Vragen uit document: examenvragen 2e zit 2015-2016 Flashcards
- Op deze biggenfoto ziet u:
a)
b)
c)
d)
d)
e)
- Op deze biggenfoto ziet u:
a) Ptyriasis rosea
Aangeboren, ontwikkelt meestal na spenen wnr een paar weken oud
gaat over na een tijd
b) Contactdermatitis
Gelokaliseerd, vesikels, papulae, korsten, meestal met jeuk
type IV overgevoeligheid destructief
c) Staphylococcus hyicus
Roetbiggen, secundaire infectie
folliculitis, furunculosis, lymfangitis, abcessen
d) Urticaria
immuungemedieerd, type I of type III, ronde oedemateuze verhevenheden
e) Erythema multiforme
“urticaria die niet weggaan” lang aanw
f) Dermatofytose
kleine plekjes met haarverlies
Bij een te hoog ACTH denkt u differentiaal diagnostisch aan:
a) Pheochromocytoma
b) Hyperplasie pars intermedia
c) Bijnierschorstumor
d) …
- Bij een te hoog ACTH denkt u differentiaal diagnostisch aan:
a) Pheochromocytoma
= functionele bijniermergtumor
merg verantwoordelijk voor catecholamines zou verwachten zeker geen stijging van ACTH
b) xxxxxx Hyperplasie pars intermedia xxxxxxxx
belangrijkste oorzaak Cushing paard
geeft stijging ACTH en minder ADH en oxytocine
c) Bijnierschorstumor
cortex verantwoordelijk voor mineralocorticoiden, glucocorticoiden en androgenen
zou verwachten dat ACTH daalt door neg feedback
d) …
- Te hoog cortisol, normaal ACTH, te hoog glucose, te hoog insuline u vermoedt:
a) Cushing
b) Metabool syndroom ?
c) Insulinoma
d) …
- Te hoog cortisol, normaal ACTH, te hoog glucose, te hoog insuline u vermoedt:
a) Cushing
bij paard Cushing 99% door adenoma in hypofyse pars intermedia
dus dan zou ACTH ook hoog zijn
b) xxxxxx Metabool syndroom ?xxxxxxxxx
insuline resistentie, hypertriglyceridemia
stijging insuline gehalte, normaal tot hoog glucose gehalte
cortisol: ? niets over gevonden
c) Insulinoma
geeft hyperinsulinemie (heel zeldzaam)
d) …
- Kalf met dikke bult rond de penis:
a) Urethraruptuur
b) Blaasruptuur
c) …
- Kalf met dikke bult rond de penis:
a) xxxxxx Urethraruptuur xxxxxxxxx
kan door trauma, vooral stieren
b) Blaasruptuur
vooral jonge stieren
sympt: eerst koliek, dan uitzetting buik zou denken dit geen bult geeft rond penis
c) …
- Wat is de meest voorkomende obstipatie bij het rund?
a) Jejunum in jejunum
b) Ileum in cecum
c) Cecum in colon
d) Inflammatory bowel disease
e) …
- Wat is de meest voorkomende obstipatie bij het rund?
a) xxxxxxx Jejunum in jejunum xxxxxxxx
invaginatie, meest voorkomende vorm ileus bij volw dieren
b) Ileum in cecum
c) Cecum in colon
d) Inflammatory bowel disease
cellulaire infiltratie veroorzaakt chronische diarree bij paard (kan soms wel koliek geven, afh van de soort ontsteking)
e) …
- Geit filmpje cirkelgang
a) Listeriose
b) Botulisme
c) Kopertekort
d) …
- Geit filmpje cirkelgang
a) xxxxxxxx Listeriose xxxxxxxx
eerder hersenstam kan cirkelgang geven
b) Botulisme
paralyse
c) Kopertekort
kleine HK: axonpathie, kan niet goed staan
d) …
- Veulen filmpje beetje ataxie en blind
a) Cerebrale letsels
b) Vestibulaire letsels
c) Cerebellaire letsels
d) Spinale letsels
- Veulen filmpje beetje ataxie en blind
a) xxxxxxx Cerebrale letsels xxxxxxxx
ja kan door hydrancephalie geeft centrale blindheid en ataxie
kan ook door dummy veulen: hypoxisch-ischemisch syndroom blindheid, krampaanvallen
b) Vestibulaire letsels
Zou geen blindheid geven ?
c) Cerebellaire letsels
enkel ataxie als sympt te vinden
d) Spinale letsels
zou ook geen blindheid geven
- Auscultatie hoor je een 4/6 bijgeruis rechts luider dan links
a) Aorta insufficiëntie
b) Mitralis insufficiëntie
c) Tricuspidalis insufficiëntie
d) VSD
- Auscultatie hoor je een 4/6 bijgeruis rechts luider dan links
a) Aorta insufficiëntie
te horen LINKS, tijdens DIASTOLE
b) Mitralis insufficiëntie
te horen LINKS, tijdens SYSTOLE
c) Tricuspidalis insufficiëntie
te horen RECHTS, tijdens SYSTOLE
d) xxxxxx VSD xxxxxxxx
RECHTS heel luid te horen, iets onder de tricuspidalis-regio
stroom gaat van links naar rechts, daarom rechts luider
- Groep runderen met jeuk, je diagnostiseert chorioptes, welke behandeling pas je toe?
a) Eprinomectine pour-on
b) Subcutane ivermectine
c) Moxidectine achter het oor
d) …
- Groep runderen met jeuk, je diagnostiseert chorioptes, welke behandeling pas je toe?
a) xxxxxxxx Eprinomectine pour-on xxxxxxxx
ja, heeft geen wachttijd!
b) Subcutane ivermectine
Nee, volgens vetcompedium zijn injecteerbare of orale ML niet aangewezen bij chorioptes
c) Moxidectine achter het oor
Indien dit ook soort pour-on is ok
d) …
- Voorste stenose, wat kunnen oorzaken zijn?
a) TRP
b) Pylorusstenose
c) Gebleven lig. teres
d) …
- Voorste stenose, wat kunnen oorzaken zijn?
a) xxxxxxx TRP xxxxxxxx
ja, de ontsteking kan de vagus aantasten kan stoornissen in motoriek geven.
vergroeiingen kunnen ook transport bemoeilijken
belangrijkste oorzaak
b) Pylorusstenose
nee, is oorzaak van achterste stenose
c) Gebleven lig. teres
? niets over gevonden in cursus
d) …
- Filmpje larynx
a) Cornage links
b) Entrapment
c) IDDSP
- Filmpje larynx
a) Cornage links
arytenoid kb links gaat niet open, ziet er asymmetrisch uit
b) Entrapment
omvatten van de epiglottis door de plica arytehnoida-epiglottica
vaak samen met IDDSP
c) IDDSP
= intermitterende dorsaal verplaatsing van het zacht gehemelte
- Wat is indicatief voor een springpols?
a) Aorta insufficiëntie
b) Pulmonalis insufficiëntie
c) Mitralis insufficiëntie
d) Tricuspidalis insufficiëntie
e) …
- Wat is indicatief voor een springpols?
a) xxxxxxx Aorta insufficiëntie xxxxxxxxx
wanneer lek in aorta tijdens diastole geruis links
druk daalt in aorta fellere, kortere klop
b) Pulmonalis insufficiëntie
c) Mitralis insufficiëntie
d) Tricuspidalis insufficiëntie
e) …
- Groep jonge kalveren heeft AH-problemen, u vermoedt BVD, hoe ga je testen?
a) As’en in melk
b) Earnotch test
c) Serologie jongveevenster
d) PCR
e) Ag ELISA
- Groep jonge kalveren heeft AH-problemen, u vermoedt BVD, hoe ga je testen?
BVD onderdeel van bovine respiratory disease, is multifactoriële aandoening.
boviene virale diarree is een virus.
Over BRD staat bij diagnose: sympt en auscultatie (zegt niet alles), naso-faryngeale swab, BAL, transtracheale lavage.
Deze vraag is verder besproken in de veronderstelling dat je specifiek BVD wil testen. Info van DGZ vlaanderen.
a) xxxxxx As’en in melk xxxxxxxx
op tankmelk kan antistoffenonderzoek gedaan worden. Onderzoek van antistoffen wordt gebruikt in het kader van een vermoeden van BVD-circulatie, bijvoorbeeld door middel van een serologisch jongveevenster of bij monitoring.
b) ——— Earnotch test ——–
monitoring van pasgeboren kalveren, voor 5 dagen oud, wordt dan ELISA op gedaan, dit stukje weefsel kan 3 weken bewaard worden zou dit ook kunnen nagaan denk ik maar ga je niet pas doen als je al vermoeden hebt
c) xxxxxxx Serologie jongveevenster xxxxxxxx
ja, volgens DGZ
d) xxxxxx PCR xxxxxxxx
PCR of ELISA antigeenonderzoek opsporen of virus wordt uitgescheiden
PCR kan op serum, tankmelk en organen
e) xxxxxxx Ag ELISA xxxxxxx
antigeenonderzoek opsporen of virus wordt uitgescheiden
ELISA kan op serum, volbloed en via oormerk
- Bij SARA kun je
a) Transfaunatie
b) Verhogen van de DCAB
c) Voederen van Na-carbonaat
d) …
- Bij SARA kun je
SARA is chronische pensacidose door wanbalans in KV en RV.
behandeling niet economisch, enkel preventieve maatregelen besproken.
a) Transfaunatie
enkel vermeld bij acute pensacidose en pensrotting (pensalkalose)
b) xxxxx Verhogen van de DCAB xxxxx
ja, (preventie)
c) ——– Voederen van Na-carbonaat ———
geeft enkel tijdelijk effect
NIET bij acute pensacidose
d) …
- Je wil 5 liter bloed van de ene koe aan een andere geven, je zorgt dat het minder snel stolt door:
a) Na-citraat
b) NaEDTA
c) Na-heparine
d) …
- Je wil 5 liter bloed van de ene koe aan een andere geven, je zorgt dat het minder snel stolt door:
a) +++++++ Na-citraat ++++++++
ja, vermeld in doc buitenpraktijk over bloedtransfusie
b) NaEDTA
volgens wiki is Na-zout van EDTA voedingsadditief dus wss nee
c) ++++++++ Na-heparine ++++++++
ja, vermeld in doc buitenpraktijk over bloedtransfusie
d) …
- Je kan een flexura pelvina obstipatie bij een rund behandelen met:
a) Sulfaten
b) 5l fysiologische
c) Maisolie
- Je kan een flexura pelvina obstipatie bij een rund behandelen met:
a) ++++++++ Sulfaten +++++++
ja, Na en Mg sulfaat
b) +++++++ 5l fysiologische ++++++++
staat bij: water: enternal fluid therapy dus ja ?
c) Maisolie
nee, paraffine olie (+ sulfaten)
- urineOZ en bloedOZ waarbij hoog ew, proteïnurie, rbc en wbc in urine DDx?
a) Cystitis
b) Pyelonefritis
c) Unilaterale ureterobstructie
- urineOZ en bloedOZ waarbij hoog ew, proteïnurie, rbc en wbc in urine DDx?
a) ++++++++ Cystitis +++++++
geeft op urineOZ: bacteriurie, pyurie, proteinurie, hematurie kan, blaascellen
b) Pyelonefritis
geeft chronische nierinsufficiëntie
op bloedOZ: uremie, anemie, hypoproteinemie
op urineOZ: isosthenurie, proteinurie, hematurie, pyurie, bacteriurie
zou denken eerder niet omdat hypoproteinemie geeft
c) Unilaterale ureterobstructie
vooral bij paard
geeft nierstuwing
staat ook wel vermeld naast pyelonefritis
- Hoe differentieer je een seroma van een …
a) Pens sonderen
b) Chloorgehalte bepalen
c) Pens pH meten
- Hoe differentieer je een seroma van een …
a) Pens sonderen
b) Chloorgehalte bepalen
c) Pens pH meten
- Kalf met erge diarree, erge acidose en AH problemen omdat er NRDS is. Wat geef je om acidose op te lossen?
a) NaCl
b) NaCO3
c) Na-propionaat
d) Na ….
