Vogels uit opdracht 2023-2024 - in aanbouw Flashcards

Tekst afkomstig van vogelbescherming; beeld diverse bronnen. NB. niet voor commercieel gebruik, louter voor persoonlijke studiedoeleinden!

1
Q

Droog, raspend, ritmisch “crex-crex” | ‘rasp’ met pinpas over kammetje.

Kwartelkoning

Trekt va eind 8 via Gibraltar/Egypte > Oost-Afrika | terug va begin 5

Adult

Kwartelkoningen broeden in terreinen die voldoende dekking bieden, vooral hooilanden in uiterwaarden van de grote rivieren en aanpalende beekdalen. Ook broeden belangrijke aantallen op akkers. Bloemrijke hooilanden vormen hét leefgebied van de kwartelkoning. In deze dichte vegetatie vindt de kwartelkoning zijn voedsel, dat bestaat uit emelten, langpootmuggen, eendagsvliegen, kleine dieren als regenwormen en zaden. Die worden vooral vanaf de grond gepikt. Het is verbazingwekkend hoe snel een kwartelkoning zich door een zeer dichte vegetatie kan bewegen.

A

Crex crex

Rode lijst

Adult

Broedt van april tot augustus. Heeft één à twee legsels van meestal 8-12 eieren. Broedduur 16-19 dagen. Het nest van de kwartelkoning is vaak niet meer dan een goed verscholen kommetje van gras. De jongen verlaten het nest meteen en kunnen na 34-38 dagen vliegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zeer hoog, aflopend “tsieuuuu…” is meest kenmerkend

Buidelmees

Mannetje; in NL: vanaf 3 - eind 8; trekt naar zuidwest Fr | Indien afk. uit Du/De/Z-Zw: doortrekker met piek in 9

Staan er naast rietkragen ook hoge schietwilgen en zie je sigaren van de lisdodde, dan is dat het perfecte broedgebied van de buidelmees. Buidelmezen kiezen vooral voor plekken op de overgang van ooibos naar rietland, maar ook in wilgen- of berkenstruweel bij (recreatie)plassen of zandopspuitingen. Het nest wordt opgehangen aan een lange, overhangende twijg van liefst een wilg, meestal boven water en aan de oostkant van de boom – dus minder last van regen en wind. Het buidelvormige nest heeft een dikke, zachte wand van zaadpluis van bijvoorbeeld lisdodde of populier. Zo stevig ook, dat Poolse boeren de oude nesten vroeger gebruikt zouden hebben als pantoffels voor de kinderen.

A

Remiz pendulinus

Rode lijst

Vrouwtje

Broedt vanaf begin april, met 2-7 eieren (meestal 5) per legsel. Bouwt een buidelnest aan het eind van een twijg. Pas als het mannetje een vrouwtje treft, begint hij te bouwen. Is er paarvorming, dan kunnen ze samen verder bouwen. Vaak verlaat het mannetje zijn partner om ergens anders weer een nest te bouwen en een nieuw vrouwtje aan te trekken. Het vrouwtje neemt dan de complete zorg voor eieren en jongen op zich. Maar het kan ook dat een vrouwtje na de eileg het mannetje verlaat, dan pakt de man de broedzorg op. Buidelmezen kunnen 5-7 partners per seizoen hebben. Broedduur: 12-14 dagen. De jongen zitten zo’n 20-22 dagen op het nest voor ze uitvliegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Opvallende zang: ‘pleased to meet you’ | Hese roep: stijgend “tjuuiiehh”

Roodmus

Mannetje; onopvallende doortrek; overwintering ZO-Azië

Broedt voornamelijk in open gebied met her en der bomen en struiken, geregeld ook op vochtige plaatsen. In Nederland vooral te vinden in duinen, en af en toe ook in moerasgebieden met veel wilgen. Foerageert vooral op de grond en is soms in gemengde groepen met andere vinkachtigen te vinden. Eet vooral zaden (onder meer van koolzaad).

