Vocabolario Flashcards
de reis
il viaggio
het vervoersmiddel
il mezzo di trasporto
de animator
l’animatore turistico
het touristische dorpje
il villaggio turistico
het landschap
il paesaggio
het streekproduct
il prodotto tipico
de bagage
il bagaglio
de handbagage
il bagaglio da mano
de ruimbagage
il bagaglio da stiva
de koffer
la valigia
de rugzak
lo zaino
de handtas
la borsa
op aanvraag
su richiesta
de zonsopgang
l’alba
de zonsondergang
il tramonto
romantisch
romantico/a
de dubbele kajuit
la cabina doppia
het opstappunt
voor een boot
il punto d’imbarco
het tafelkleed
la tovaglia
het schaak
schaken
gli scacchi
giocare a scacchi
het dammen
dammen
la dama
giocare a dama
de accommodatie
l’alloggio
overnachten
pernottare
de overnachting
il pernottamento
verblijven
soggiornare
het verblijf
il soggiorno
de politieagent
il vigile
de politie
straatpolitie
il corpo dei vigili
polizia della strada
het hotel
l’albergo
de boerderij
om te slapen
l’agriturismo
het appartement
l’appartamento
het vakantiehuisje
la casa vacanze
het hostel
l’ostello
de camping
il campeggio
iets huren
bvb een auto/een fiets
noleggiare qualcosa
un’auto/una bicicletta
iets huren
bvb een huis/appartement
affittare qualcosa
un appartamento/una casa
het autoverhuurbedrijf
il autonoleggio
een huurauto
un auto a noleggio
een huurappartement
un appartamento in affitto
de privé auto
l’auto privata
het vliegtuig
l’aereo
de trein
il treno