Vocabulary Unit 2 Flashcards
accomplish
volbrengen
alternate
afwisselen
arbitrary
willekeurig
baffled
stomverbaasd
bland
mild
comprehensive
veelomvattend, uitgebreid
conduct
uitvoeren
counterpart
ambtsgenoot
crack down on
met harde hand optreden tegen
denigrating
klelnerend
dub
bestempelen als
edit
bewerken
explore
onderzoeken
gig
eenmalig optreden
illegible
onleesbaar
punctual
op tijd aanwezig
remorse
spijt
reside
wonen (formeel)
resolute
vastberaden
sample
steekproef
self-deprecation
zelfspot
self-disparaging
zelfspottend
subtract
aftrekken (van getallen)
topic
onderwerp
trait
trek
verbal
mondeling, verbaal
make notes
aantekeningen maken
initially
aanvankelijk
present
aanwezig
considerable
aanzienlijk
first of all
allereerst
offensive
beledigend
highlight
benadrukken
remain
blijven
keep in touch
contact houden
that’s why
daarom
survey
enquête
inherit
erven
sophisticated
geavanceerd, hoogontwikkeld
become fascinated
geboeid raken
raise
grootbrengen
entirely
helemaal
it’s all part of the game
het hoort er nu eenmaal bij
meanwhile
intussen
unfortunately
jammer genoeg, helaas
outlook on
kijk op
sitcom
komische serie
grow
kweken
inform
meedelen
latest
nieuwste