A

Erythrina erythrina

Rode lijst

Vrouwtje

Broedt vanaf (eind) mei tot augustus, is een van de laatste soorten die aankomt in zijn broedgebied. Mannetje heeft klein territorium en zoekt voedsel hier vaak buiten, tot 3 km ver. Heeft door de korte periode tijd voor één legsel met 4-6 eieren. Broedduur 11-14 dagen. Vrouwtje maakt een goed verborgen slordig nestje meestal zo rond 1-2 meter van de grond in struiken. Na 10-13 dagen zijn de jongen vliegvlug. Verlaten het nest voor ze kunnen vliegen. Worden dan nog 2 weken gevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoog keffen, haast meeuwachtig

Zeearend

Adult; m.n standvogel + wintergast

Belangrijk is de combinatie van geschikte (grote, stevige) nestbomen op rustige plaatsen met vis- en watervogelrijke wetlands. Uiterwaarden met moerasbos, loofbossen bij grote meren, delta’s met eilanden. In de winter in dezelfde gebieden, maar dan ook wel in grote heide- en hoogveengebieden of op uitgestrekte akkers. Kan op trek ook boven bossen en steden worden gezien. Vooral vis die vlak onder de oppervlakte worden weggeplukt (zonder stootduik in het water, zoals bij visarend). Ook veel watervogels (eenden, koeten, jonge ganzen), maar minder vaak zoogdieren (haas). Daarnaast aas, vooral in winter als er ijs ligt. Lijken log en traag, maar kunnen als ze jagen verrassend snel en wendbaar zijn. Is in staat om een eend in vlucht te slaan en om andere vogels van vis te beroven. Leeft ook van visafval.

A

Haliaeetus albicilla

Rode lijst

Juveniel

Territoriaal, maar paren in voedselrijke gebieden kunnen verrassend dicht bij elkaar broeden. Heeft een baltsvlucht. Bouwt zeer groot nest dat vaak jarenlang gebruikt wordt in de kruin van een boom, in boomloze gebieden ook op de grond. Broedt van januari tot in mei (in Arctische gebieden). Eén legsel met meestal 2 eieren. Broedduur 38 dagen per ei, begint na eerste ei met broeden. Jongen vliegvlug na 70-90 dagen; worden nog zeker een maand gevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoog en bellend, karakteristiek

Visarend

Mannetje; Scandinavische ex. doortrekkers 8-9 | 4-5. mn. te zien met oostenwind

De visarend broedt langs heldere meren, plassen en langs sommige zeekusten, in moerassen, moerasbossen en aangrenzende naaldbossen. Tijdens de doortrek in het voor- en najaar in Nederland in principe overal te zien, waar visrijk water is: rivieren, meren, plassen, vennen, soms aan de kust. Combinatie van rustig, visrijk water en uitkijk- en rustposten is belangrijk. Tijdens de trek ook over gebieden zonder water. Leeft bijna uitsluitend van vissen, met een gewicht van 150 - 300 gram, maar soms tot 2 kilo. Welke soorten dat zijn, hangt af van het gebied. In Nederland onder meer rietvoorn, karper en baars.

A

Pandion haliaetus

Vrouwtje

Bouwt groot, zwaar nest van takken in de buurt van water, in de top van een boom met vrij zicht, soms ook op palen, hoogspanningsmasten en kliffen, op eilanden soms op de grond. Eén broedsel, gemiddeld drie eieren. Broedtijd mei-september. Broedduur 34-43 dagen, begint na leggen eerste ei. Jongen vliegen uit na gem. 50 dagen, worden daarna nog 30-60 dagen gevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zang: aanhoudend zacht gebrabbel - rauwe & fluitende klanken + imitaties

Grauwe Klauwier

Roep: een hees, nasaal “weh” of “tsjek”

Vrouwtje & mannetje; v.a. eind 7-9 naar zuidelijk Afrika | terugkeer in 5

Grauwe klauwieren komen voor in kleinschalige, zeer gevarieerde landschappen, zoals hoogvenen en enkele kleinschalige, oude akker- en weidelandschappen. Belangrijk is een hoog voedselbestand. Voedt zich met grote insecten, kleine zoogdieren, reptielen en jonge/zwakke vogels. Foerageert vaak typisch vanaf hoge tak boven in struik, om vanaf daar naar de grond te duiken. Vangt soms ook insecten in vlucht.

A

Lanius collurio

Rode lijst

Vrouwtje

Broedt van half mei-juli, in een grote struik of kleine boom. Heeft één legsel met meestal 4-6 eieren. Broedduur 12-16 dagen. Het vrouwtje broedt, soms assisteert het mannetje daarbij. Slordig nest meestal relatief laag (1-1,5 meter) in dicht stekelig struikgewas. In de eerste week na het uitkomen blijft het vrouwtje bij de jongen, en verzamelt alleen het mannetje voedsel. Vliegvlug na 14-16 dagen. Soms later vanwege slecht weer. Twee weken na het verlaten kunnen de jongen zelf jagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoboachtig gefluit, lager en vloeiender dan merel.

