Voedsel/drank ( Mat/drikk) Flashcards
1
Q
brødskive
A
boterham
2
Q
vare/matvare
A
waar/boodschappen
3
Q
dagligsvare
A
dagboodschappen
4
Q
smør
A
boter
5
Q
leverpostei
A
leverworst/smeerworst
6
Q
syltetøy
A
jam
7
Q
kjøttpålegg
A
vleeswaren
8
Q
og ost (O-ost)
A
en kaas
9
Q
en matpakke
A
een lunchpakketje
10
Q
en agurk
A
augurka
11
Q
en paprika
A
paprika
12
Q
en tomat
A
tomaat
13
Q
et salathode
A
een slakrop
14
Q
en løk
A
een ui
15
Q
en/ei gulrot
A
een wortel