol van partijen = belangrijk
- In Nederland is het vrij mandaat (art 67 Gw)
1. De kamerleden stemmen zonder last
2. Politieke partijen kunnen jou nooit verplichten om iets bepaalds te stemmen in de kamer
3. Je kan dus tegen iets van je partij stemmen, maar nog steeds de zetel behouden
Legitimiteit representatieve democratie onder druk
- De staatscommissie parlementaire stelsel kwam met een eindrapport. Wat zie je daarin:
1. We hebben een complexe maatschappij
2. Ruime regelgevende bevoegdheden voor bestuur
3. Terugtred formele wetgever
4. Particratie
5. Kloof tussen burgers en politiek
Verschil de constitutie en de Gw
- Geheel van regels en grondslagen die het staatsrecht omvat.
- Dit document is belangrijk omdat het (mogelijk) kwaliteitseisen formuleert waar de wetgever zich aan moet houden bij het formuleren van wetten. Het biedt de burgers bescherming tegen wetgeving die hun rechten aantast.
- Gw -> regels die met een verzwaardere procedure worden vastgesteld en daarom van orde is
Twee aspecten van vrijheid
- Individuele vrijheid
- Collectieve zelfbeschikking -> de gedachte dat het volk zichzelf bestuurd
De 3 machten in Nederland
Wetgevende macht: de regering en Staten generaal
Uitvoerde macht: regering, bestuurt het land, vult de naleving van de regels verder in waar de wetgevende macht hiervoor ruimte heeft gelaten.
rechtsprekende macht: rechterlijke macht. Controleert in concrete gevallen de naleving van de regels door burgers en door overheid.
Regering
Koning en ministers
Kabinet
Ministers en staatsseceretarisen
Waarom is er in Nederland geen absolute scheiding van machten?
Zie bijvoorbeeld de betrokkenheid van de regering in zowel het wetgevingsproces (wetgevende macht) als de uitvoering van deze wetten (uitvoerende macht)
Bijzondere band grondrechten en legatimiteit
- De meeste grondrechten kunnen door de staat in algemeen belang worden beperkt, maar alleen wanneer daarvoor een wettelijke grondslag bestaat
- Grondrechten kunnen slechts worden beperkt wanneer de betreffend grondwetartikel dat uitdrukkelijk toestaat in de vorm van een beperkingsclausule
Twee typen grondrechten
- Klassiek: beschermt de burger tegen ongeoorloofd overheidsoptreden door de burgers bepaalde rechten voor te schrijven.
- Sociaal: Hebben gelijke kansen als hoofddoel. Roepen de overheid op om bepaalde minimum levensvoorwaarde te bevorderen en te waarborgen. Ze vergen van de overheid juist een handeling (actief). Voorbeelden zijn het recht op onderwijs en het recht op huisvesting.
- Niet af te dwingen bij de rechter
Ges: democratische rechtstaat
Het duurde sinds de restauratie van 1813/1814 meer dan een eeuw voordat de representatieve democratie gekozen werd op basis van algemene directe verkiezingen.
Dat komt door twee zaken:
1. De politieke strijd in het begin was meer gericht op het terugdringen van de rol van de koning en het brengen van de regeringsmacht onder de controle van het parlement. Om dit te realiseren, werden daarom twee regels ingevoerd:
- De politieke ministeriële verantwoordelijkheid (1848);
- De vertrouwensregel (1868).
2. Men had ervaring met de Franse Revolutie (1789), waarin volkssoevereiniteit ontaardde in een bloederige nachtmerrie. Hierdoor overheerste lang de opvatting dat de ongeletterde meerderheid van het volk niet in staat was tot verstandig regeren
- Door deze twee zaken/ontwikkelingen kwam pas in 1917 een algemeen mannenkiesrecht tot stand. In 1919 kwam ook algemeen kiesrecht voor vrouwen. De democratische rechtsstaat was toen pas een feit.
