Week 1 Flashcards

1
Q

psychometrist

A

iemand die binnen de psychologie of het onderwijs testen ontwikkelt en evalueert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

test

A

gestandaardiseerde procedure voor het inventariseren van gedrag en het beschrijven hiervan dmv categorieen of scores

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gestandaardiseerd

A

de procedures oor het afnemen ervan zijn gelijk binnen verschillende settings

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gestandaardiseerde steekproef

A

steekproef die representatief moet zijn voor de populatie waar de test voor bedoeld is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

norm-referenced

A

score van elke deelnemer wordt geinterpreteerd in vergelijking met een relevante gestandaardiseerde steekproef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

criterion-referenced

A

doel om vast te stellen waar een deelnemer staat met betrekking tot duidelijke gedefinieerde criteria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

assessment

A

gehele proces van het verzamelen van informatie over een persoon, op basis waarvan iets gezegd kan worden over eigenschappen en gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tests

A

1 bron van informatie voor een geheel assessment proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

soorten testen

A
  1. intelligentietesten
  2. bekwaamheidstesten
  3. prestatietesten
  4. creativiteitstesten
  5. persoonlijkheidstesten
  6. interesse-inventarissen
  7. gedragsmatige procedures
  8. neuropsychologische testen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

divergent denken

A

verschillende oplossingen zoeken voor een complex probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

classificatie

A

toewijzen van personen aan bepaalde categorieen; plaatsing, screening, certificatie & selectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

diagnose

A

vaststellen van de aard en oorzaak van abnormaal gedrag en het classificeren van het gedrag binnen een geaccepteerd diagnostisch systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zelfkennis

A

verkrijgen van meet inzicht in jezelf door middel van een test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

evaluatie van educatieve of sociale programma’s

A

evalueren van het succes van bepaalde programma’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

onderzoek

A

testen van hypothesen door middel van tests

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

testangst

A

alle gedragsmatige reacties die meekomen met zorgen over mogelijke falen van een test

17
Q

informed consent

A

alle deelnemers worden van te voren ingelicht over het onderzoek en verlenen daarvoor hun toestemming

18
Q

zorgstandaard

A

welke methode of test op dat moment het meest gebruikt wordt en het meeste geaccepteerd is

19
Q

Lake Wobegon effect

A

meer dan 50% van schoolleerlingen scoort bovengemiddeld doordat de leraren leerlingen helpen te coachen op toets antwoorden, antwoordformulieren veranderen of meer tijd geven voor toetsen

20
Q

Fysiognomie

A

het idee dat we het karakter van mensen kunnen aflezen aan hun uiterlijk, met name het gezicht.

21
Q

frenologie

A

lezen van knobbels of het hoofd

22
Q

Psychograaf

A

machine om de knobbels te lezen

23
Q

mentale leeftijd

A

welke score iemand van een bepaalde leeftijd zou moeten hebben

24
Q

Army Alpha

A

8 verbale testen voor gemiddelde en hoog-functioneren rekruten

25
Q

Army beta

A

non-verbaal en bedoeld voor gebruik bij ongeletterden en rekruten met een andere moedertaal dan engels

26
Q

Personal data sheet

A

om rekruten te testen op ontvankelijkheid voor psychoneurose