- Kalf met erge diarree, erge acidose en AH problemen omdat er NRDS is. Wat geef je om acidose op te lossen?
NRDS: neonatal respiratory distress syndrome kalf
? Wat voor acidose? Pens? Bloed?
Gevraagd aan afgestudeerde kennis
a) NaCl
ja, werkt verzurend
b) NaCO3
nee, geeft CO2 en kan niet weg door longpathologie
c) Na-propionaat
d) Na ….
- Paard met te hoog bilirubine, normaal GGT, …
diagnose leveraandoening obv bloedwaarden lever niet altijd juist.
kan zijn dat er secundaire leverpathologie is (bv: door TRP of chronische ruminitis)
kan ook dat er schade is aan de lever, dit in de bloedwaarden te zien is, maar dat er nog geen sympt zijn.
bij paard is er bv fysiologische hyperbilirubinemie bij koliek.
- Paard met te hoog bilirubine, normaal GGT, …
diagnose leveraandoening obv bloedwaarden lever niet altijd juist.
kan zijn dat er secundaire leverpathologie is (bv: door TRP of chronische ruminitis)
kan ook dat er schade is aan de lever, dit in de bloedwaarden te zien is, maar dat er nog geen sympt zijn.
bij paard is er bv fysiologische hyperbilirubinemie bij koliek.
- Paard electroforese geeft normaal alfa en beta globulines, hoge gamma globulines, hoog ew, je denkt aan:
a) Zwavelnier
b) Leverabcessen
c) Chronische leverbotinfectie
d) …
- Paard electroforese geeft normaal alfa en beta globulines, hoge gamma globulines, hoog ew, je denkt aan:
a) Zwavelnier
chronische nierinsufficientie door glomerulonefritis bij rund
geeft hypoproteinemie
b) Leverabcessen
zelden paard, vooral rund
bloedOZ geeft chronisch en actief ontstekingsbeeld, veel gamma’s
c) +++++++ Chronische leverbotinfectie ++++++++
kan, serologie blijft lang positief
d) …
- Foto veulen met tarsi waar geen huid op is. Dit vijf dagen oud veulen vertoont sinds 3 dagen deze letsels, u denkt aan:
a) Aplasia cutis
b) Epidermolysis bullosa
c) Doorligwondes
te snel
d) …
- Foto veulen met tarsi waar geen huid op is. Dit vijf dagen oud veulen vertoont sinds 3 dagen deze letsels, u denkt aan:
a) Aplasia cutis
aangeboren afwijking, niet pas na 3 dagen te zien
b) +++++++ Epidermolysis bullosa ++++++++
bij paard, rund, ezel
worden normaal geboren, in eerste levensdagen treden plots huiddefecten op zonder echte oorzaak. Begint met blaasjes defecten
zou kunnen
c) Doorligwondes
te snel
d) …
wat ook zou kunnen is hyperelastosis cutis
maar dan wel bij rund (paard minder erge vorm, leefbaar)
normaal geboren knie plooit huid scheurt
- Wat is een macula
a) Kleurverandering in de huid <1cm
b) Kleurverandering in de huid >1cm
- Wat is een macula
a) ++++++ Kleurverandering in de huid <1cm ++++++
kleiner dan 1cm = macula
b) Kleurverandering in de huid >1cm
groter dan 1cm = vlek
- Wat is de behandeling voor psorptes bij het rund?
a) Macrocyclische lactonen pour-on
b) Macrocyclische lactonen injectie
c) Wassen met sarnacuran
d) Flumethrine pour-on
e) Wassen met Amitraz
- Wat is de behandeling voor psorptes bij het rund?
a) Macrocyclische lactonen pour-on
nee, wel bij chorioptes
b) +++++ Macrocyclische lactonen injectie +++++
ja (bv dectomax)
c) Wassen met sarnacuran
is pour-on met foxim, niet aan melkvee, wachttijd vleesvee 40d
psoroptes vooral bij vleesvee
maar, geen pour-on gebruiken bij psoroptes! (behalve flumethrine)
d) +++++++ Flumethrine pour-on ++++++
ja
e) ++++++++ Wassen met Amitraz +++++++++
ja, volledig
- Ventrale midlijn dermatitis paard DDx?
letsels thv buik: bobbels, exsudaat
a) Microfilariose
b) Cullicoides
c) Stekende vliegen (tabanus, stomoxys, simulium)
d) Besnoita
- Ventrale midlijn dermatitis paard DDx?
letsels thv buik: bobbels, exsudaat
a) ++++++ Microfilariose +++++++
ja, geeft ook ventral midlijn dermatitis
b) +++++++ Cullicoides ++++++++
overgevoeligheid tov cullicoides zomereczeem = DDx van stekende vliegen
c) +++++++ Stekende vliegen (tabanus, stomoxys, simulium) ++++++++
ja + DDx: zomereczeem, parafilaria
d) Besnoita
nee, geeft nodules thv de cornea en verandering thv de huid wordt schubachtig
- Wanneer is het ACTH gehalte hoog?
a) Juli
b) September
c) Januari
- Wanneer is het ACTH gehalte hoog?
a) Juli
b) +++++++ September +++++++
hogere waardes in het najaar, aan het einde vh weideseizoen (sept)
c) Januari
- Behandeling hepato-encephalopathie?
a) Valium
b) Mannitol
c) Lactulose
- Behandeling hepato-encephalopathie?
a) Valium
NIET gebruiken bij hepato-encephalopathie
b) ++++++ Mannitol ++++++
Eventueel als vermoeden van hersenoedeem
c) +++++++ Lactulose +++++++
vermindering van ammoniak productie (NH4+) door flora te sturen met prebiotica shift naar minder proteolytische flora
- Stimulatie lipoproteine lipase gebeurt door:
a) Heparine
b) Insuline
c) Cholesterol
d) Glycerol
- Stimulatie lipoproteine lipase gebeurt door:
a) ++++++ Heparine +++++
ja, activeert lipoproteine lipase
b) +++++++ Insuline +++++++
ook stimulerend effect op lipoproteine lipase (volgens figuur p35 ppt lever) zorgt ervoor dat VLDL naar perifere weefsels gaat en daar: VLDL FFA + glycerol
remmend effect op hormone sensitive lipase zorgt voor vrijstelling (triglyceride FFA+glycerol) uit vetweefsel naar circulatie
c) Cholesterol
d) Glycerol
- Polioencephalomalacie wordt behandeld met:
= cerebro corticale necrose, is primair of secundair vit B1 tekort (vooral jonge dieren)
a) Thiamine
b) Koper
c) Alfathocoferol
d) Corticosteroiden
- Polioencephalomalacie wordt behandeld met:
= cerebro corticale necrose, is primair of secundair vit B1 tekort (vooral jonge dieren)
a) ++++++ Thiamine +++++++
Ja, veel geven! Is vit B1
b) Koper
c) Alfathocoferol
d) Corticosteroiden
- Alopecia areata diagnose wordt gesteld door:
a) Perifolliculaire agregaten van lymfocyten rond haarwortels in aangetaste gebieden bij
- Alopecia areata diagnose wordt gesteld door:
a) ++++++ Perifolliculaire agregaten van lymfocyten rond haarwortels in aangetaste gebieden bij histologisch onderzoek ++++++++
ja, diagnose via bioptname
- Hoe wordt de flexura pelvina obstructie bij het paard behandeld?
a) Opgieten paraffine olie
b) Opgieten Na-sulfaat
c) Opgieten van Mg-sulfaat
d) Perorale vochttherapie
- Hoe wordt de flexura pelvina obstructie bij het paard behandeld?
a) ++++++ Opgieten paraffine olie ++++++
ja, meestal samen met sulfaten omdat soms langs passeert
b) ++++++ Opgieten Na-sulfaat ++++++++
ja
c) Opgieten van Mg-sulfaat
ja
d) ++++++++ Perorale vochttherapie ++++++++
ja, enternal fluid therapy
- Behandeling LDR bestaat uit
a) Rollen
b) Operatie
- Behandeling LDR bestaat uit
a) Rollen
niet vermeld bij LDR, wel bij LDL
b) +++++++ Operatie ++++++
ja
- Voorkeurbehandeling van BRD bestaat uit
antibiotica + NSAIDs + eenmalig cortico’s
a) Penicilline
b) Florfenicol
c) Trimethoprim + sulfa
d) Fluoroquinolones
- Voorkeurbehandeling van BRD bestaat uit
antibiotica + NSAIDs + eenmalig cortico’s
a) Penicilline
2e keus volgens amcra
b) ++++++++ Florfenicol ++++++
eerste keus, niet humaan gebruikt, is breedspectrum, werkt ook tegen mycoplasma
c) +++++++ Trimethoprim + sulfa ++++++
ook eerste keus volgens amcra
d) Fluoroquinolones
pas derde keus amcra, bij mens gebruikt, liever niet gebruiken dgk.
- Voorkeurbehandeling peritonitis
Breed spectrum antibioticum met evt. anaeroben
a) Trimetoprim + sulfa
b) Tetracycline
c) Florfenicol
34. Voorkeurbehandeling peritonitis Breed spectrum antibioticum met evt. anaeroben a) +++++ Trimetoprim + sulfa +++++++ ja, eerste keus b) Tetracycline humaan nog veel gebruikt 2e keus c) ++++++++ Florfenicol +++++++ ja, eerste keus
- Muzikaal hartgeruis links bij een paard die een te snelle hartslag heeft en je kan niet horen of het holosystolisch is of holodiastolisch
a) Insufficiëntie aortaklep
b) Mitralisklep
c) Pulmonalisklep
d) Tricuspidalis klep
- Muzikaal hartgeruis links bij een paard die een te snelle hartslag heeft en je kan niet horen of het holosystolisch is of holodiastolisch
a) ++++++ Insufficiëntie aortaklep ++++++++
links, typisch: holodiastolisch, decrescendo, muzikaal, brommend grootste waarschijnlijkheid
b) +++++++ Mitralisklep ++++++
links, typisch: holosystolisch, plateau, soms muzikaal wanneer ruptuur chordae tendinae
c) Pulmonalisklep
nee, komt bijna niet voor
d) Tricuspidalis klep
nee, tricuspidalis is rechts te horen
- Onregelmatige onregelmatigheid, 36 bpm, wat is dit?
Wat wordt hier bedoeld met de aritmiën systole of diastole? Gaat toch niet over die fases?
2e graad AV blok is het niet, dat is regelmatig onregelmatig.
wel: Atriale fibrillatie geeft onregelmatige onregelmatigheid, hartslag is niet zo hoog dus paard heeft nog vagale tonus
a) Atriale fibrillatie systole
b) Atriale fibrillatie diastole
c) 2e graad AV blok systole
d) 2e graad AV blok diastole
- Onregelmatige onregelmatigheid, 36 bpm, wat is dit?
Wat wordt hier bedoeld met de aritmiën systole of diastole? Gaat toch niet over die fases?
