vocaulaire mobilitée chapitre 1 Flashcards
une trotinette
het step
la cause
de oorzaak
d’une part
enerzijds
d’autre part
anderzijds
la conséquence, dû
het gevolg
rempli
overvol
un collaborateur
de medewerker
un engare à vélo
de fietsenstalling
s’occuper avec
zich bezich houden met
le rendez-vous
de afspraak
la veste fluo (2)
het fluojasje / het fluohesje
streek
la région
un engare à vélo avec toit
de overdekte fietsenstalling
par beau temps
bij mooi weer
la grève
de staking
diazaine
tienTAL
bondé
stampvol
le casier
het kastje
les transport(s) en commun
het vervoermiddel(-en)
la plus part du temps
meestal
pratique
pratisch
voorstellen
porposer
le compte d’épargne
de spaarrekening
en monté
bergop
récemment
onlangs
un site propre, rails
eigen sporen
mouillé
nat
la tirelire
de spaarpot
économiser
sparen
chouette
leuk, tof
l’argent de poche
het zakgeld
de buurt
le quartier
périr dans un accident
verongelukt zijn
dangereux
gevaarlijk
interdir
verbieden
avoir du retard
vertaging hebben
l’accident (2)
het ongelukt - het ongeval
moins, réduit
minder
peu, pas assez
weinig
depuis (2)
sinds, sedert
valloné
heuvelachtig
opinion personnel
eigen menig
la destination
de bestemming
de dienstregeling
l’horaire (tram/bus)
prudent
voorzichtig
confortable - agréable (3)
gezllig, aangenaam, prettig
se presser, se hâter
zich haasten
changer de transport en commun
afstappen
faire du coovoiturage
carpoelen
prêt
bereid
le confiance
het vertrouwen
l’entretient
het onderhoud
obligatoire
verplicht
le plan de mobilité scolaire
het schoolvervoerplan
facture des cervicales
schedelbreuk
inciter, encourager à (3)
aanmoedigen tot, aansporen tot, aanzetten tot
tout (maximum)
helemaal
en descente
bergaf
les éducateurs, les surveillants
de opzichter
un panneau stop
een stopbord
il y a un cadenas
er is een hangslot
la vitesse autorisée
de toegelaten sneilheid
la largeur
de breedte
penser à
denken aan
faire la navette
pendelen
occupé
bezig
préférer
liever
alors
daarop
ainsi, donc
daarmee
le voyage
het uitstapje
hoeft (2)
n’est, ne
préoccuper
zorgen te maken
possible
mogelijk
plutôt
nogal
la durée
de duur
marcher, fonctionner
lukken
arriver, sortir
geraken
problème de circulation
de verkeersproblemen
le choix
keuze
seulement, juste
alleen
plus longtemps
langer
stuck
coincé
par exemple
bijvoorbeeld
atteindre
bereiken
concernant
betreft
arriver
geraken
souvent
dikwijls
tant de
zoveel
stolen
voler qq chose
l’avis, l’opinion
mening
le vol de vélo
fietsendiefstal
le(s) déplacement(s)
de verplaatsing(en)
en sécurité
het veilig
le casque à vélo
de fietshelm
le trafic cycliste
fietsverkeer
améliorer
verbeteren
libertée
de vreijheid
quelque part
ergens
l’avantage - les avantages
het voordeel - de voordelen
l’inconvénient - les inconvénients
het nadeel - de nadelen
agité
druk
calme
rustig
hors de question
geen sprake van
interdir
verbieden
dépendre de
afhangen van
sa dépend
het hangt ervan af
rouler sur un site propre
op eigen sporen rijden
l’horaire
de dienstregeling
ma mère me l’a interdit
Ik mag niet van mijn ouders
dans les embouteillages
in de file staan
dans les bouchons
In de opstopping
bavarder
babbelen
emmener à
brengen naar
le trottoir
het voetpad
le(s) piéton(s)
de voetganger(s)
marcher
stappen
courir
lopen
le trottoir
de stoep
indiquer
aanduiden
par
door
la ligne
de lijn
le casque
de helm
l’agglomération
de bebouwde kom
le conducteur
de bestuurder
l’usager faible
de zwakke weggebruiker
le permis de conduire
het rijbewijs
le surveillant mendaté
de gemachtigde opzichter
le panneau de signalisation
de toegelaten sneilheid
le chargement
de laad
le déchargement
het lozen
charger
laden
décharger
lossen
une personne âgée
een oudere persoon
une personne vielle
een oude persoon
une campagne
een campagne
le sécurité
de veiligheid
le ceinture du pentalon
de broekriem
attacher
vastmaken
tend tons bras
steek je arm uit
traverser
overstekken
le clignotant
het knipperlicht
j’ai écrasé quelqu’un
Ik heb iemand overreden
la marchandise
de goederen
les bandes réfléchissantes
reflecterende strips
le carrefour
het kruistpunt
le garage à vélo
de fietsenstalling
aménager
inbouwen
l’amande
de boete
la rue fermée à la circulation
de verkeersvrije straat
construire
inbouwen
le voyageur, passagé
de medereiziger
écraser
overrijden (verbe à particule inséparable)
la formation routière
de verkeersopleiding
boucler sa ceinture de sécurité
de veiligheidsgordel vastklikken
la circulation
het verkeer
tendre le bras
de arm uitsteken
changer de direction
van richting veranderen
écraser qq
overrijden
devoir descendre du trottoir
van de stoep af moeten
garder ses distances
afstand houden
aller chercher qq
iemand ophalen
begeleider
accompagnateur
déposer qq
iemand afzetten
begeleiden
accompager
disposer de
beschikken
donner le priorité a qq
iemand voorang geven
la région Bruxelles-capitale
het Brussels geweest
changer
veranderen
raccourcir
verkleinen
place de parking
de parkeerplaatsen
le détour
de omweg
porter le ceinture de sécurité
de veiligheidsgordel dragen