Ges: sociale rechtstaat
- De klassiek-liberale rechtsstaat beschermt alleen de competitie van gelijkwaardige vrije individuen
- Ziet over het hoofd dat voor velen deze competitie gezien de grote verschillen in uitgangspositie niet vrij is en geen gelijke kansen biedt
- Daarom gaat de overheid zich in toenemende mate in de sociaaldemocratische sfeer mengen door beschermende, stimulerende en herverdelende maatregelen
- Vooral na de Tweede Wereldoorlog bloeit de zogenaamde verzorgingsstaat op: een staat die poogt op allerlei terreinen de voorwaarden te scheppen voor ontplooiing van de mens.
- Deze staat dient actief de omstandigheden te scheppen die het de burger daadwerkelijk mogelijk maken aan zijn leven gestalte te geven. Deze taak is onder meer vervat in de sociale grondrechten
Wat betekent rechtshandeling
- Besluiten die eenzijdig bindend worden opgelegd. Met als doel een rechtsgevolg
- Rechtsgevolg: Het gevolg dat door het recht aan een handeling wordt verbonden
De drie soorten rechtshandelingen
- Feitelijke rechtshandelingen:
- het daadwerkelijk handelen. Door de overheid het opbrengen van een weg, geld overmaken van DUO. Hierbij treed een rechtsgevolg op, ongeacht of dat bedoeld was of niet - Publieksrechtelijke rechtshandelingen:
- Het nemen van (eenzijdig bindende) besluiten (denk aan vergunningen, kenmerk voor de overheid)
- Regelgevend
- Sommige publiekrechtelijke rechtshandelingen zijn tweezijdig
* Bijvoorbeeld een gemeenschappelijke regeling tussen gemeente: op het gebied van jeugdzorg of het sluiten van een verdrag - Privaatrechtelijk rechtshandelingen:
- De meeste zijn tweezijdig
- Horizontale verdeling, een gelijke machtsverhouding
Machtsverdeling volgens het model van Montesquieu
- Gaat om de verdeling van de totale macht van de staat
- Omschreef de macht in de trias politica
- Het model kan worden gezien als reactie op het destijds opkomende vorstenabsolutisme: één vorst met veel macht.
- Het feodale stelsel was op machtsverdeling gebaseerd
Opkomst van vorstenabsulatisme in de 16de eeuw was hierbij een breuk - In dit model zijn alle genoemde machten gelijkwaardig, in de zin dat geen van de machten belangrijker is dan een andere
- De machten behoorden STRIKT gescheiden te zijn
Machtsverdeling naar hedendaagse betekenis
- Nu gaat het niet om een strikte scheiding van organen & uitoefening van hun functies
- Machtsverdeling houdt nu in dat de Staten-Generaal, Regering en rechterlijke macht zijn belast met bepaalde zaken, die zij deels zelfstandig en deels in samenwerking met elkaar uitoefenen
- Rechterlijke macht: bestuursorgaan. Bestaat uit: Hoge Raad, gerechtshoven en rechtbanken
- Art. 112 Gw maakt mogelijk dat andere gerechten kunnen worden ondergebracht bij de organen complex
- Onafhankelijk: de regering kan rechters niet wijzen op hoe zij moeten beslissen in zaken
- Leden worden wel benoemd door de regering
- Rechter is gebonden aan formele en lagere wetgeving: rechters moeten volgens de wet rechtspreken
- Heeft een controlerende taak ten opzichte van de regering en andere bestuurlijke organen
- Toets of hun besluiten voldoen aan het legaliteitsvereiste
Ons stelsel
Wij hebben een parlementair stelsel: wij verkiezen alleen het parlement, niet rechtstreeks de minister-president
Hier gaat het tussen de verhouding tussen de wetgevende macht en de uitvoerende macht
- Verkiezingen voor de Tweede kamer -> regering is verantwoording schuldig aan de tweede kamer door ministeriële verantwoordelijkheid (art. 42, 2e lid Gw)
- Vertrouwensregel als sanctie: Wanneer de Tweede kamer geen vertrouwen meer heeft moet de regering aftreden (ongeschreven regel, je gaat hem niet vinden in de Gw)
- De Rechterlijke macht controleer toepassing van wetten en regelgeving
Wat is Checks & balances
- Trias politica
