Vocabulary Unit 2_Land of Liberty. Flashcards
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: movies
cinema
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: trunk
boot
een gelaatsscherm
a face shield
een wolkenkrabber
(a) skyscraper
Wat betekent purse in Brits en Amerikaans Engels?
B: wallet for women
A: handbag
oorbeschermers
ear muffs
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: gas, gasoline
petrol
kopen/aankopen
(to) purchase
een werkbroek
a pair of work trousers
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: crazy
mad
Wat betekent rubber in Brits en Amerikaans Engels?
B: pencil eraser
A: condom
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: elevator
lift
troosteloos
dismal
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: cell phone
mobile phone
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: vacation
holiday
een fluohesje
a reflective safety vest
Wat betekent first floor in Brits en Amerikaans Engels?
B: floor above ground level
A: ground level
een overall
overalls
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: sweater
jumper
een veiligheidshelm
a protective helmet
een lasmasker
a welding mask
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: line
queue
oordopjes
ear plugs
een laboratoriumjas
a lab coat
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: truck
lorry
een loket
(a) ticket booth
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: vacuum cleaner
hoover
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: apartement
flat
Wat betekent hockey in Brits en Amerikaans Engels?
B: field hockey
A: ice hockey
Geef het Britste woord voor het Amerikaanse woord: diaper
nappy