Vocabulary Chapter 2 Flashcards
1
Q
Adapt
A
Aanpassen
2
Q
Build from scratch
A
Vanuit het niets opbouwen
3
Q
Celebrate
A
Vieren
4
Q
Comply
A
Luisteren naar, gehoorzamen aan
5
Q
To the contrary
A
Integendeel
6
Q
Dedicate
A
Toewijden
7
Q
Densely
A
Dicht
8
Q
Disconnect
A
Niet verbonden
9
Q
Dispute
A
In twijfel trekken
10
Q
Embody
A
Uitdrukken
11
Q
Fortuitiously
A
Toevallig
12
Q
Immerse
A
Onderdompelen
13
Q
Interact
A
Omgaan met, communiceren
14
Q
Lot
A
Groep, club
15
Q
Match-up
A
Koppeling
16
Q
Measure out
A
Doseren, afwegen
17
Q
Merge
A
Samenvoegen
18
Q
Obviously
A
Overduidelijk
19
Q
Outpost
A
Buitenpost
20
Q
Refuse
A
Weigeren
21
Q
Reluctant
A
Aarzalen over
22
Q
Resource
A
Bron
23
Q
Role model
A
Rolmodel, voorbeeld
24
Q
Set up
A
Opzetten
25
Shelter
Beschutting
26
Solid
Stevig
27
Substantiate
Onderbouwen
28
Unassisted
Zonder hulp
29
Awareness
Bewustzijn
30
Civic
Burgerlijk
31
Constituency
Kiesdistrict
32
Consultation
Beraadspleging
33
Detrimental
Schadelijk
34
Empathy
Empathie, inlevingsvermogen
35
Enhance
Verbeteren
36
Inclusive
Betrokken
37
Involve
Betrekken bij
38
Margin
Marge
39
Mobilised
Mobiliseren, in beweging brengen
40
Relegate
Degraderen
41
Sceptic
Scepticus (iemand die twijfelt of kritisch is)
42
Tendency
Neiging
43
Allegiance
Loyaliteit
44
Allude
Verwijzen naar
45
At the expense of
Ten koste van
46
Be committed
Toegewijd zijn aan
47
Emblem
Embleem, symbool
48
Empowers
In staat stellen
49
Ethnic
Etnisch (e)
50
Etymology
(Studie naar de )Herkomst van woorden
51
Founder
Oprichter
52
Hardiness
Taaiheid
53
Heritage
Erfgoed
54
Indomitable
Ontembaar
55
Ineligible
Niet in aanmerking komen voor
56
Perseverance
Volharding, doorzettingsvermogen
57
Pledged
Plechtig beloven
58
To pursue
Nastreven
59
Resolution
Besluit
60
Sovereign state
Soevereine staat, onafhankelijkd staat
61
Vigilant
Waakzaam
62
abundant
overvloedig
63
achieve
bereiken
64
alleviation
verlichting
65
attain
verkrijgen
66
courage
moed
67
decent
fatsoenlijk
68
defy
uitdagen
69
demean
verlagen
70
deprivation
tekort
71
devoid
zonder, ontdaan van
72
diminish
verkleinen
73
enhance
versterken
74
to ensure
verzekeren van, zorgen voor
75
eradication
uitroeiing
76
equitable
rechtvaardige
77
equity
rechtvaardigheid
78
to excel
uitmunten
79
hindrance
hinder
80
ignorance
onwetendheid
81
opulence
weelde
82
outstrip
overtreffen
83
penury
armoede
84
persistence
volharding
85
regards
beschouwen
86
relent
zwichten
87
resolve
oplossen
88
viable
haalbaar, rendabel
89
utilise
gebruiken
90
aanpassen
adapt
91
vanuit het niets opbouwen
build
92
vieren
celebrate
93
luisteren naar, gehoorzamen aan
comply
94
integendeel
to the contrary
95
toewijden
dedicate
96
dicht
densely
97
niet verbonden
disconnect
98
in twijfel trekken
dispute
99
uitdrukken
embody
100
toevallig
fortuitously
101
onderdompelen
immerse
102
omgaan met, communiceren
interact
103
groep, club
lot
104
koppeling
match-up
105
doseren, afwegen
measure out
106
samenvoegen
merge
107
overduidelijk
obviously
108
buitenpost
outpost
109
weigeren
refuse
110
aarzelen over
reluctant
111
bron
resource
112
rolmodel, voorbeeld
role model
113
opzetten
set up
114
beschutting
shelter
115
stevig(e)
solid
116
onderbouwen
sunbstantiate
117
zonder hulp
unassisted
118
bewustzijn
awareness
119
burgerlijk
civic
120
kiesdistrict
consituency
121
beraadspleging
consultation
122
schadelijk
detrimental
123
empathie, inlevingsvermogen
empathy
124
verbeteren
enhance
125
betrokken
inclusive
126
betrekken bij
involve
127
marge
margin
128
mobiliseren, in beweging brengen
mobilised
129
degraderen
relegate
130
scepticus
sceptic
131
neiging
tendency
132
loyaliteit
allegiance
133
verwijzen naar
allude
134
ten koste van
at the expense of
135
toegewijd zijn aan
be committed
136
embleem
emblem
137
in staat stellen
empowers
138
etnisch
ethnic
139
studie naar de herkomst van woorden
etymology
140
oprichter
founder
141
taaiheid
hardiness
142
erfgoed
heritage
143
ontembaar
indomitable
144
niet in aanmerking komen
ineligible
145
volharding, doorzettingsvermogen
perseverance
146
plechtig beloven, toezeggen
pledged
147
nastreven
to pursue
148
besluit
resolution
149
soevereine staat, onafhankelijke staat
sovereign state
150
waakzaam
vigilant
151
overvloedig(e)
abundant
152
bereiken
achieve
153
verlichting
alleviation
154
verkrijgen
attain
155
moed
courage
156
fatsoenlijk
decent
157
uitdagen
defy
158
verlagen
demean
159
tekort
deprivation
160
zonder, ontdaan van
devoid
161
verkleinen
diminish
162
versterken
enhance
163
verzekeren van, zorgen voor
to ensure
164
uitroeiing
eradication
165
rechtvaardige
equitable
166
rechtvaardigheid
equity
167
uitmunten
to excel
168
hinder
hindrance
169
onwetendheid
ignorance
170
weelde
opulence
171
overtreffen
outstrip
172
armoede
penury
173
volharding, doorzettingsvermogen
persistence
174
beschouwen
regards
175
zwichten
relent
176
oplossen
resolve
177
haalbaar, rendabel
viable
178
gebruiken
to utilise