2e graad AV blok is het niet, dat is regelmatig onregelmatig.
wel: Atriale fibrillatie geeft onregelmatige onregelmatigheid, hartslag is niet zo hoog dus paard heeft nog vagale tonus
a) Atriale fibrillatie systole
b) Atriale fibrillatie diastole
c) 2e graad AV blok systole
d) 2e graad AV blok diastole
- Fysiologisch ejectiegeluid lokalisatie
a) Aorta
b) Mitralis
c) Tricuspidalis
- Fysiologisch ejectiegeluid lokalisatie
a) +++++++ Aorta ++++++++
ja, aorta-regio, vroeg-midden systolisch, links, crec-decrec, stopt voor S2
komt door grootslagvolume, vliegt in aorta
b) Mitralis
mitralis regurgitatie is pathologisch
c) Tricuspidalis
- Verdere diagnose lebmaagulcus kalf
a) Echo
b) BloedOZ (hct)
c) Buikpunctie
d) Exploratieve laparatomie
e) RX
f) Gastroscopie
- Verdere diagnose lebmaagulcus kalf
a) ++++++ Echo ++++++
ja
b) ——– BloedOZ (hct) ———-
ja maar hematocriet niet echt? Kan bloeding geven maar hematocriet zal dan niet dalen denk ik
c) +++++++ Buikpunctie ++++++++
ja
d) +++++++ Exploratieve laparatomie ++++++
ja
e) RX
f) Gastroscopie
- Rund urolithiase, waaruit bestaat dit?
a) NaCl
b) CaCl
c) Na fosfaat
d) Mg ammonium sulfaat
e) Ca fosfaat
f) Ca carbonaat
g) Ca oxalaat
39. Rund urolithiase, waaruit bestaat dit? vooral struviet is Mg ammonium fosfaat kan ook Ca fosfaat, Ca carbonaat, Ca oxalaat a) NaCl b) CaCl c) Na fosfaat d) Mg ammonium sulfaat e) +++++++ Ca fosfaat ++++++++ f) +++++++ Ca carbonaat +++++++++ g) +++++++ Ca oxalaat +++++++++
- Welke macroliden niet aan VPD (voedselproducerend dier) veulen geven?
a) Clarythromycine
- Welke macroliden niet aan VPD (voedselproducerend dier) veulen geven?
alles behalve erythromycine
a) ++++++ Clarythromycine ++++++
- Paratuberculose diagnose
a) Serologie
- Paratuberculose diagnose
volgens DGZ:
ELISA test mogelijk as’en opsporen maar duurt lang voor rund as’en opbouwt en weinig gevoelig
Cultuur van meststaal geringe gevoeligheid goed voor dieren met symptomen
PCR van mest of organen
a) Serologie
nee, er van uitgaande dat hier dan ELISA (as) op wordt gedaan niet gevoelig genoeg
- Primaire fotosensibilisatie wordt veroorzaakt door:
a) Sint janskruid
b) Jacobskruiskruid
c) Crotalaria
- Primaire fotosensibilisatie wordt veroorzaakt door:
a) ++++++ Sint janskruid ++++++
Ja, zit stof in die primaire fotosensibilisatie veroorzaakt
b) Jacobskruiskruid
nee, geeft wel leverschade en daardoor secundaire fotosensibilisatie
c) Crotalaria
nee, geeft wel leverschade en daardoor secundaire fotosensibilisatie
- Winterdysenterie wordt veroorzaakt door:
a) Treponema hyodysenteriae
b) Rota virus
c) Corona virus
d) BKK
e) Clostridium tertium
- Winterdysenterie wordt veroorzaakt door:
a) Treponema hyodysenteriae
b) Rota virus
c) ++++++ Corona virus +++++++
ja, diagnose door mest oz, ag-ELISA
d) BKK
e) Clostridium tertium
- Chloor gestegen in bloed kan duiden op:
Zou wel kunnen bij: renale tubulaire acidose maar niet besproken in les
a) LDL
b) Voorste stenose
c) Achterste stenose
- Chloor gestegen in bloed kan duiden op:
Zou wel kunnen bij: renale tubulaire acidose maar niet besproken in les
a) LDL
geeft een Cl daling in bloed
b) Voorste stenose
bloed oz meestal normaal
c) Achterste stenose
geeft hypochloremische alkalose op bloed oz
- Behandeling van giardia:
a) Paromomycine
b) Fenbendazole
c) Diclazuril
- Behandeling van giardia:
a) ++++++ Paromomycine +++++++
ja, off-label, tegen giardia en crypto
b) +++++++ Fenbendazole +++++++
ja
c) Diclazuril
nee, tegen coccidiose
- Testen van colostrum bij een veulen van een dode merrie
- Testen van colostrum bij een veulen van een dode merrie
Nagaan of veulen genoeg colostrum heeft binnen gekregen door meten gamma globinemie,
wanneer minder dan 8g/l praktisch geen colostrum opgenomen, of met heel weinig as’en in.
nagaan dmv: electroforese, ELISA, SRID, SNAP foal test
- Facial dermatitis schaap wordt veroorzaakt door:
a) Staphylococcus aureus
b) Dermatofilus
c) Schimmels
d) Ecthyma
e) Pyrrolizidine
f) Sporodesmin
is toxine die van pithomyces schimmel komt dus = pithomycotoxicosis
- Facial dermatitis schaap wordt veroorzaakt door:
a) +++++++ Staphylococcus aureus ++++++++
ja (bact)
b) ++++++ Dermatofilus ++++++++
ja (bact)
c) ++++++ Schimmels +++++++
ja (staat in cursus)
d) +++++++ Ecthyma ++++++++
ja (vir)
e) Pyrrolizidine
deze staat er niet bij in ppt of cursus, wel pithomycotoxicosis geeft fotosensibilisatie dus ??
f) +++++++ Sporodesmin ++++++++
is toxine die van pithomyces schimmel komt dus = pithomycotoxicosis
- Bij voedselproducerende veulens gebruiken we bij de behandeling van rhodococcus pneumonie:
a) Erythromycine
b) Clarythromycine
c) Azithromycine
- Bij voedselproducerende veulens gebruiken we bij de behandeling van rhodococcus pneumonie:
a) ++++++ Erythromycine ++++++
heeft MRL, andere macroliden mogen niet aan VPD
b) Clarythromycine
c) Azithromycine
- Behandeling flexura pelvina obstipatie paard:
a) Paraffine olie
b) Fenylefrine
c) Na sulfaat
- Behandeling flexura pelvina obstipatie paard:
a) ++++++ Paraffine olie +++++++
laxatief, meestal + sulfaten
b) Fenylefrine
nee, gebruikt voor miltcontractie bij milt-nierband koliek
c) +++++++ Na sulfaat ++++++++
osmotisch actief, trekt vocht aan, lost op
- Welk supplement lijkt u het meest logisch en veilig op een vleesveebedrijf met urolithiasis problemen, na verbetering van drinkwatervoorziening?
bedoeling is urine verdunnen
a) Na fosfaat
b) NaCl
c) CaCl
- Welk supplement lijkt u het meest logisch en veilig op een vleesveebedrijf met urolithiasis problemen, na verbetering van drinkwatervoorziening?
bedoeling is urine verdunnen
a) Na fosfaat
nee, struviet opgebouwd uit Mg ammonium fosfaat, zeker geen fosfaat bij geven
b) ++++++ NaCl ++++++
ja, meest veilig
c) CaCl
wanbalans Ca-P doorgaans, niet te veel Ca toevoegen
- Foto aurale plaque. Oorzaak?
a) Equine papillomavirus
b) Boviene papillomavirus
c) Porciene papilomavirus
- Foto aurale plaque. Oorzaak?
a) +++++ Equine papillomavirus +++++++
ja, oorzaak wratten en aural plaque
b) Boviene papillomavirus
nee, oorzaak sarcoid
c) Porciene papilomavirus
- Waarmee kan men aureale plaques behandelen?
a) Prednisolone
b) Imiquod
c) Azathioprine
- Waarmee kan men aureale plaques behandelen?
a) Prednisolone
nee, gegeven bij: urticaria, nodulaire necrobiose, zomereczeem, pemfigus foliaceus, mok (eczeem), RAO, atopische rhinitis
b) +++++ Imiquod ++++++
ja, maar geeft soms erge reacties
c) Azathioprine
nee, onderdrukt immuniteit
- Paard (jaarling) met gedaald totaal ew, gedaald albumine en gestegen alpha, beta en gamma globulines
a) Leverabces
b) Multiple myeloma’s
c) Chronische strongyliden infectie
- Paard (jaarling) met gedaald totaal ew, gedaald albumine en gestegen alpha, beta en gamma globulines
a) Leverabces
zelden paard
geeft op bloedOZ: chronisch en actief ontstekingsbeeld: wbc, gamma’s, A/G ratio, fibrinogeen stijging, albumine daling
b) Multiple myeloma’s
wordt niet vermeld in cursus/slides
c) Chronische strongyliden infectie
niet gevonden in cursus wat dit geeft
- Foto stier met ventraal oedemateuze zwelling (gelokaliseerd, niet over hele abdomen)
a) Urethraruptuur
b) Blaasruptuur
c) Liesbreuk
- Foto stier met ventraal oedemateuze zwelling (gelokaliseerd, niet over hele abdomen)
a) Urethraruptuur
aan penis zelf
b) Blaasruptuur
belangrijkste oorzaak: urolithiasis
sympt: pogingen urineren, nadien suf, dikke klotsbuik
c) Liesbreuk
geeft lokale zwelling
- Schaap met daling hematocriet, daling totaal ew, stijging GGT, stijging AST
a) Leverbot
b) Jacobskruiskruid
c) Koperdeficiëntie
- Schaap met daling hematocriet, daling totaal ew, stijging GGT, stijging AST
a) Leverbot
GGT gaat stijgen tijdens migratie fasciola door lever.
b) +++++++ Jacobskruiskruid +++++++
geeft leverschade, eerst vage klachten dan leverinsufficiëntie met hepato encephalopathie en fotosensibilisatie
variabele stijging leverenzymes: GGT, AP, AST, GLDH
stijging bilirubine, ammoniak, galzuren
daling ureum, albumine, stollingsfactoren
zou het kunnen zijn maar geen verklaring daling hematocriet
c) Koperdeficiëntie
nee, geeft axonpathie, hypomyelinisatie, geen steunname, depigmentatie, aantasting groeischijven
Koper intoxicatie geeft wel hemolytische crisis en leverinsufficiëntie GGT stijging, AST stijging, …
- Fysiologisch ejectiegeluid is karakteristiek
a) Links, vroeg tot mild systolisch
b) Links, vroeg diastolisch, whoop
c) Links, laat systolisch, crecendo
d) Links, holodiastolisch
e) tricuspidalis: holosystolisch, plateau
- Fysiologisch ejectiegeluid is karakteristiek
a) ++++++ Links, vroeg tot mild systolisch ++++++++
aorta-regio tijdens systole: wanneer aorta open, slagvolume is groot en vliegt aorta in geeft geluid crescendo-decrecendo, stopt voor S2, tijdens vroeg en midden systole omdat op het einde systole al minder volume dat passeert
b) Links, vroeg diastolisch, whoop
whoop (S3) is diastolisch, fysiologisch geruis (kort)
komt net na S2, komt van bloed dat van atrium in ventrikel valt
c) Links, laat systolisch, crecendo
d) Links, holodiastolisch
aortaregio, decrescendo, muzikaal, brommend aortainsufficiëntie
e) Rechts, systolisch
tricuspidalis: holosystolisch, plateau
- Veulen, 7maand, diarree
a) Salmonella
b) Ascaridia
c) Lawsonia
- Veulen, 7maand, diarree
a) Salmonella
nee neonataal (zoals clostridium)
b) Ascaridia
geeft minder diarree en vooral vermageren en obstructie bij erge infestatie
c) +++++++ Lawsonia ++++++
ja op enkele maanden ouderdom (zoals rhodococcus)
- Foto larynx waarbij epiglottis niet te zien is
a) Cornage links
b) IDDSP
c) Epiglottis entrapment
- Foto larynx waarbij epiglottis niet te zien is
a) Cornage links
dan wel te zien
b) +++++ IDDSP ++++++
epiglottis niet te zien
c) Epiglottis entrapment
typische rand niet te zien
- Behandeling IDDSP?
a) Cornel collar
b) Tie forward
c) …
wat nog kan: rust of aanpassen training, vastleggen tong zodat slikken wordt verhinderd
- Behandeling IDDSP?
a) ++++++ Cornel collar ++++++
ja
b) ++++++ Tie forward +++++++
ja, chirurgie waarbij larynx beetje naar voor fixeren
c) …
wat nog kan:++++++ rust of aanpassen training, vastleggen tong ++++++ zodat slikken wordt verhinderd
- Pony met slokdarmobstructie door wortel (? Iets hard). Voor chirurgie, wil je eerst proberen medicamenteus de bolus door te schuiven, wat ga je toedienen?
