Voortplanting: prenatale groei en ontwikkeling Flashcards
Welke 3 perioden zijn er?
- ovum periode: ovulatie tot eerste implantatie
- embryonale periode: vorming van embryonale membranen en complete placentatie
- foetale periode: enorme groei foetus, placenta en uterus
Welke 3 factoren zijn van invloed op de foetale groei?
Genetische factoren, milieufactoren en de endocriene regulatie
Wat is embryonale sterfte?
De sterfte tussen het moment van de bevruchting van de eicel en het moment van de voltooiing van de organogenese.
Wat is van het intra-uteriene milieu van invloed op embryonale sterfte?
De synchronisatie veranderingen van het embryo en het intra-uteriene mileu. De verandering van de samenstelling secreet is onder invloed van progesteron en oestogeen. De samenstelling is complexer. Asynchronie van polytoke dieren.
Hoe heeft stress invloed op embryonale sterfte?
Corticosteroïden worden vanuit de bijniercortex geproduceerd. Bij hittestress worden glycogeenreserverd in de oviductwand en uteruswand uitgeput en vermindert de uteriene doorbloeding.
Wat is foetale sterfte?
Sterfte na voltooiing organogenese, maar voor partus
Wat is van invloed op foetale sterfte?
Infecties, chromosomale afwijkingen, onvoldoende bloedvoorzieningen, aandoeningen navelstreng, placentaire insufficiëntie, voedingsfouten en stress
Wat gebeurt er na afsterving?
Abortus of mummificatie.