- In een bestuurs zijn er bestuursorganen. Dit is een systeem waarbij overheidsbevoegdheden over verschillende organen worden verspreid en ieder orgaan bij de uitoefening van zijn bevoegdheden verantwoording aan een ander orgaan is verschuldigd
Wat is Checks & balances
- Trias politica
- In een bestuurs zijn er bestuursorganen. Dit is een systeem waarbij overheidsbevoegdheden over verschillende organen worden verspreid en ieder orgaan bij de uitoefening van zijn bevoegdheden verantwoording aan een ander orgaan is verschuldigd
Is Nederland een centrale of decentrale eenheidsstaat
- Nederland kent een gedecentraliseerde eenheidsstaat
- De deling van bevoegdheden tussen lagere en hogere organen
De 6 bevoegdheden van de SG
- Iniatief 82. Gw
- Enquete 70 Gw
- Amendement
- Inlichtingenrecht 68 Gw
- Regering moet zich kunnen verantwoorden tegen de SG: ministeriële verantwoordelijkheid (Art. 42, tweede lid, GW) helpt hierbij
- Petitierecht art. 5 Gw
De staten Generaal
- Eerste en Tweede kamer
- De staten generaal hebben weinig zelfstandige besluitende bevoegdheden
Zelfstandige besluiten zijn gericht op intern functioneren (benoeming van voorzitters - Parlement is nu de volksvertegenwoordiger
- De Tweede Kamer wordt direct democratisch gekozen, door middel van landelijke verkiezingen
- De Eerste Kamer wordt indirect democratisch gekozen. De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van de provinciale staten (getrapte verkiezing)
- Leden van de provinciale staten worden op hun beurt wel weer direct democratisch gekozen, door middel van verkiezingen
- Institutioneel: hebben taken en bevoegdheden van beide organen
- Verlangen van de kamer: beide kamers kunnen zich als afzonderlijk onderdeel van de Staten Generaal opstellen en een motie aannemen. De regering moet dan een positie kiezen
- Sommige fracties hebben een binding met de regering, andere juist niet
Horizontale machtsverdeling
- Machtsverdeling waarbij bepaalde organen (die niet ondergeschikt zijn aan elkaar) elkaar nodig hebben voor het uitoefenen van bepaalde bevoegdheden
- Er is is sprake van onderlinge afhankelijkheid en onderlinge controle
- Resulteer in checks and balances
1. Voor bepaalde bevoegdheden van de regering heeft de regering instemming nodig van de Staten-Generaal. Het vereiste van instemming geeft blijk van checks and balances
Verticale machtsverdeling
- De macht in Nederland is verticaal opgedeeld, in lagere en hogere overheden
- Heeft te maken met het verdelen van bevoegdheden tussen enerzijds hogere en anderzijds lagere overheden. Deze verdeling houdt ook nauw verband met het onderscheid tussen overheid in centraal en decentraal niveau
- Vloeit voort uit de gedachte dat macht niet te veel op één plek geconcentreerd moet worden
- De gemeenteraad (samen met het college van B&W) heeft de bevoegdheid om plaatselijk, in de gemeente, regels op te stellen.
Je moet het zo zien dat de centrale overheid de bevoegdheid om regels op te stellen voor dat kleine stukje Nederland heeft overgedragen aan een lagere overheid. Op deze manier is de macht verticaal verdeeld
De decentrale en centrale overheid
Decentraal: Een bepaald orgaan heeft een stukje Nederland als geografisch functioneringsgebied
Centraal: Een bepaald orgaan heeft heel Nederland als geografisch functioneringsgebied
1. De Staten-Generaal en de regering tezamen kunnen regels opstellen die gelden in heel Nederland
Inrichting centrale overheid
- De staat: kan als geheel worden opgedeeld in openbare lichamen
- Openbare lichamen: omhulsels waarin je bepaalde organen kan omscheiden
- De centrale overheid: openbaar lichaam van de staat
- Hierin zitten dan weer:
1. Regering
2. Staten-Generaal
3. Minister president
In welk artikel kan je zien of een lichaam rechtspersoonlijkheid bezit?
