voegwoorden (gevolg) Flashcards
1
Q
si … que
A
zo … dat (ind)
2
Q
tant … que
A
zoveel … dat (ind)
3
Q
tellement … que
A
zo(veel) … dat (ind)
4
Q
de sorte que
A
zodat (ind)
5
Q
de façon que
A
zodat (ind)
6
Q
de manière que
A
zodat (ind)
7
Q
si bien que
A
zo goed dat (ind ;of subj als het na een negatie is)
8
Q
par conséquent, …
A
bijgevolg (ind)
9
Q
de telle sorte que
A
opdat (als negatie of vraag; dus subj)
10
Q
de telle manière que
A
opdat (als negatie of vraag; dus subj)
11
Q
de telle façon que
A
opdat (als negatie of vraag; dus subj)