a) Buscopan
b) Olie
c) Apomorfine
- Pony met slokdarmobstructie door wortel (? Iets hard). Voor chirurgie, wil je eerst proberen medicamenteus de bolus door te schuiven, wat ga je toedienen?
a) ++++++ Buscopan +++++
ja, spasmolyticum alfa-agonist
endoscopische verwijdering of chirurgisch
b) Olie
c) Apomorfine
zou denken nooit aan paard kan niet braken dus geen goed idee
61. Hydranencephalie komt voor bij: vaak na intra-uteriene virale infecties a) Akabane b) Blauwtong c) Schmallenbergvirus d) Kan ook nog: BVD, border disease, toxoplasma, neospora, …
61. Hydranencephalie komt voor bij: vaak na intra-uteriene virale infecties a) +++++++ Akabane +++++++ b) +++++++ Blauwtong +++++++ c) +++++++ Schmallenbergvirus ++++++++ d) Kan ook nog: +++++++ BVD, border disease, toxoplasma, neospora, …+++++++++
- Wat geeft schurft van het beenbehang bij het paard?
a) Chorioptes
b) Psoroptes
c) Sarcoptes
d) Demodex
e) Cheyletiella
- Wat geeft schurft van het beenbehang bij het paard?
a) +++++++ Chorioptes ++++++
ja, geeft pootschurft jeuk, schuren, haarverlies
b) Psoroptes
nee, geeft schurft bij rund thv rug, kop
c) Sarcoptes
nee, vooral bij varken belangrijk
d) Demodex
nee, heel mild bij GHD, weinig belang
e) Cheyletiella
nee, schilfermijt hond
- ECG
a) AV blok
b) Atriale fibrillatie
c) Atriale extrasystole
d) Ventriculaire extrasystole
- ECG
a) ++++++ AV blok +++++++
ja, af en toe geen QRS na P-golf, dubbel interval RR, regelmatig onregelmatig
wanneer opjagen verdwijnt
wel normale QRS-complexen
b) Atriale fibrillatie
geen P-golven meer, zijn f-golven in de plaats, normale QRS-complexen
c) Atriale extrasystole
atrium genereert zelf prikkel ipv sinusknoop (af en toe een slag te vroeg)
d) Ventriculaire extrasystole
ventrikel genereert zelf prikkel ipv AVknoop (af en toe slag te vroeg)
QRS-T complex komt te vroeg, morfologie anders
- Uremisch paard met fractionele excretie van natrium 0,5 (ref:<1), urine dichtheid 1.055 (ref 1.025-1.045), u denkt aan:
a) Prerenale uremie
b) Renale uremie
c) Diabetes insipidus
- Uremisch paard met fractionele excretie van natrium 0,5 (ref:<1), urine dichtheid 1.055 (ref 1.025-1.045), u denkt aan:
a) +++++++ Prerenale uremie +++++++
te hoge dichtheid indicatief voor prerenaal probleem
b) Renale uremie
chronische nierinsufficiëntie geeft verandering in fractionele excretie maar dichtheid gaat eerder dalen
c) ——— Diabetes insipidus ———
ontbreken van ADH of ongevoeligheid van ADH zou wel kunnen daardoor dichtheid hoger?
- Wat ga je bepalen bij DDx tussen voorste en achterste stenose?
a) Chloor
b) pH
c) Ciliaten
- Wat ga je bepalen bij DDx tussen voorste en achterste stenose?
a) +++++++ Chloor ++++++
bij achterste stenose: hypochloremische alkalose
voorste stenose: normaal bloedOZ
b) pH
niets over gezegd
c) Ciliaten
bij indigestie: verstoring pensflora, verminderde pensfermentatie door minder aantal en activiteit ciliaten
mindert ook bij (acute) pensacidose
schuimige tympanie
- Bij pensvocht oz vindt je enkel dode ciliaten, wat kan dit zijn? ?
in gezond pensvocht moeten meerdere actieve protozoa zichtbaar zijn onder microscoop
a) Schuimige tympanie
b) Acute pensacidose
c) Chronische pensacidose
- Bij pensvocht oz vindt je enkel dode ciliaten, wat kan dit zijn? ?
in gezond pensvocht moeten meerdere actieve protozoa zichtbaar zijn onder microscoop
a) Schuimige tympanie
wanneer oorzaak “mestdierenschuim” zorgt voor flora wijziging (meer strepto)
b) Acute pensacidose
vermindering van ciliaten (aantal en activiteit)
c) Chronische pensacidose
volgens mij ook
- Koe waarvan het totaal ew gedaald is, maar met proteinurie
a) Amyloid nefrose
b) Pyelonefritis
c) Tubulair letsel
d) Leptospirose
- Koe waarvan het totaal ew gedaald is, maar met proteinurie
a) +++++++ Amyloid nefrose ++++++
is oorzaak van chronische nierinsufficiëntie bij rund (glomerulonefritis)
hypoproteinemie, albuminurie (glomerulaire letsels)
b) Pyelonefritis
oorzaak tubulaire/interstitiële chron nierinsufficiëntie
hematurie, pyurie, bacteriurie (pyelonefritis of nierstenen)
c) Tubulair letsel
geeft pulyurie
d) Leptospirose
komt zelden voor, veulens
- Paard heeft laminitis, wordt behandeld met pap (NSAID), daarna krijgt het paard ineens intermitterende koliek en op bloedOZ ziet met hypoproteinemie, wat kan dit zijn? ?
a) Maagulceratie
b) Rechter dorsale colitis
c) Thrombo-embolische koliek
d) Leverletsel
- Paard heeft laminitis, wordt behandeld met pap (NSAID), daarna krijgt het paard ineens intermitterende koliek en op bloedOZ ziet met hypoproteinemie, wat kan dit zijn? ?
a) Maagulceratie
b) Rechter dorsale colitis
c) Thrombo-embolische koliek
endarteritis a. mestenterica cranialis (strongylus vulgaris) vermageren, intermitterende koliek, soms acuut bij grote infarcten
niks over hypoproteinemie of laminitis
d) Leverletsel
kan oorzaak zijn van koliek
- U diagnostiseert een voorste stenose bij een koe, welke mogelijke oorzaken komen volgens u in aanmerking?
a) Lebmaagulcus
b) TRP
c) Hernia diaphragmatica
- U diagnostiseert een voorste stenose bij een koe, welke mogelijke oorzaken komen volgens u in aanmerking?
a) Lebmaagulcus
nee, is oorzaak achterste stenose
b) ++++++ TRP +++++
ja belangrijkste oorzaak ontsteking en vergroeiing netmaag kan transport bemoeilijken
c) ++++++++ Hernia diaphragmatica ++++++++
ja zou kunnen
- Welke mogelijke combinaties kan diarree geven bij een kalf van 10 dagen?
a) E.coli – met vanalles
b) Giardia – met vanalles
c) Coccidiose – met vanalles
d) Salmonella – rota – corona – cryptosporidium
- Welke mogelijke combinaties kan diarree geven bij een kalf van 10 dagen?
a) E.coli – met vanalles
nee E. coli neonataal: eerste 3 dagen
b) Giardia – met vanalles
nee giardia: 1-10 maand
c) Coccidiose – met vanalles
nee coccidiose: ouder dan 3 weken
d) ++++++++ Salmonella – rota – corona – cryptosporidium +++++++++
ja rota, corona: 1-2 weken, crypto: 3-15 dagen
- Inspiratoire stridor bij een kalf van 5 maand oud, u vermoedt:
a) IBR
b) Necrobacillose
c) RSV
d) Zou ook kunnen door: trauma, tracheastenose
- Inspiratoire stridor bij een kalf van 5 maand oud, u vermoedt:
a) +++++ IBR ++++++
laryngitis door herpes = IBR (acuut verloop)
b) +++++++ Necrobacillose +++++++
laryngitis door fusobacterium, acranobacterium (tragere evolutie)
c) RSV
onderdeel BRD bronchopneumonie
geeft eerder: reutels, (crepitatie)
d) Zou ook kunnen door: trauma, tracheastenose
- Meest efficiënte behandeling van maagulcera bij paard bestaat momenteel uit het toedienen van:
a) Prostaglandine E
b) H2 antagonisten
c) Proton pomp inhibitoren
d) Dopamine antagonisten
- Meest efficiënte behandeling van maagulcera bij paard bestaat momenteel uit het toedienen van:
a) Prostaglandine E
nee, humaan
b) ++++++ H2 antagonisten ++++++
ja, remmen zuurproductie cimetidine, ranitidine
c) +++++++ Proton pomp inhibitoren +++++++
ja, staat vetgedrukt dus zal wel belangrijkste zijn omeprazole
remt zuurproductie
d) Dopamine antagonisten
- bij farynxparalyse rund denken we aan:
a) Botulisme
b) Listeriose
c) Rabies
73. bij farynxparalyse rund denken we aan: centrale stoornis uitval kopzenuwen a) +++++ Botulisme ++++++ b) +++++ Listeriose ++++++ c) +++++ Rabies +++++
- De mondletsels veroorzaakt door BKK bij het rund zijn:
a) Erosief
b) Vesiculeus
c) Papulomateus
- De mondletsels veroorzaakt door BKK bij het rund zijn:
a) +++++ Erosief ++++++
erosies en bloedingen
b) Vesiculeus
c) Papulomateus
- Deze endoscopische opname toont een
a) Entrapment epiglottis
b) Dorsale verplaatsing zacht gehemelte
c) Cornage rechts
d) Epiglottiscyste
e) Vierde branchiaal boog defect
- Deze endoscopische opname toont een
a) Entrapment epiglottis
b) +++++ Dorsale verplaatsing zacht gehemelte++++++
epiglottis is niet te zien
c) Cornage rechts
d) Epiglottiscyste
e) Vierde branchiaal boog defect
- Bij welke congenitale aandoening kunnen cerebellaire letsels aanwezig zijn?
a) Blauwtong
b) BVD
c) CMD type 2
- Bij welke congenitale aandoening kunnen cerebellaire letsels aanwezig zijn?