Wielewaal

Daarnaast gaaiachtig gekrijs en spechtachtige roepen.

Mannetje; va. 7-8 naar m.n. Oost-Afrika | terugkeer va. eind 4-5; nauwelijks doortrekkers

De wielewaal bewoont liefst vochtige, structuurrijke loofbossen; vaak zijn slechts een of twee boomsoorten dominant. Juist hier kunnen bladminnende insecten, waar wielewalen van profiteren, massaal voorkomen. Water in de buurt is een pre; rivierbegeleidende ooibossen, zoals je ze veel in Oost-Europa aantreft, vormen een ideaal habitat. Periodieke overstromingen zorgen er voor een gevarieerd bos qua leeftijdsamenstelling en structuur (maar niet qua soortsamenstelling) waarbij verschillende successiestadia
naast elkaar worden gevonden. Voornamelijk nachtvlinders en rupsen, maar ook fruit, zoals bessen.

A

Orioles orioles

Rode lijst

Vrouwtje

Legt eieren vanaf mei. Heeft één, bij uitzondering twee legsels van meest 3-5 eieren. Het buidelvormige nest bevindt zich goed gecamoufleerd hoog in de boom. Grootbladige populieren zijn in Nederland populair. ‘Mantelzorg’ is onder wielewalen heel gewoon; jongen van het vorige jaar helpen bij het uitbroeden en voeden van jongen van de nieuwe generatie. Vooral in open gebieden, waar relatief grote afstanden worden afgelegd om voedsel te vinden, komt dit bijzondere gedrag veel voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Luide zang zeer kenmerkend, met harde rauwe “krrr-krrr-kiet-kiet”-tonen

Grote Karekiet

m/v (geen onderscheid; va. 8-9 naar zuiden v/d Sahara | terugkeer eind 4

Overjarig, stevig riet is van het grootste belang voor grote karekieten. Tevens heeft hij een goede waterkwaliteit nodig, en een natuurlijke dynamiek van het waterpeil. Mede door onzorgvuldig beheer is dit specifieke habitat hard achteruit gegaan.Voedsel bestaat voornamelijk uit insecten, de soort kan door zijn formaat grotere prooien aan dan zijn familiegenoten. Nagenoeg alles wordt gevonden door te scharrelen door het riet.

A

Acrocephalus arundinaceus

Rode lijst

Grote karekieten zijn gebonden aan overjarig stevig waterriet dat geschikt is om het relatief zware nest te dragen. Ze broeden dan aan de waterzijde. Nadat de eerste grote karekieten eind april terugkomen, begint het broeden vanaf half mei tot midden juli. Is doorgaans monogaam, maar soms kan tot 20% van een populatie er 2-3 vrouwtjes op nahouden. De meeste grote karekieten broeden éénmaal, waarbij 4-5 eieren gelegd worden. Broedduur 13-15 dagen. De jongen zitten 10-15 dagen op het nest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Man roept haast mechanisch tijdens broedtijd

Patrijs

Mannetjes; Standvogel

Patrijzen komen voor op akkers, graslanden en hoogveen, in Nederland vooral in kleinschalig akker- en weidelandschap. De vogels zoeken hun voedsel langs ruige akkerranden met akkeronkruiden, weiden met hagen, met bloemen begroeide dijken, enzovoort. Het nest wordt door de patrijs op de grond gemaakt, in dichte begroeiing. Volwassen patrijzen eten vooral plantaardig voedsel en - als ze ‘voor de bek lopen’ - ook wel insecten. De kuikens zijn volledig van insecten afhankelijk. Daardoor overleven patrijzen alleen op plekken waar voldoende insecten in (ruige) akkerranden en graslanden te vinden zijn.

A

Perdix perdix

Rode lijst

Mannetje & vrouwtje

Broedt van eind april tot eind mei. Eén legsel met een groot aantal eieren, meestal 13 tot 16. Er zijn recordlegsels tot 29 eieren gevonden maar dat is zéér uitzonderlijk. Broedduur: 23-25 dagen. Hoewel patrijzen in groepen kunnen optrekken, is het geen koloniebroeder. Ze hebben een nest op de bodem in dichte vegetatie. De jongen stappen meteen het nest uit en zijn na 14 dagen vliegvlug. Na zo’n 5 weken zijn ze zelfstandig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly