WB 1 t/m 4 Flashcards

1
Q

Uit welke 2 perioden bestaat het Kwartair?

A

Holoceen en Pleistoceen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 4 glacialen in het Pleistoceen

A

Weichselien, Eemien, Saalien, Pré-glaciaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Erosie

A

Afschuren van landschap door ijs, water of wind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sedimentatie?

A

Afzetting van materialen (bijv. stenen, zand, klein) door ijs (gletsjers), water (rivieren/zee) of wind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Laatste ijstijd Nederland?

A

Weichselien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer Weichsalien?

A

117000 jaar geleden tot 11700 jaar geleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijf de Weichselien in NL?

A

Poolklimaat
Zeespiegel 120m lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Periglaciale afzettingen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom zeespiegel 120m lager 8n Weichselien?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dekzandgebieden?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk sediment door de wind in Limburg

A

Löss

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Castellum?

A

Wachtpost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Castrum?

A

Legerplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke huidige landen hoorden 2000 jaar geleden tot het Romeinse rijk?

A

Italie
Duitsland
Nederland’
Frankrijk
Spanje
Portugal
Corsica
Griekenland
Engeland
Belgie
Zwitserland’
Turkije
Luxemburg
Monaco
Roemenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Van welk natuurkundig principe maakten de Romeinen gebruik om het water naar een stad te krijgen?

A

Zwaartekracht: water stroomt van boven naar onder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waterleidingtrace Nijmegen

A

https://youtu.be/21OIMGFLQTQ

17
Q

Welke factoren hebben bijgedragen aan de ondergang van het West-Romeinse rijk?

A
18
Q

Wanneer werd de laatste Romeinse keizer onttroond? Dat markeerde het einde van het Oost-Romeinse rijk

A

In 476 (Romulus Augustulus)

19
Q

Wat was de noordgrens van het Romeinse rijk?

A

Rivieren Rijn en Donau

20
Q

Wie verdedigden de grenzen langs de Limes?

A

Germaanse stammen, die hielpen met de verdedinging van grenzen in ruil voor grond binnen het rijk

21
Q

Hoe droegen de Franken bij aan de ondergang van het Romeinse rijk?

A

Romeinen hadden een verbond met de Franken (verdediging grenzen). De Franken stichten een Frankrisch rijk binnen het Romeinse rijk (mocht eigenlijk niet). Zou uitgroeien tot tegenwoordige Zuid-Nederland, Belgie, Noord-Frankrijk

22
Q

Wie was de bekendste leider van de Franken?

A

Karel de Grote (werd keizer in 800)

23
Q

Hoe dragen de Visigoten bij aan de ondergang van het Romeinse rijk?

A

De stam wordt opgejaagd door de Hunnen. Zoeken bescherming bij de Romeinen. Sluiten bondgenootschap. Visigoten komen uiteindelijk in opstand omdat ze vinden dat ze minderwaardig worden behandeld en teveel belasting moeten betalen

24
Q

Hoe dragen de Hunnen bij aan de ondergang van het Romeinse rijk?

A

Onder aanvoering van Attila de Hun dringen ze rovend en plunderend het Romeinse rijk binnen.

25
Q

Hoe heeft klimaatverandering bijgedragen aan de val van het Romeinse rijk?

A

Door de klimaatverandering brachten oogsten minder op en kwam de watervoorziening in gevaar.

26
Q

Hoe heeft klimaatverandering bijgedragen aan de val van het Romeinse rijk?

A

Door de klimaatverandering brachten oogsten minder op en kwam de watervoorziening in gevaar.

27
Q

Hoe kan een vulkaanuitbarsting een kleine ijstijd kan veroorzaken?

A

Door vulkaanuitbarsting (eruptie) veel vulkanisch material in de stratosfeer (10km hoogte boven de evenaar). Aswolk blokkeert zonlicht > aarde warmt minder snel op

28
Q

Wat en wanneer was de laatantieke kleine ijstijd?

A

Periode 450 tot 700. Uitbarsting van een vulkaan rond 530 speelde een rol. Periode 536-545 koudste periode van de kleine ijstijd. Voedselvoorziening kwam in gevaar (slecht oogsten olijfbomen, graan, wijn, boomgaarden)