Vragenuurtje week 3 Flashcards
De concentratie van welk van onderstaande hormonen daalt als de calciumconcentratie in het bloed stijgt? (ze gaat de vraag checken)
a) 25-hydroxyfitamine D (eigenlijk: 1-25)
b) Calcitonine
c) FGF23
d) Parathyreoïd hormoon
d) Parathyreoïd hormoon
Een 23-jarige patient heeft klachten van spierzwakte. Hij kan bijna niet meer de trop op lopen en dat doet ook veel pijn .Bij welke afwijking van elektrolyten in het bloed passen deze kalchten het beste?
a) Te laag calcium
b) Te hoog calcium
c) Te laag fosfaat
d) Te hoog fosfaat
c) Te laag fosfaat
Van te laag calcium krijg je krampen, van te hoog calcium krijg je bospijn.
Een 20-jarige patiënte is klein van postuur vergeleken met haar vader en moeder en heeft bij een val van het skateboard een heup gebroken. Van welk van onderstaand hormonen heeft deze patiënte het meest waarschijnlijk een tekort?
a) Actief vitamine D
b) Cortisol
c) Groeihormoon
d) Parathyreoïd hormoon
c) Groeihormoon
Welke cel is primair verantwoordelijk voor botafbraak?
Osteoclasten
Via welk mechanisme beinvloedt oestradiol de kwaliteit van het bot?
a) Oestradiol stimuleert de apoptose van osteo blasten
b) Oestradiol remt sclerostin
c) Oestradiol stimuleert de apoptose van osteocyten
d) Oestradiol remt de apoptose van osteooclasten
b) Oestradiol remt sclerostin
Je wordt gebeld door een HA die testosteron wil gaan starten bij een transman. Hij vraagt of dit kwaad kan voor de botten. Geef aan wat je
a) Korte termijn lichte afname botdichtheid
b) Op de lange termijn wordt gezien dat de botdichtheid daalt
c) Het fractuur risico is lager dan wanneer dit vergeleken wordt met mennen en vrouwen uit de algehele populatie
d) Alle antwoorden zijn goed
c) Het fractuur risico is lager dan wanneer dit vergeleken wordt met mennen en vrouwen uit de algehele populatie
Wat is de eerste keus-therapie bij patien >50 jaar met een ernstige wervelfractuur en ostoporose?
a) Orale bisfosfonaat met calciumsuppletie en vit D
b) Leefsijl, claciumsuppletie en vit-D suppletie en DEXA na 2j herhalen
c) Parenterale bisfosfonaat met calciumsuppletie en vit D-suppletie
d) Anabole therapie met calcium suppletie en vit-D suppletie
d) Anabole therapie met calcium suppletie en vit-D suppletie
Welk mineraal wordt voor meer dan 90% in de botmatrix opgeslagen?
a) Calcium
b) Zink
c) Magnesium
d) Mangaan
a) Calcium
Een bot biopsie wordt afgenomen na een vast schema tetracycline toediening bij de patiënt . wat zie je in de coupes
a) Fluorescerende lijnen daar waar bot afbraak is
b) Fluorescerende lijnen daar waar bot mineralisatie plaatsvind
c) Rode lijnen, daar waar botaanmaak is
d) Groene lijnen
b) Fluorescerende lijnen daar waar bot mineralisatie plaatsvind
De uitslag van botbiopt: transiliacaal biopt met proeuze cortices met daartussen veel trabeculair bot. De botbalkejs zijn dik maar bevatten veel dikke osteoidzomen. Er zijn enkele fraaie osteoclasen die mooi rood aankleuren met de TRAP kleuring. De tetracycline labeling is diffuus
a) Oestoporose met lage turnover
b) Oestoporose met hoge tunrover
c) Oestosclerose met hoge turnover
d) Oestomalacie
d) Oestomalacie
veel dikke osteoidzomen (geen mineralisatie -> oestomalacie )
De tetracycline labeling is diffuus = de aanmaak is niet goed
Patient vrouw 82j heeft al geruime tijd diverse wervel fracturen en lage BMD waarvoor zij inmiddels 12 jaar bisfosfonaten krijgt. Er wordt een botbiopt genomen. Wat verwacht je te zien?
a) Veel oestoclasten maar geen osteoid
b) Weinig oestoclasten maar veel oestoblasten
c) Weinig osteoclasten en veel tetracycline labels
d) Weinig oestoclasten en weinig oestoblasten
d) Weinig oestoclasten en weinig oestoblasten -> verhouding net beter -> na 12j ligt het bot ‘stil’
Voor het bepalen van de diagnose primaire of secondundaire osteoporose is het volgende onderzoek noodzakelijk:
a) DEXA scan
b) DEXA scan met VFA
c) DEXA scan met VFA en laboratorium onderzoek
d) DEXA scan met VFA, laboratoriumonderzoek en uitvragen van klinische risicofactoren
d) DEXA scan met VFA, laboratoriumonderzoek en uitvragen van klinische risicofactoren
Welke stelling is juist
1) Toename van valincidenten onder ouderen verklaart toename aan wervelfracturen
2) Wervelfracturen verlopen in twee derde van de gevallen zonder klachten die leiden tot doktersbezoek
a) Stelling 1 is juist
b) Stelling 2 is juist
c) Beide stellingen zijn juist
d) Beide stellingen zijn onjuist
b) Stelling 2 is juist
Er is een verschil in botgeometrie tussen mannen en vrouwen. Wat geberud er met de botgeometrie involwassenen transgender personen tijdens de hoormoonbehandeling?
a) De periosteale breedte wordt kleiner in transmannen
b) De periosteale breedte wordt groter in transvrouwen
c) De endosteale diameter verandert niet in transvrouwen
d) De endosteale diameter wordt groter in tranmannen
c) De endosteale diameter verandert niet in transvrouwen
De klinische classificatie die gebruikt wordt om patienten met OI in te delen met de Sillence classificatie. Uit hoeveel types OI bestaat deze Sillence classificatie?
a) 2
b) 3
c) 4
d) 6
c) 4 (eigenlijk 5, was vroeger 4)