a) Blauwtong
nee
b) +++++ BVD ++++
intra-uteriene infectie congenitale cerebellaire hypoplasie
c) CMD type 2
congenitale musculaire dystonie type 2 : aandoening ruggenmerg, ergste vorm, krampaanvallen
- Een 12 uur oud veulen met hypogammaglobulinemie kunt u behandelen met:
a) Rundercolostrum
b) Paardencolostrum
c) Plasmatransfusie
- Een 12 uur oud veulen met hypogammaglobulinemie kunt u behandelen met:
zolang nog geen 18uur oud perorale correctie (paard of runder colostrum, serum), of als veulen niet drinkt: IV serum of plasma
a) ++++ Rundercolostrum +++++++
b) ++++ Paardencolostrum +++++++
c) ++++ Plasmatransfusie ++++++
- Bij een 5 dagen oud kalf met waterige diarree vermoedt u:
a) ETEC infectie
b) Corona
c) Coccidiose
- Bij een 5 dagen oud kalf met waterige diarree vermoedt u:
a) ETEC infectie
nee, E. coli neonataal, tot 3 dagen oud
b) +++++ Corona +++++++
ja, kan eerste tot tweede week
c) Coccidiose
nee, ouder dan 3 weken
- Behandeling giardia bij 4 maand oud kalf:
a) Fenbendazole drench
b) Paromomycine premix
c) Halofuginone lactaat suspensie
- Behandeling giardia bij 4 maand oud kalf:
a) ++++++ Fenbendazole drench +++++
ja
b) +++++++ Paromomycine premix +++++++
ja maar off label
c) Halofuginone lactaat suspensie
nee, voor crypto
- Paard met acute koliek, lichte koorts (39,2), matig opgezette dundarmen craniaal in de buik en 15 liter licht bloederige reflux, u denkt aan:
a) Lymfocytaire-plasmacytaire enteritis
b) Proximale enteritis
c) Hernia foramen epiploicum
- Paard met acute koliek, lichte koorts (39,2), matig opgezette dundarmen craniaal in de buik en 15 liter licht bloederige reflux, u denkt aan:
a) Lymfocytaire-plasmacytaire enteritis
vorm van inflammatory bowel disease chronisch vermageren, al dan niet met diarree en soms (recidiverende) koliek
b) ++++++ Proximale enteritis +++++++
acuut, lichte koorts, suf, veel reflux (soms hemorrhagisch), licht opgezette darmen vooral proximaal
c) +++++ Hernia foramen epiploicum ++++++
dd-strangulatie: acuut, erge koliek, opgezette dundarmen, reflux
- Op een vleesveebedrijf met BRD worden uit neusswabs pasteurella multosida en mycoplasma bovis geïsoleerd, u kunt de dieren behandelen met:
a) Florfenicol
b) Doxycycline
c) Cefquinome
- Op een vleesveebedrijf met BRD worden uit neusswabs pasteurella multosida en mycoplasma bovis geïsoleerd, u kunt de dieren behandelen met:
a) +++++ Florfenicol ++++++
eerste keuze, niet gebruikt humaan + werkt ook tegen mycoplasma
b) Doxycycline
tweede keuze + werkt ook tegen mycoplasma
c) Cefquinome
derde keuze, werkt niet tegen mycoplasma
- Behandeling entrapment paard kan men proberen met:
a) Stafylectomie
b) Arytenoidopexie
c) Axiale splitsing plica arytenoeido-epiglottica
- Behandeling entrapment paard kan men proberen met:
a) Stafylectomie
volgens internet behandeling IDDSP
b) Arytenoidopexie
c) +++++ Axiale splitsing plica arytenoeido-epiglottica
++++++
knip met haak bistouli in plica
- Dit chronisch huidprobleem is suggestief voor:
a) Immuungemedieerde vasculitis
b) Erythema multiforme
c) HERDA
d) Nodulaire necrobiose
e) Lineaire keratose
f) Urticaria
- Dit chronisch huidprobleem is suggestief voor:
a) Immuungemedieerde vasculitis oedeem, bloedingen, necrose, ulceratie, vaak ledematen b) Erythema multiforme urticaria die lang aanwezig blijven c) HERDA hyperelastosis cutis d) Nodulaire necrobiose harde knobbeltjes e) ++++++ Lineaire keratose +++++++ congenitaal, stoornissen in keratinisatie, strepen met korsten f) Urticaria ronde verhevenheden
- Bloedonderzoek nuchter paard met recidiverende hoefbevangenheid, vindt u: glucose licht gestegen, ACTH net nog normaal, insuline heel fel gestegen, T4 gedaald, uw diagnose is:
a) Cushing
b) Metabool syndroom
c) Insuline resistentie
- Bloedonderzoek nuchter paard met recidiverende hoefbevangenheid, vindt u: glucose licht gestegen, ACTH net nog normaal, insuline heel fel gestegen, T4 gedaald, uw diagnose is:
a) ++++++ Cushing ++++++
spierverlies, pot bellie, recidiverende hoefbevangenheid komt frequent voor in anamnese, hyperglycemie kan maar niet uitgesproken, ook indicatief: hoog insuline en laag T4, ACTH nog net goed kan te maken hebben met seizoensafh
b) ++++++ Metabool syndroom ++++++
vet blijven zonder eten, insuline resistentie hoog insuline, normale tot hoog normale glucose, hoefbevangenheid, ACTH normaal dus kan hier ook, ACTH is hier net nog normaal
c) Insuline resistentie
hoog insuline, hoog glucose ja zit in cushing/metabool syndroom sowieso
- bloedOZ icterisch paard: totaal ew normaal, hematocriet licht gedaald, totaal bilirubine heel fel gestegen, GGT heel fel gestegen, AF heel fel gestegen, AST heel fel gestegen, u denkt hierbij aan:
a) Hypericum intoxicatie
b) Galstenen
c) Jacobskruiskruid intoxicatie
- bloedOZ icterisch paard: totaal ew normaal, hematocriet licht gedaald, totaal bilirubine heel fel gestegen, GGT heel fel gestegen, AF heel fel gestegen, AST heel fel gestegen, u denkt hierbij aan:
a) Hypericum intoxicatie
nee, is Sint-janskruid primaire fotosensibilisatie
b) ++++++ Galstenen ++++++
vooral bij paard intermitterende koorts, koliek, icterus, terminaal: fotosensibilisatie en hepatoencephalopathie
bloedOZ: stijging GGT, AF, hoog AST en bilirubine, chron ontstekingsbeeld, tekenen leverinsufficiëntie (stijging ammoniak, daling ureum stollingsfactoren albumine glucose)
c) +++++ Jacobskruiskruid intoxicatie ++++++
pyrrolizidines leverinsufficiëntie, hepatoencephalopathie, fotosensibilisatie (secundair)
leverenzymen allemaal gestegen, icterus
- Permanente dorsale verplaatsing zacht gehemelte paard kan veroorzaakt worden door:
a) Botulisme
b) Luchtzakmycose
c) Neuropathie n. recurrens
- Permanente dorsale verplaatsing zacht gehemelte paard kan veroorzaakt worden door:
a) ++++++ Botulisme +++++
b) ++++++ Luchtzakmycose +++++++
c) Neuropathie n. recurrens
nee, geeft cornage
- Deze letsels op de tong bij een rund zijn compatibel met:
a) Actinomycose
b) Actinobacillose
c) Papuleuze stomatitis
d) Vesiculaire stomatitis
e) Blauwtong
- Deze letsels op de tong bij een rund zijn compatibel met:
a) Actinomycose
b) Actinobacillose
c) +++++++ Papuleuze stomatitis +++++++
circulaire verhevenheden die ringvormig worden, vaak aan de onderkant van de tong
d) Vesiculaire stomatitis
bij paard
e) Blauwtong
- ECG van een paard met een onregelmatige hartslag toont een onregelmatig RR-interval maar met normale P-QRS-T complexen. Wat is uw diagnose?
a) Sinus aritmie
b) AV blok 1e graad
c) AV blok 2e graad
d) Ventriculaire extrasystole
- ECG van een paard met een onregelmatige hartslag toont een onregelmatig RR-interval maar met normale P-QRS-T complexen. Wat is uw diagnose?
a) +++++ Sinus aritmie +++++
Ja
b) AV blok 1e graad
c) AV blok 2e graad
nee want RR interval is onregelmatig
d) Ventriculaire extrasystole
nee want QRS ziet er normaal uit
- Groep kalveren 1,5 maand oud, vleesvee, eten niet meer en vertonen gele mucosae. Bij bloedOZ van 1 vd kalveren vindt u: totaal ew net normaal, lage hematocriet, hoog bilirubine, hoog GGT, u denkt hierbij aan:
a) Pithomycotoxicose
b) Fatty liver syndrome
c) Koper intoxicatie
- Groep kalveren 1,5 maand oud, vleesvee, eten niet meer en vertonen gele mucosae. Bij bloedOZ van 1 vd kalveren vindt u: totaal ew net normaal, lage hematocriet, hoog bilirubine, hoog GGT, u denkt hierbij aan:
a) +++++++ Pithomycotoxicose +++++++
toxische hepatitis facial eczema, late zomer, herfst, weidegebonden
b) Fatty liver syndrome
leververvetting bij volwassen dieren
c) +++++++ Koper intoxicatie +++++++
toxische hepatitis hemolytische crisis, leverinsufficiëntie
vaak algemeen probleem bedrijf
- Deze huidletsels bij een 3 dagen oud kalf doen denken aan:
a) Fotosensibilisatie
b) Blauwtong
c) Intra-uteriene BVD infectie
d) Hyperelastosis cuti
e) Epidermolysis bullosa
f) Ichtyosis
- Deze huidletsels bij een 3 dagen oud kalf doen denken aan:
a) Fotosensibilisatie
b) Blauwtong
c) Intra-uteriene BVD infectie
nee, geeft cerebellaire hypoplasie
d) Hyperelastosis cuti
normaal geboren, bij plooien knie scheurt huid
e) +++++++ Epidermolysis bullosa ++++++
normaal geboren, in eerste levensdagen plots huiddefecten (blaasjes defecten)
f) Ichtyosis
nee, geeft schubbenhuid
- Een 3 jaar oud rund vertoont sinds twee weken diarree. U vermoedt dat het om paratuberculose kan gaan, wat is de meest kost-efficiënte test?
a) Bacteriologie mest
b) PCR op bloed
c) PCR op mest
d) Serologisch onderzoek
- Een 3 jaar oud rund vertoont sinds twee weken diarree. U vermoedt dat het om paratuberculose kan gaan, wat is de meest kost-efficiënte test?
volgens DGZ: ELISA melk, bloed, bact op mest, PCR op mest en organen
PCR snelst en gevoeligst
a) Bacteriologie mest
b) PCR op bloed
c) PCR op mest
d) Serologisch onderzoek
- Welk mycotoxine veroorzaakt leverpathologie?
a) Sporidesmine
b) Lolitrem
c) Patuline
d) Ergottoxine
- Welk mycotoxine veroorzaakt leverpathologie?
