Voornaamwoorden Flashcards
1
Q
Aan mij
A
לי
2
Q
Aan jou (m)
A
לך
3
Q
Aan jou (v)
A
לך
4
Q
Aan hem
A
לו
5
Q
Aan haar
A
לה
6
Q
Aan ons
A
לנו
7
Q
Aan jullie (m)
A
לכם
8
Q
Aan jullie (v)
A
לכן
9
Q
Aan hen (m)
A
להם
10
Q
Aan hen (v)
A
להן
11
Q
Ik heb geen tijd
A
אין לי זמן
12
Q
Jij (m) hebt geen tijd
A
אין לך זמן
13
Q
Jij (v) hebt geen tijd
A
אין לך זמן
14
Q
Hij heeft geen tijd
A
אין לו זמן
15
Q
Zij heeft geen tijd
A
אין לה זמן