Voltooide tijd (perfectum) Flashcards

page 217 & 189

1
Q

regelmatige werkwoorden - de laatste letter van de stam is een van de volgende letters:

S O F T K E T CH U P X

dan eindigt werkwoord 2 op een…

A

t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

regelmatige werkwoorden - de laatste letter van de stam is een andere letter:

dan eindigt werkwoord 2 op een…

A

d

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

infinitief met -zen…

A

voltooid deelwoord met -sd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

infinitief met -ven…

A

voltooid deelwoord met -fd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

reizen

A

gereisd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

leven

A

geleefd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

werken

A

gewerkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

maken

A

gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wonen

A

gewoond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

luisteren

A

geluisterd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zijn

A

Hij is nog nooit in Parijs geweest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gaan

A

We zijn met de kinderen naar de speeltuin gegaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

komen

A

Hij is met de trein gekomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

blijven

A

Ze zijn tot 23.00 uur op het feestje gebleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

worden

A

Zij is 20 jaar geworden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A