a) ++++++ Sporidesmine ++++++
ja veroorzaakt secundaire fotosensibilisatie
b) Lolitrem
c) Patuline
d) Ergottoxine
- Slokdarmrelaxatie paard kan geïnduceerd worden met
a) Domosedan
b) Buscopan
c) Oxytocine
- Slokdarmrelaxatie paard kan geïnduceerd worden met
a) Domosedan
is NSAID
b) +++++++ Buscopan ++++++
ja, is spasmolyticum
c) Oxytocine
ja maar liever buscopan. Niet bij dracht
- Een 3cm grote vaste en goed omschreven massa in de huid is een
a) Vesikel
b) Papula
c) Macula
- Een 3cm grote vaste en goed omschreven massa in de huid is een
a) Vesikel
met helder vocht gevulde oppervlakkige holte van <1cm
b) Papula
vaste massa in huid of subcutaan, <1cm
c) Macula
<1cm kleurverandering in de huid
d) +++++ Nodule ++++++
>1cm grote vaste en omschreven massa in huid of subcutaan
95. Nodule BKK en blauwtong geven beide bij het rund volgende symptomen: a) Speekselen en monderosies b) Zwelling kop c) Keratitis
- BKK en blauwtong geven beide bij het rund volgende symptomen:
a) ++++++ Speekselen en monderosies ++++++
b) Zwelling kop
c) Keratitis
- Pithomycotoxicose bij het schaap veroorzaakt:
a) Primaire fotosensibilisatie
b) Secundaire fotosensibilisatie
c) Primaire irratieve contactdermatitis
d) Secundaire immuun gemedieerde contactallergie
- Pithomycotoxicose bij het schaap veroorzaakt:
a) Primaire fotosensibilisatie
b) +++++ Secundaire fotosensibilisatie +++++
facial eczema
c) Primaire irratieve contactdermatitis
d) Secundaire immuun gemedieerde contactallergie
- Paarden met zomereczeem krijgen best buitenbeloop:
a) In de morgen
b) Tijdens de middag
c) In de avond
- Paarden met zomereczeem krijgen best buitenbeloop:
a) In de morgen
b) +++++++ Tijdens de middag +++++++
minder muggen tijdens de middag dan wanneer het schemert
(zomereczeem = overgevoeligheid tov cullicoides)
c) In de avond
- Bij bloedOZ van een rund met leverabcessen verwachten we
a) Laag albumine/globuline ratio
b) Hoog albumine/globuline ratio
c) Normale a/g ratio met hoge GGT
- Bij bloedOZ van een rund met leverabcessen verwachten we
neutrofilie, stijging gamma globulines, daling albumine, stijging fibrinogeen, leverenzymes vaak weinig tot niet veranderd
a) +++++ Laag albumine/globuline ratio ++++++
b) Hoog albumine/globuline ratio
c) Normale a/g ratio met hoge GGT
- Bij een leverbotinfectie bij het rund verwachten we vooral een stijging van GGT:
a) In het voorjaar
b) In de zomer
c) In het najaar
- Bij een leverbotinfectie bij het rund verwachten we vooral een stijging van GGT:
a) ++++++ In het voorjaar ++++++++
wanneer jonge fasciola door lever migreren
b) In de zomer
c) In het najaar
- Polyurie bij een paard met ziekte van Cushing wordt veroorzaakt door:
a) Hoge cortisolgehaltes
b) Insuline resistentie
c) Stijging ADH secretie
- Polyurie bij een paard met ziekte van Cushing wordt veroorzaakt door:
a) Hoge cortisolgehaltes
polyurie is geen primair symptoom
b) ++++++ Insuline resistentie +++++++
ja, secundair aan cushing is diabetes mellitus
c) Stijging ADH secretie
nee, mindert
- Toxemisch veulen met ileus, hematocriet gestegen, base exces van -15, hyperkaliemie, beetje te laag Na, uremie, weinig urineproductie, met hoge dichtheid
a) Prerenale uremie
b) Acute en secundaire toxische tubulopathie
c) Blaasruptuur
- Toxemisch veulen met ileus, hematocriet gestegen, base exces van -15, hyperkaliemie, beetje te laag Na, uremie, weinig urineproductie, met hoge dichtheid
a) +++++++ Prerenale uremie ++++++
hogere dichtheid wijst op prerenaal probleem (nier kan nog concentreren)
b) Acute en secundaire toxische tubulopathie
hyponatriemie, hyperkaliemie, oligurie, gestegen hematocriet wijst op uitdroging kan aanleiding geven tot hypoperfusie van de nier
maar: geeft gedaalde dichtheid
c) Blaasruptuur
meer bij hengstjes, pogingen om te urineren zonder succes, nadien: suf, klotsbuik, bloedOZ: dehydratatie (gedaald hematcriet), hyponatriemie, hypochloremie, hyperkalemie, ureum creatinine stijging
maar: dier plast nog dus hier niet
- Ander veulen van ander bedrijf, zelfde bloedwaarden als vorige vraag maar hier ook buikpunctie aangezien op echo verhoogde hoeveelheid buikvocht. Deze produceert geen urine meer. Creatinine buikvocht:serum is 2,2/1,8
a) Prerenale uremie
b) Acute secundaire toxische tubulopathie
c) Blaasruptuur
- Ander veulen van ander bedrijf, zelfde bloedwaarden als vorige vraag maar hier ook buikpunctie aangezien op echo verhoogde hoeveelheid buikvocht. Deze produceert geen urine meer. Creatinine buikvocht:serum is 2,2/1,8
a) Prerenale uremie
b) Acute secundaire toxische tubulopathie
c) ++++++ Blaasruptuur ++++++
veulen plast niet meer, buikvocht te zien op echo en hoog creatinine in buivocht (en bloed)
blaasruptuur geeft op bloedOZ: dehydratatie, hyponatriemie, hypochloremie, hyperkaliemie, uremie en creatinine stijging
- Pijnlijke, harde en gezwollen tong met enkele ulcera bij een 2jaar oud rund is indicatief voor:
a) Actinomycose
b) BVD -MD
c) Actinobacillose
d) BKK
- Pijnlijke, harde en gezwollen tong met enkele ulcera bij een 2jaar oud rund is indicatief voor:
a) Actinomycose
harde zwelling, fistulatie, tandafwijkingen onderkaak
b) BVD -MD
erosieve letsels
c) ++++++ Actinobacillose ++++++
houten tong, nodulair tot egaal verdikte tong, soms fistulatie
d) BKK
erosieve letsels
- Merrie 3 jaar, sinds gisteren alimentaire neusvloei, slikbezwaren, tongparalyse, in de DDx denkt u in eerste instantie aan:
a) Luchtzakmycose
b) Botulisme
c) Slokdarmobstructie
d) Rhinopneumonie
- Merrie 3 jaar, sinds gisteren alimentaire neusvloei, slikbezwaren, tongparalyse, in de DDx denkt u in eerste instantie aan:
a) +++++++ Luchtzakmycose ++++++
geeft meestal unilaterale neusvloei, mucopurulent tot bloederig
kan wel wand aantasten en ook zenuwen wat tot slikbezwaren kan leiden, horner, cornage, …
kan farynxparalyse geven, wat alimentaire neusvloei kan geven
b) ++++++ Botulisme +++++++
kan uitval kopzenuwen veroorzaken: bulbair paralyse, farynxparalyse
geeft slikbezwaren, tongparese
c) Slokdarmobstructie
plots stoppen met eten, onrust en koliek sympt, alimentaire neusvloei, hoesten
maar: geeft geen tongparalyse
d) Rhinopneumonie
geeft sereuze neusvloei
- Verhoging van de intraluminale maag pH bij het veulen kan bekomen worden door het toedienen van:
a) Aluminium hydroxide
b) Sucralfaat
c) Cimetidine
d) Apolectol
- Verhoging van de intraluminale maag pH bij het veulen kan bekomen worden door het toedienen van:
a) ++++++ Aluminium hydroxide ++++++++
ja, neutralisatie HCl, specifiek vermeld bij veulen
b) Sucralfaat
nee, zorgt voor protectie van de mucosa, specifiek vermeld bij veulen
c) ++++++ Cimetidine ++++++
H2-antagonist, remt zuursecretie
d) Apolectol
nee, zorgt voor protectie van de mucoasa, specifiek vermeld bij veulen
- Laparoscopische repositie en fixatie van lebmaagdilatatie wordt uitgevoerd bij
a) Lebmaagdilatatie links
b) Lebmaagdilatatie rechts zonder torsie
c) Lebmaagdilatatie rechts met torsie
- Laparoscopische repositie en fixatie van lebmaagdilatatie wordt uitgevoerd bij
a) +++++++ Lebmaagdilatatie links ++++++
b) +++++++ Lebmaagdilatatie rechts zonder torsie++++
c) +++++++ Lebmaagdilatatie rechts met torsie ++++++
- Beste tijdstip voor pensvochtcollectie voor controle op eventuele SARA is
a) Direct na opname KV
b) 4 uur na opname KV
c) 8 uur na opname KV
- Beste tijdstip voor pensvochtcollectie voor controle op eventuele SARA is
a) Direct na opname KV
b) ++++++ 4 uur na opname KV ++++++
analyse pensvocht, 2-5uur na opname KV, 5 tot 8 uur na TMR
c) 8 uur na opname KV
- Op deze edoscopische opname zien we een:
a) Dorsale verplaatsing gehemelte
b) Entrapment
c) Cornage links
d) Epiglottis cyste
e) Axiale deviatie plica arytenoida-epiglottica
f) Hypoplasie zacht gehemelte
g) Vierde branchiaal boog defect
- Op deze edoscopische opname zien we een:
a) Dorsale verplaatsing gehemelte
b) +++++ Entrapment +++++
c) Cornage links
d) Epiglottis cyste
e) Axiale deviatie plica arytenoida-epiglottica
f) Hypoplasie zacht gehemelte
g) Vierde branchiaal boog defect
- Melkveebedrijf met 80 koeien, 30% aangetast door een uitgebreide dermatophillus huidinfectie. U besluit de dieren 7 dagen systemisch met antibiotica te behandelen. Wat raadt u de eigenaar aan?
a) Peni-kel (penicilline)
b) Excenel (cephalosporine)
c) Emdogent (gentamycine)
d) Borgal (sulfa-trimethoprim)
- Melkveebedrijf met 80 koeien, 30% aangetast door een uitgebreide dermatophillus huidinfectie. U besluit de dieren 7 dagen systemisch met antibiotica te behandelen. Wat raadt u de eigenaar aan?
a) +++++ Peni-kel (penicilline) ++++++
ja best penicilline gedurende enkele dagen tot een week
b) Excenel (cephalosporine)
c) Emdogent (gentamycine)
d) Borgal (sulfa-trimethoprim)
- Deze stier vertoont spontane bloedingen op zijn flank sinds eergisteren. DDx, u denkt aan?
a) Thrombocytopenie
b) BKK
c) Parafilariose
- Deze stier vertoont spontane bloedingen op zijn flank sinds eergisteren. DDx, u denkt aan?
a) Thrombocytopenie
b) BKK
c) +++++++ Parafilariose ++++++
- Paard in zeer goede voedingstoestand (BCS 7/9) met een derde opstoot van hoefbevangenheid in 3 maand tijd. Op dit moment is paar zeer mank tgv de laminitis. U twijfelt tussen cushing en metabolic syndrome. Welke test prefereert u om cushing uit te sluiten?
a) Overnight dexamethasone suppressie test
b) Basale insuline bepaling
c) Basale cortisol bepaling
d) Basale ACTH bepaling
e) IV glucose tolerantie test
- Paard in zeer goede voedingstoestand (BCS 7/9) met een derde opstoot van hoefbevangenheid in 3 maand tijd. Op dit moment is paar zeer mank tgv de laminitis. U twijfelt tussen cushing en metabolic syndrome. Welke test prefereert u om cushing uit te sluiten?
a) Overnight dexamethasone suppressie test
meting basale cortisol, niet meer veel gebruikt
b) Basale insuline bepaling
is bij beide verhoogd
c) Basale cortisol bepaling
via ODST
d) +++++++ Basale ACTH bepaling ++++++
ja, bij cushing ACTH hoog (rekening houden met seizoensgebondenheid) en bij metabolic syndrome normaal
e) IV glucose tolerantie test
beide geven insuline resistentie
- Sterk gestegen ureumgehalte in bloed van uitgedroogd paard met acute en erge diarree tgv Salmonella enteritis. U houdt hierbij, in uw prognose rekening met een
a) Prerenale uremie
b) Renale uremie
c) Postrenale uremie
- Sterk gestegen ureumgehalte in bloed van uitgedroogd paard met acute en erge diarree tgv Salmonella enteritis. U houdt hierbij, in uw prognose rekening met een
a) ++++++ Prerenale uremie ++++++
Salmonella geeft acute diarree kan shock geven en dehydratatie, uremie
b) Renale uremie
chron nierinsufficiëntie door pyelonefritis (maar meestal E. coli bij paard, bij rund zou wel kunnen)
c) Postrenale uremie
- Paard met fotosensibilisatie, wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
a) Koperintoxicatie
b) Leverabces
c) Pyrrolizidine intoxicatie
- Paard met fotosensibilisatie, wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
a) Koperintoxicatie
nee, geeft hemolytische crisis
b) Leverabces
c) ++++++ Pyrrolizidine intoxicatie ++++++
opname planten zoals sintjacobskruid, geven secundaire fotosensibilisatie door leverschade, komt geregeld voor bij paarden
- Paard sinds gisteren slikbezwaren, wankel op zijn benen. Bij endoscopie vindt u een farynxparese. Vandaag kan het dier niet meer recht, aan welke mogelijke oorzaak/oorzaken denkt u?
a) Grass disease
b) Luchtzakmycose
c) Botulisme
- Paard sinds gisteren slikbezwaren, wankel op zijn benen. Bij endoscopie vindt u een farynxparese. Vandaag kan het dier niet meer recht, aan welke mogelijke oorzaak/oorzaken denkt u?
a) Grass disease
is gastroduodenitis, homrrhagisch tot necrotiserend, geeft reflux, depressie, koorts
geen verklaring wankel op benen, niet recht kunnen, farynxparese
b) Luchtzakmycose
kan wel farynxparalyse geven maar geen reden dat wenkel op benen zou staan of niet recht kunnen
c) ++++++ Botulisme +++++++
geeft hersenstamaandoeningen, uitval kopzenuwen, slikbezwaren, tongparese
botulisme evolueert snel naar parese
in algemeen geven hersenstamaandoeningen: soporeus, somatische sympt (motoriek)
- Welke van deze producten zorgen voor een stijging van de maag pH?
