Voltooide tijd (perfectum) Flashcards
page 217 & 189
1
Q
regelmatige werkwoorden - de laatste letter van de stam is een van de volgende letters:
S O F T K E T CH U P X
dan eindigt werkwoord 2 op een…
A
t
2
Q
regelmatige werkwoorden - de laatste letter van de stam is een andere letter:
dan eindigt werkwoord 2 op een…
A
d
3
Q
infinitief met -zen…
A
voltooid deelwoord met -sd
4
Q
infinitief met -ven…
A
voltooid deelwoord met -fd
5
Q
reizen
A
gereisd
6
Q
leven
A
geleefd
7
Q
werken
A
gewerkt
8
Q
maken
A
gemaakt
9
Q
wonen
A
gewoond
10
Q
luisteren
A
geluisterd
11
Q
zijn
A
Hij is nog nooit in Parijs geweest.
12
Q
gaan
A
We zijn met de kinderen naar de speeltuin gegaan.
13
Q
komen
A
Hij is met de trein gekomen.
14
Q
blijven
A
Ze zijn tot 23.00 uur op het feestje gebleven.
15
Q
worden
A
Zij is 20 jaar geworden.