Vocubulaire p.170 et p. 171 Flashcards
1
Q
de eetlust
A
l’appétit
2
Q
de hersenen
A
le cerveau
3
Q
de chemie
A
la chimie
4
Q
de liefde op het eerste gezicht
A
le coup de foudre
5
Q
een plaats
A
un endroit
6
Q
een vulkaanuitbarsting
A
un éruption volcanique
7
Q
de menselijke soort
A
l’espèce humaine
8
Q
een mens, een menselijk wezen
A
un être humain
9
Q
de bestaandsreden
A
la raison d’être
10
Q
een wetenschapper
A
un scientifique
11
Q
de overleving
A
la survie
12
Q
een vulkaan
A
un volcan
13
Q
blind
A
aveugle
14
Q
chemisch
A
chimique
15
Q
handelen
A
agir
16
Q
dienst weigeren
A
se dérober
17
Q
onthullen
A
dévoiler
18
Q
bervijden
A
libérer
19
Q
uitlokken
A
provoquer
20
Q
ondergaan
A
subir
21
Q
een hart hebben die sneller klopt
A
avoir le coeur qui bat
22
Q
in ademnood zijn
A
avoir le souffle coupé
23
Q
vlinders in de buik hebben
A
avoir le ventre noué
24
Q
met zijn mond vol tanden staan
A
rester bouche bée