Art. 2:1 lid 1 Bw.
In bijzondere wetten kan ook aan andere openbare lichamen rechtspersoonlijkheid worden toegekend
Welke 4 openbare lichamen hebben we
- De staat
- De provincie
- De gemeente
- Waterschappen
De regering
Dagelijks bestuur van de staat (koning en ministers
- De regering houdt zich bezig met de uitvoering van de opgestelde regels
- De ministers zijn op hun beurt weer ieder verantwoordelijk voor een specifiek ministerie
- Hieraan zijn weer bevoegdheden verbonden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van die taak
- Aan het hoofd: minister-president
Decentrale overheid
- De burgers kiezen, democratisch, een volksvertegenwoordiging: de gemeenteraad respectievelijk de Provinciale Staten
- Deze twee organen zijn, net als de Staten-Generaal, nauw betrokken bij het opstellen van regels en controleren ze het bestuur
Indeling gemeente:
Volksvertegenwoordiging: de gemeenteraad
Dagelijks bestuur: College van B&W
2. Bezig met de uitvoering van de regels op decentraal niveau
Hoofd: Burgermeester
3. De burgemeester heeft weer specifieke bevoegdheden ten behoeve van de openbare orde (art. 172 Gemw.)
- We zien dat in situaties waarin snel een beslissing moet worden genomen (bijvoorbeeld bij rellen) de burgemeester hier bevoegdheden voor heeft
Wat is een openbaar lichaam?
Openbare lichamen staan in relatie tot een bepaalde publieke gemeenschap en hebben een zekere democratische legitimatie; hun besturen worden via een democratische weg samengesteld (H 7 Gw)
Indeling provincie
- De provinciale staten: volksvertegenwoordiging (wetgever)
- Gedeputeerde staten: dagelijks bestuur, uitvoering besluiten PS
- Commissaris v.d koning: Hoofd. (ook zelfstandig orgaan, net als burgemeester)
- vertegenwoordigt PS, maar is geen lid zelf
Indeling provincie
- De provinciale staten: volksvertegenwoordiging
- Gedeputeerde staten: dagelijks bestuur
- Commissaris v.d koning:
Comissies
- Volksvertegenwoordiging van provincie en gemeente zijn in staat om comissies in te stellen
1. Adviescommissies, voorbereidingscommissies, of commissies met gedelegeerde bestuursbevoegdheden - Met deze commissies kunnen bevoegdheden van Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten, College van B&W en gemeenteraad worden gedelegeerd
Wat is dualiteit?
Leden van het bestuur mogen geen lid zijn van commissies en andersom
- Uitzondering: bezwaarcommissies, klachtencommissies
- Het is wel toegestaan om deskundigen in de commissies te plaatsen, wat dus wel deskundigheid en meer ‘onafhankelijk personeel’ geeft, maar niet erg democratisch is
Waterschappen
- De taken van waterschappen waren afhankelijk van hun territorium
- Sinds 1992 is en een nieuwe Waterschapswet
1. Bevoegdheden om waterschappen in te stellen en op te heffen liggen bij de Provinciale Staten
2. Ook waterschappen bestaan uit een dagelijks bestuur en een ‘parlement’ (algemeen bestuur)
3. Dit parlement bestaat uit ingezetenen, bedrijven, grondeigenaren en natuurbeheerders.
4. Alleen de ingezetenen worden gekozen. Is dat wel democratisch genoeg? - Men beantwoordt deze vraag door te stellen dat het parlement van waterschappen geen algemeen vertegenwoordigend orgaan is
- Opkomst van verkiezingen niet erg hoog (in hoeverre democratisch?)
