Vocabularium: clothes and comparisons p.120-123 Flashcards
1
Q
een bloes
A
a blouse
2
Q
een strik
A
a bow tie
3
Q
een jas
A
a coat
4
Q
een jurk
A
a dress
5
Q
een hoodie
A
a hoodie
6
Q
een jasje
A
a jacket
7
Q
een hemd
A
a shirt
8
Q
een short
A
( a pair of ) shorts
9
Q
een rok
A
a skirt
10
Q
sokken
A
socks
11
Q
een kousenbroek
A
tights
12
Q
een pak
A
a suit
13
Q
een trui
A
a sweater
14
Q
een das
A
a tie
15
Q
nylon kousen / een panty
A
stockings / tights
16
Q
een T-shirt
A
a T-shirt
17
Q
een onderhemd / een topje
A
a top
18
Q
een broek
A
a pair of trousers
19
Q
ondergoed
A
underwear
20
Q
een onderhemd
A
a vest
21
Q
een tas
A
a bag
22
Q
een armband
A
a bracelet
23
Q
een pet
A
a cap
24
Q
oorbellen
A
earrings
25
een handtas
a handbag
26
een hoed
a hat
27
een halsketting
a necklace
28
een piercing
a piercing
29
een kleine handtas
a purse
30
een ring
a ring
31
een portefeuille
a wallet
32
een horloge
a watch
33
laarzen
boots
34
hoge hakken
high heels
35
schoenen
shoes
36
slippers
slippers
37
sportschoenen
trainers
38
zwart
black
39
blauw
blue
40
bruin
brown
41
groen
green
42
grijs
grey (BrE) / gray (AmE)
43
oranje
orange
44
roze
pink
45
rood
red
46
wit
white
47
geel
yellow
48
geruit
checked
49
gebloemd
floral / flowery
50
krijtstreep
pin-striped
51
geruit
plaid
52
effen
plain
53
gestippeld
polka-dotted
54
gevlekt
spotted
55
gestreept
striped
56
schotse ruit
tartan
57
zijde
silk
58
jeans
jeans / denim
59
wol
wool
60
leer
leather
61
katoen
cotton