warmtehoeveelheid + smelten en stollen Flashcards
1
Q
faseovergang vast vloeibaar
A
smelten
2
Q
faseovergang vloeibaar vast
A
stollen
3
Q
faseovergang vast gasvormig
A
sublimeren
4
Q
faseovergang gasvormig vast
A
desublimeren
5
Q
faseovergang vloeibaar gasvormig
A
verdampen
6
Q
faseovergang gasvormig vloeibaar
A
condenseren
7
Q
formule soortelijke smeltingswarmte
A
ls = Q/m
8
Q
grafiek smelten
A
9
Q
grafiek stollen
A
10
Q
wat is het volume en de dichtheid van water en ijs tov van elkaar (vloeistof en vast)
A
Vvast > Vvloeibaar
ρvast < ρvloeibaar
11
Q
wat is het volume en de dichtheid van andere stoffen tov van elkaar (vloeistof en vast)
A
Vvast < Vvloeibaar
ρvast > ρvloeibaar
12
Q
als je ijs en paraffine onder druk zet, wat krijg je dan
A
bij ijs wordt dat water dus van vast vloeibaar
bij paraffine wordt dat vast dus van vloeibaar naar vast
13
Q
teken de smeltlijn van ijs/ water
A
