Vragen toets Flashcards

1
Q

Demografische ontwikkeling in NL, waarom daling in geboortecijfers?

A

Anticonceptie en de vergoeding hiervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beroepsverdeling economische sector

A

1= landbouw
2= industrie
3= dienstverlening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Flats bij Amsterdamse haven

A

compact stadsbeleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is de Emigratie in Nederland groot?

A

15 jaar naar WO II. Moment van de wederopbouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie gaat over de financiële structuur in Zambia en Angola?

A

IMF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Multinationale onderneming

A

invloed op economisch gebied als politiek gebied en belangrijke vestigingsplaats factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zware industrie wordt vaak onderscheiden van de lichte industrie als kapitaalintensief, terwijl die laatste arbeidsintensief is. Lichte industrie is vaak makkelijker te verplaatsen en behoeft minder grote investeringen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kenmerken mainport

A

Veel personenvervoer  concentratie bedrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tertiaire sector

A

dienstensector (vervoer en verkeer)
 bank + vrachtwagenmedewerker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke landschappen zijn gevoel voor bodemerosie

A

Savanne en Steppe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

India kampt met

A

bevolkingsgroeiproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom veel mensen in de informele sector?

A

te weinig banen in formele sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorbeeld boer die zijn sawa met ossen verbouwd

A

Extensieve Akkerbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Van hoog naar lage opbrengst

A

start met antraciet eindigt met turf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Transpiratie

A

afgifte van bomen (plaatje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Globalisering

A

Dat is scheef want alleen industrieland profiteert.

17
Q

Zuid Azie is minder ontwikkeld

A

Dat kan je zien aan aantal mensen dat in de landbouw werkt.

18
Q

Weinig rundvee

A

Kwalitatieve honger

19
Q

Voorbeeld van duurzame hulp in ontwikkelingslanden

A

visserij.

20
Q

Voorbeeld braingain

A

terugkeer ICT’ers

21
Q

Hoe heet het als mensen uit een land vertrekken

A

Emigratie

22
Q

Afbeeldingen met demografisch ontwikkelingsmodel

A

Land A is ontwikkelingsland vanwege hoogste geboorte en sterftecijfer.

23
Q

Uitspraak aandeelhouderswaarde

A

uitspraak van een kapitalist

24
Q

Kwalitatieve ondervoeding komt door

A

misoogsten en droogte.

25
Q

kernenergie producent.

A

NL/Frankrijk

26
Q

Iets produceren waarbij stoom vrijkomt

A

steenkool

27
Q

schadelijke stof.

A

Fijnstof

28
Q

De oorzaak dat de sterftecijfers stijgen is?

A
  • Vergrijzing
29
Q

Mc burger te koop in Mc Donalds Canada, welke vorm is dit?

A
  • Glokalisering
30
Q

Voorbeelden van de primaire sector

A
  • Landbouw, visserij, jacht, mijnbouw
31
Q

Wat is een economisch probleem in Afrika

A
  • Bevolkingsgroei
32
Q

Uitzondering van rijk/arm in Noord en Zuid is?

A
  • Afghanistan en Nieuw-Zeeland