- Het dagelijkse bestuur wordt samengesteld door het algemene bestuur (parlement) en de voorzitter van het dagelijkse bestuur wordt bij koninklijk besluit benoemd
Kent de Waterschappen een lijstenstelsel of een personenstelsel?
Sinds 2007 een lijstenstelsel. Bijna niemand kent mensen uit het parlement van waterschappen en dus heeft het niet veel zin om personen als individu te kiezen
Overige openbare lichamen
- De overheid kan ook nog andere openbare lichamen oprichten (134 Gw)
Dit wordt eigenlijk alleen gedaan bij grote projecten, zoals drooglegging van de Zuiderzee en andere inpoldering - Art 134 Gw -> maakt het mogelijk om openbare lichamen voor beroep en bedrijven in te stellen
- Vroeger vaak gegoten in de openbare lichamen PBO (publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties)
Wat zijn PBO’s
Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie
- Ze mochten alleen opkomen voor specefieke taken op sociaal-economisch terrein binnen hun vakgebied
- Per 1 januari 2015 zijn alle product- en bedrijfschappen opgeheven en hun taken naar de centrale overheid overgebracht
SER
Sociaal economische raad. Publiekrechtelijke bedrijforganisatie die nog wel bestaat
- De taak van de SER is om toezicht te houden, straffen uit te delen en advies te geven aan de regering omtrent sociaaleconomische onderwerpen
Beroepsorganisaties
- Nederlandse Orde van Advocaten
- Vooral opgericht om controle uit te kunnen oefenen op de eigen beroepssector
Ambt
- In sbr zijn sommige organen er altijd
- Er is altijd een college van B&W; in elke gemeente
- Het college van B&W is echter geen mechanisch figuur, want het wordt opgevuld door mensen van vlees en bloed: de wethouders en de burgemeester
- Het eeuwig bestaande figuur noemen we het ambt. Het is er voor onbepaalde tijd, ongeacht wie dit ambt gaat vervullen
Ambtsdragers
- De mensen door wie het ambt wordt vervuld zijn de ambtsdragers
- De ambtsdragers wisselen afhankelijk van hoe lang de termijn is voor een bepaald ambt
- De ambtsdrager hoeft een besluit (namens het ambt) niet alleen te nemen
Hij wordt echter ook geholpen door ambtenaren.
Waarom kan een ambtsdrager zich niet ontrekken aan genomen besluiten van een voorganger?
- Bevoegdheden komen aan een ambt toe
Materiele en formele betekenis ambtenaar
Formeel: een persoon die is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn
Materieel: ambtenaren zijn diegenen, werkzaam in de openbare dienst, die hun werk in ondergeschiktheid aan een of meer ambten verrichten.
Art. 1 ambtenarenwet
- Ambtenaar in de zin van deze wet is degene, die is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn
- De ambtenaren worden geacht in hoge mate van zelfstandigheid te kunnen werken ten opzichte van het ambt
Bestuursorgaan en rechtspersonen
- Rechtspersonen kunnen rechtshandelingen (koopovereenkomst) verrichten, alleen bestuursorganen kunnen besluiten nemen
- ## Een burger kan alleen rechtsbescherming bij de bestuursrechter zoeken tegen besluiten van bestuursorganen
Voornaamste taken van de regering
- Het recht om wetsvoorstellen in te dienen bij de Tweede Kamer (art. 82 lid 1 Gw)
- de bevoegdheid tot het sluiten van verdragen (art. 90 Gw)
- de bevoegdheid om Algemene maatregelen van Bestuur uit te vaardigen
- het opstellen en wijzigen van de staatsbegroting
- De regering heeft ook een uitvoerende taak ten aanzien van aangenomen wetgeving
- Ministerraad besluit over het algemeen beleid van de regering
- Novelle. De Regering kan op aandringen van de Eerste kamer wijzigingen aanbrengen in het wetsvoorstel