Vocabulario p.196-198 Sp --> Nl Flashcards
Bienvenidos
Welkom
Hola
Hallo
Buenos dias
Goedendag/goedemorgen
El dia
De dag
Escuch
Luister (naar)
Algunas personas
Enkele mensen
Personas que vamos a conocer
Mensen die we gaan leren kennen
Conocer
(Leren) kennen
En nuestro viaje
Tijdens onze reis
el viaja
de reis
por os paises hispanohablantes
door de Spaanssprekende landen
el pais
het land
hispanohablante
spraanssprekend
?En qué orden?
In welke volgorde?
el orden
de volgorde
se presentan
ze stellen zich voor
me llamo…A
ik heet…
?Como se llama usted?
hoe heet u?
llamarse
heten
buenas tardes
goedemiddag/goedenavond
la tarde
de middag/de avond
y tu
en jij
?Como te llamas?
Hoe heet jij?
soy
ik ben
adios
tot ziens/dag
hasta luego
tot straks
una cadena
een ketting
preséntese a sus companeros
stel u voor aan uw medecursisten
el/la companero
de medecursist(e)
saludar
begroeten
despedirse
afscheid nemen
buenas noches
goedenavond/goedenacht
la noche
de avond/de nacht
hasta pronte
tot gauw
se usa
wordt gebruikt
usar
gebruiken
hasta las 14h
tot 2 uur ‘s middags
de 14 - 20h
van 14 uur tot 20 uur
después de las 20h
na 8 uur ‘s avonds
los números
de getallen
el número
het getal/het nummer
repita
herhaal
de 0 a 10
van 0 tot 10
la sección
de rubriek
la Panamericana
De panamerikaanse snelweg
cada
elk/ieder
la unidad
het hoofdstuk
se presenta un pais
wordt een land voorgesteld
presentar
voorstellen
encuentra
vindt u
encontrar (eu)
vinden
los siguientes paises
de volgende landen
siguiente
volgend
México
Mexico
Colombia
Colombia
es (ser)
is
son (ser)
(ze) zijn
la última unidad
het laatste hoofdstuk
último/a
laatste
mas palabras
meer woorden