a) Domperidone
b) Omeprazole
c) Aluminium hydroxide
- Welke van deze producten zorgen voor een stijging van de maag pH?
a) Domperidone
is een dopamine-antagonist stimulatie motiliteit
b) +++++ Omeprazole +++++
proton pomp inhibitor remming zuurproductie (paard)
c) +++++ Aluminium hydroxide +++++
neutralisatie maagzuur (paard)
- Een lebmaagdilatatie rechts kan behandeld worden door
a) Laparotomie
b) Laparoscopie
c) Rollen van het dier
- Een lebmaagdilatatie rechts kan behandeld worden door
a) +++++ Laparotomie +++++
b) +++++ Laparoscopie +++++
c) +++++ Rollen van het dier ++++
- Bij pensacidose vinden we bij onderzoek van pensvocht
a) Hoog Cl- gehalte
b) Hoog aantal gr+ kiemen
c) Hoog aantal protozoa
- Bij pensacidose vinden we bij onderzoek van pensvocht
a) Hoog Cl- gehalte
bij hoflundsyndroom, achterste stenose (en hypochloremie)
b) ++++++ Hoog aantal gr+ kiemen ++++++
meeste gr- gaan dalen, samen met ciliaten
zou kunnen want wel meer lactobacillen
c) Hoog aantal protozoa
nee, ciliaten verminderen
- Bij een diagnose van SARA wordt vaak als diagnostische drempel voor pH genomen:
a) pH 5,5
- Bij een diagnose van SARA wordt vaak als diagnostische drempel voor pH genomen:
a) ++++++ pH 5,5 ++++++
- Pensalkalose kunnen we behandelen met
a) Transfaunatie
b) Azijn per os
c) Mg hydroxide
- Pensalkalose kunnen we behandelen met
a) ++++++ Transfaunatie +++++
b) ++++++ Azijn per os +++++
ja, geeft neutralisatie pensinhoud
c) Mg hydroxide
nee, volgens wiki: gebruikt als antiacidum
- Vaarskalf 200kg met erge diarree heeft een B.E. van -10. U hebt infuusflessen met samenstelling (mmol/l): Na 140, K 5, Cl 48, 50 bicarbonaat, 61 glucose en 50 acetaat. Hoeveel liter zult u nodig hebben om volledig te corrigeren?
a) 3l
b) 6l
c) 9l
d) 12l
e) 15l
- Vaarskalf 200kg met erge diarree heeft een B.E. van -10. U hebt infuusflessen met samenstelling (mmol/l): Na 140, K 5, Cl 48, 50 bicarbonaat, 61 glucose en 50 acetaat. Hoeveel liter zult u nodig hebben om volledig te corrigeren?
a) 3l
b) 6l
c) 9l
d) 12l
e) 15l
graad van tekort, onderhoudsbehoefte, te verwachten verliezen
onderhoud = 50ml/kg/dag dus minstens 10 000ml (10l)
maar 12 of 15 ?
- Behandeling sepsis veulen, voor breed spectrum behandeling wordt meer gebruik gemaakt van cephalosporines dan van de combinatie peni-aminoside of van quinolones, de reden hiervoor is:
a) Betere penetratie in hersenen
b) Beter penetratie in gewrichten
c) Breder spectrum
d) Minder toxiciteit
e) Meer activiteit tegen intracellulaire kiemen
- Behandeling sepsis veulen, voor breed spectrum behandeling wordt meer gebruik gemaakt van cephalosporines dan van de combinatie peni-aminoside of van quinolones, de reden hiervoor is:
a) Betere penetratie in hersenen
b) Beter penetratie in gewrichten
c) Breder spectrum
d) ++++++ Minder toxiciteit +++++++
cephalosporines minder nefrotoxiciteit (aminoglycosiden) en quinolones kunnen gewrichten aantasten
e) Meer activiteit tegen intracellulaire kiemen
- 2 jaar oude hengst is sinds een week fel vermagerd en vertoont erge diarree. BloedOZ: duidelijke hypoproteinemie, leucocytose. Klinisch is de hengst matig gedehydrateerd, suf en heeft hij een HR van 75bpm, AH van 32/min en T: 39,2°C
a) Anaplasmose
b) Cyatostominae
c) Ascaridiose
- 2 jaar oude hengst is sinds een week fel vermagerd en vertoont erge diarree. BloedOZ: duidelijke hypoproteinemie, leucocytose. Klinisch is de hengst matig gedehydrateerd, suf en heeft hij een HR van 75bpm, AH van 32/min en T: 39,2°C
a) Anaplasmose
b) +++++++ Cyatostominae ++++++
kan gaan van slepend mild tot acuut, vooral jonge paarden 1-3 jaar
c) Ascaridiose
geeft milde diarree en obstructie bij grote infestatie (eerder bij veulens)
- Welke producten mogen niet gebruikt worden in de behandeling van flexura pelvina obstipatie paard?
a) Na en Mg sulfaat opgelost in 5l water
b) Fysiologische zout oplossing
c) Maïsolie
- Welke producten mogen niet gebruikt worden in de behandeling van flexura pelvina obstipatie paard?
a) Na en Mg sulfaat opgelost in 5l water
b) Fysiologische zout oplossing
c) ++++++ Maïsolie ++++++
parafine olie gebruikt
- Opname farynx
a) IDDSP
b) Entrapment
c) Epiglittis cyste
d) Cornage links
e) Axiale deviate arytenoida-epiglottica
f) Hypoplasie zacht gehemelte
g) Vierde branchiaalboog defect
h) Geen van deze
- Opname farynx
a) IDDSP
b) ++++++ Entrapment +++++++
c) Epiglittis cyste
d) Cornage links
e) Axiale deviate arytenoida-epiglottica
f) Hypoplasie zacht gehemelte
g) Vierde branchiaalboog defect
h) Geen van deze
- 3 jaar oude volbloed met milde hoest, gedaalde prestaties, we denken in eerste instantie aan:
a) RAO
b) Longworminfectie
c) IAD
d) Longfibrose
- 3 jaar oude volbloed met milde hoest, gedaalde prestaties, we denken in eerste instantie aan:
a) RAO
recurrent airway obstruction: opgestalde paarden, meestal vanaf 7-8 jaar, bronchitis, bronchoconstrictie, hoest, neusvloei, …
b) Longworminfectie
komt weinig voor
c) +++++++ IAD +++++++
inflammatory airway disease: vooral jonge paarden 2-5 jaar, allergische irratieve reactie op omgevindscomponenten. Sympt: (milde) hoest, eventueel neusvloei, (koorts), vooral prestatievermindering !
d) Longfibrose
kan door interstitiële pneumonie, ook bij volwassen paarden, sporadisch
- Behandeling eosinofiel collagenolytisch granuloma
a) Cephalosporines
b) Finadyne
c) Corticosteroiden
d) Amitraz
- Behandeling eosinofiel collagenolytisch granuloma
a) Cephalosporines
b) Finadyne
c) +++++++ Corticosteroiden +++++++
= nodulaire necrobiose, behandeling: afwachten, resectie, intra lesionale corticoid injectie of algemene corticoid behandeling
d) Amitraz
- Paard sinds een week gegeneraliseerde, cysteuze en pijnlijke huidletsels, oorzaak?
a) Dermatofytose
b) Erythema multiforme
c) Pemfigus foliaceus
d) Cullicoides overgevoeligheid
e) Fotosensibilisatie
- Paard sinds een week gegeneraliseerde, cysteuze en pijnlijke huidletsels, oorzaak?
a) Dermatofytose
nee, schimmelinfectie geeft plekjes met haarverlies
b) Erythema multiforme
nee, zijn langdurig aanwezige urticaria
c) +++++++ Pemfigus foliaceus ++++++
geeft pijn, vel breekt open, haren klitten ineen, vooral op romp, poten, kop
typisch aantasting binnenkant dijen (weinig aandoeningen geven dit)
d) Cullicoides overgevoeligheid
nee, geeft zomereczeem (vooral manen, staart)
e) Fotosensibilisatie
nee, fotosensibilisatie is thv niet gepigmenteerde delen huid
- Behandeling cushing paard
a) Dopamine agonisten
b) Serotonine antagonisten
c) Beide
d) Geen van beide
- Behandeling cushing paard
a) +++++++ Dopamine agonisten ++++++
ja, meest gebruikt en beste resultaten: pergolide en bromocriptine
b) ++++++++ Serotonine antagonisten +++++++
ja, cyproheptadine
c) Beide
d) Geen van beide
- Paard met erge diarree, hematocriet sterke stijging, totaal ew iets verhoogd, ureumgehalte enorm hoog, lichte hypernatriemie, uremie is:
a) Prerenale oorzaak
b) Renale oorzaak
- Paard met erge diarree, hematocriet sterke stijging, totaal ew iets verhoogd, ureumgehalte enorm hoog, lichte hypernatriemie, uremie is:
a) ++++++++ Prerenale oorzaak ++++++++
ja, door diarree dehydratatie en hypoperfusie nier
b) +++++++ Renale oorzaak ++++++++
hypoperfusie kan voor necrose nier zorgen
- Koe vermagert fel sinds 3 weken, bloedOZ: totaal ew gedaald, urineOZ: proteinurie, geen afwijkingen in sedement
a) Glomerulair nierletsel
b) Tubulair nierletsel
c) Pyelonefritis
d) Geen van bovenstaande
- Koe vermagert fel sinds 3 weken, bloedOZ: totaal ew gedaald, urineOZ: proteinurie, geen afwijkingen in sedement
a) ++++++ Glomerulair nierletsel ++++++
proteinurie vooral bij glomerulaire letsels, geeft ook hypoproteinemie
b) Tubulair nierletsel
door pyelonefritis
c) Pyelonefritis
geeft hematurie, pyurie, bacteriurie
d) Geen van bovenstaande
- Om primaire van secundaire fotosensibilisatie bij rund te differentiëren, bepalen we:
a) CK
b) GGT
c) LDH
- Om primaire van secundaire fotosensibilisatie bij rund te differentiëren, bepalen we:
a) CK
b) ++++++ GGT +++++++
secundaire fotosensibilisatie komt door leverschade GGT zal gestegen zijn, bij primaire niet want gaat niet langs lever
c) LDH
- Melkkoe heeft 2 weken gelden gekalfd. Nu eet ze niet meer en vertoont gele mucosae. Bij bloedOZ: totaal ew laag maar ok, hematocriet heel laag, totaal bilirubine heel hoog, GGT enorm hoog, NEFA’s heel hoog
a) Sint janskruid intoxicatie
b) Alfatoxicose
c) Fatty liver syndrome
d) Ca intoxicatie
- Melkkoe heeft 2 weken gelden gekalfd. Nu eet ze niet meer en vertoont gele mucosae. Bij bloedOZ: totaal ew laag maar ok, hematocriet heel laag, totaal bilirubine heel hoog, GGT enorm hoog, NEFA’s heel hoog
a) Sint janskruid intoxicatie
nee, oorzaak primaire fotosensibilisatie, geeft geen leverschade
b) Alfatoxicose
geeft centrolobulaire necrose, galgangenproliferatie, fibrose
c) ++++++ Fatty liver syndrome ++++++
geeft op bloedOZ: milde leverletsels, stijging NEFA
d) Ca intoxicatie
- Deze huidletsels doen denken aan
a) Fotosensibilisatie
b) Blauwtong
c) BVD infectie
d) Vesiculeuze stomatitis
e) Geen van bovenstaande
vitiligo of leucotrichose
- Deze huidletsels doen denken aan
a) Fotosensibilisatie
b) Blauwtong
c) BVD infectie
d) Vesiculeuze stomatitis
e) +++++++ Geen van bovenstaande+++++++
vitiligo of leucotrichose
- Secretie van HCl in de maag wordt geremd door:
a) Sucralfaat
b) Aluminium hydroxide
c) Omeprazole
- Secretie van HCl in de maag wordt geremd door:
a) Sucralfaat
beschermt mucosa maag
b) Aluminium hydroxide
neutraliseert maagzuur
c) +++++++ Omeprazole +++++++
remt productie maagzuur
- Endoscopische opname jaarling
a) Cornage links
b) Entrapment
c) IDDSP
- Endoscopische opname jaarling
is eigenlijk cyste van de epiglottis, komt vaak samen voor met IDDSP en entrapment
a) Cornage links
b) +++++++ Entrapment +++++++
c) +++++++ IDDSP +++++++
- Paard met te hoog ACTH moet differentiaal diagnostisch rekening gehouden worden met
a) Hyperplasie pars intermedia hypofyse
b) Paraneoplastisch syndroom
c) Bijnierschorstumor
- Paard met te hoog ACTH moet differentiaal diagnostisch rekening gehouden worden met
a) +++++ Hyperplasie pars intermedia hypofyse +++++
b) +++++ Paraneoplastisch syndroom ++++++++++
c) Bijnierschorstumor
- Bloedonderzoek paard, totaal ew laag maar ok, hematocriet licht gedaald, totaal bilirubine heel hoog, GGT heel hoog, AF hoog, AST (mild) te hoog, u denkt hierbij aan:
a) Immuungemedieerde hemolytische anemie
b) Galstenen
c) Sint janskruid intoxicatie
- Bloedonderzoek paard, totaal ew laag maar ok, hematocriet licht gedaald, totaal bilirubine heel hoog, GGT heel hoog, AF hoog, AST (mild) te hoog, u denkt hierbij aan:
a) Immuungemedieerde hemolytische anemie
b) ++++++ Galstenen +++++++++
indicatief: hoog GGT, hoog bilirubine
c) Sint janskruid intoxicatie
nee, geeft geen leverschade, enkel primair fotosensibilisatie
- Deze stier heeft een grote fluctuerende zwelling onder de anus, we denken hierbij aan
a) Urethraruptuur
b) Urethradivertikel
c) Retroflexie blaas
d) Anaalklierabces
khd
- Deze stier heeft een grote fluctuerende zwelling onder de anus, we denken hierbij aan
a) Urethraruptuur
b) ++++++ Urethradivertikel +++++++
typisch BWB, stier, DDx urethraobstructie (urolithiasis)
c) Retroflexie blaas
d) Anaalklierabces
khd
- Auscultatie hart bij 12 jarige merrie: holodiastolisch geruis, links luider dan rechts, graad 4/6, meest waarschijnlijke oorzaak:
a) Insufficiëntie tricuspidalis
b) Insufficiëntie mitralis
c) Insufficiëntie aorta
d) Interventriculair septum defect
- Auscultatie hart bij 12 jarige merrie: holodiastolisch geruis, links luider dan rechts, graad 4/6, meest waarschijnlijke oorzaak:
a) Insufficiëntie tricuspidalis
b) Insufficiëntie mitralis
c) +++++++ Insufficiëntie aorta +++++++
tijdens diastole, links
d) Interventriculair septum defect
- Bij differentiatie tussen pinggeluiden links afkomstig van de pens of van een seroma zal u ?
a) Chloor bepalen in pensvocht
b) Pens sonderen
c) Pens pH bepalen
- Bij differentiatie tussen pinggeluiden links afkomstig van de pens of van een seroma zal u ?
a) Chloor bepalen in pensvocht
b) Pens sonderen
c) Pens pH bepalen
- Aortaklep insufficiëntie zal bij paard typisch aanleiding geven tot volgende pathologische aritmie tijdens inspanning:
a) Atriale extrasystoles
b) Atriale fibrilatie
c) Ventriculaire extrasystoles
d) Atrioventriculaire blok
- Aortaklep insufficiëntie zal bij paard typisch aanleiding geven tot volgende pathologische aritmie tijdens inspanning:
a) Atriale extrasystoles
b) Atriale fibrilatie
mitralis regurgitatie geeft aanleiding tot AF
c) +++++++ Ventriculaire extrasystoles ++++++
d) Atrioventriculaire blok
- Achterste stenose koe, mogelijke oorzaken
a) TRP
b) Pylorusstenose
c) Hernia diaphragmatica
- Achterste stenose koe, mogelijke oorzaken
a) TRP
belangrijkste oorzaak voorste stenose maar bij achterste stenose staat wel bij: vergroeiingen, peritonitis TRP geeft dit wel
b) ++++++++ Pylorusstenose ++++++++
ja, alles wat lebmaag lediging kan verstoren
c) Hernia diaphragmatica
- 12 jaar oude merrie, sinds enkele weken hoefbevangen en werd behandeld met dubbele dosis finadyne pasta gedurende 2 weken. Nu begint ze fel te vermageren, af en toe koliek en bij bloedOZ: gedaald ew-gehalte
a) Toxische leverinsufficiëntie
b) Rechter dorsale colitis
c) Maagulcera
d) Thrombo-embolische colitis
- 12 jaar oude merrie, sinds enkele weken hoefbevangen en werd behandeld met dubbele dosis finadyne pasta gedurende 2 weken. Nu begint ze fel te vermageren, af en toe koliek en bij bloedOZ: gedaald ew-gehalte
a) Toxische leverinsufficiëntie
b) Rechter dorsale colitis
c) ++++++ Maagulcera ++++++
finadyne is NSAID
d) Thrombo-embolische colitis
- Bij sondage van een rund met recidiverende tympanie komt er telkens een beetje gas af, maar het buikvolume blijft te groot, u denkt aan:
a) Hoflund syndroom
b) Schuimige tympanie
c) Indigestie
- Bij sondage van een rund met recidiverende tympanie komt er telkens een beetje gas af, maar het buikvolume blijft te groot, u denkt aan:
a) ++++++ Hoflund syndroom +++++
alles wat lediging voormagen of lebmaag veroorzaakt
b) Schuimige tympanie
c) Indigestie
- Een koe vermagert fel sinds 3 weken, bloedOZ: totaal ew licht gedaald, urineOZ: proteinurie, geen afwijkingen sedement , u denkt aan:
a) Amyloid nefrose
b) Leptospirose
c) Pyelonefritis
d) Vasomotor nefropathie
vooral tubulaire necrose
- Een koe vermagert fel sinds 3 weken, bloedOZ: totaal ew licht gedaald, urineOZ: proteinurie, geen afwijkingen sedement , u denkt aan:
a) ++++++ Amyloid nefrose +++++
oorzaak glomerulonefritis typisch: hypoproteinemie, proteinurie chron nierinsufficiëntie
b) Leptospirose
komt zelden voor, bij veulens, geeft acute interstitiële nefritis
c) Pyelonefritis
tubulair, interstitieel voornamelijk door E.coli, Trueperella (opklimmend na kalven vaak) maar geeft op urineOZ: polyurie, hematurie, pyurie, bacteriurie
d) Vasomotor nefropathie
vooral tubulaire necrose
- Trekpaard met chronisch progressief lymfoedeem (zilt): oorzaak?
a) Genetisch defect elastine huid en onderhuid
b) Schurft
c) Defect collageenvezels
- Trekpaard met chronisch progressief lymfoedeem (zilt): oorzaak?
a) ++++ Genetisch defect elastine huid en
onderhuid+++++++
ja, geeft predispositie op mok
b) Schurft
c) Defect collageenvezels
- Bloederige diarree rund, mogelijke oorzaken?
a) BVD
b) Corona (winterdysenterie)
c) Rota
- Bloederige diarree rund, mogelijke oorzaken?
a) ++++++ BVD +++++++
ja, waterige tot bloederige diarree
b) ++++++ Corona (winterdysenterie) ++++++
ja, acuut waterige tot bloederige diarree
c) Rota
meestal bij kalveren, zelflimiterend
- Mycotische rhinitis paard: behandeling?
a) Itraconazole spoelingen
b) Chirurgische excisie
c) Formol injectie
- Mycotische rhinitis paard: behandeling?
a) ++++++++ Itraconazole spoelingen ++++++
b) ++++++++ Chirurgische excisie +++++++
c) Formol injectie
- Veulen van 3 dagen oud met koliek (lege blaas, gestegen hematocriet, beetje rbc in buikvocht, …), oorzaak? ?
a) Liggingsveranderingen darm
b) Meconiumobstipatie
c) Blaasruptuur
- Veulen van 3 dagen oud met koliek (lege blaas, gestegen hematocriet, beetje rbc in buikvocht, …), oorzaak? ?
a) Liggingsveranderingen darm
b) Meconiumobstipatie
c) Blaasruptuur
- Behandeling actinobacillose kalf
a) Aminoglycosiden
- Behandeling actinobacillose kalf
a) +++++++ Aminoglycosiden +++++++
Actinobacillose wordt best aangepakt met jood preparaten en antibiotica (sulfamiden, tetracyclines, aminoglycosiden) gedurende minstens 7 tot 10 dagen
Necrobacillose wordt preventief aangepakt door hygiëne, lokaal reinigen indien beleg of abcedatie en toedienen van antibiotica zoals penicilline en spiramycine.
Actinomycose wordt enkel behandeld indien de tanden nog stevig genoeg vast zitten, fistels kunnen gecuretteerd en gespoeld worden. Antibiotica (peni-strepto) gedurende 10 tot 14 dagen kunnen aangevuld worden met KI per os of NaI IV 2 keer met 7 dagen tussen.
- Milt-nierband koliek paard, behandeling?
a) Paraffine olie
b) Ivermectine
c) Moxidectine
ivermectine
- Milt-nierband koliek paard, behandeling?
a) ++++++ Paraffine olie ++++++
ja, bij onvolledige verplaatsingen of zonder tympanie, in combinatie met stappen, longeren, spasmolytica. (of fenylefrine)
ergere koliek en matig gas: rollen
erge koliek, erge tympanie en reflux: operatie of rollen na decompressie maag en cecum
b) Ivermectine
anthelminticum
c) Moxidectine
ivermectine
- Krampaanvallen neonataal kalf tgv?
a) CMD 2
b) BVD
- Krampaanvallen neonataal kalf tgv?
a) +++++++ CMD 2 +++++++
congenitale musculaire dystonie type 2, ergste vorm, genetisch defect
b) BVD
geeft intra-uteriene infectie die leidt tot hydrancephalie
geeft dummy, blindheid (centraal), eventueel cerebellaire sympt
- Rund met griep: Manheimia hemolytica en mycoplasma: behandeling?
eerste keus: florfenicol
a) Tetracyclines
b) Quinolones
c) Macroliden
153. Rund met griep: Manheimia hemolytica en mycoplasma: behandeling? eerste keus: florfenicol a) ++++++ Tetracyclines ++++++ ja, tweede keus b) ++++++ Quinolones +++++++ ja, maar derde keus, ook humaan gebruikt (-floxacine) c) Macroliden ja, maar tweede keus (-mycine), MRL?
- Hoe maak je het verschil tussen RAO en IAD bij het paard?
a) Anamnese
b) Cytologie
c) Bacteriologie
- Hoe maak je het verschil tussen RAO en IAD bij het paard?
a) +++++++ Anamnese ++++++++
RAO: overgevoeligheidsreactie tov schimmelspores, opgestalde paarden, vanaf 7-8jaar
IAD: inflammatiry airway disease, allergische irratieve reactie op omgevingscomponenten, jonge paarden 2-5 jaar
b) Cytologie
c) Bacteriologie
bij IAD kan bacteriële component zitten (strepto)
- Schuimige tympanie behandeling?
a) Olie
b) Rumenotomie
- Schuimige tympanie behandeling?
a) +++++++ Olie +++++
toedienen om oppervlakte spanning te verlagen
wat ook nog kan dienen om opp spanning te verlagen: Na dioctyl sulfosuccinaat, poloxaleen, alcohol/ethoxylaat detergentia
b) ++++++ Rumenotomie +++++++++
operatie indien sterk opgezet, brei met veel druk op, leegmaken