Grammatica Flashcards

1
Q

Ik ben te weten gekomen dat …

Dit is nieuwe info voor mij

A

Ho saputo …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ik kende dat …

Deze informatie ken ik al lang

A

Sapevo ….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ik heb … leren kennen
Ik heb … ontmoet

Dit is een nieuwe persoon voor mij

A

Ho conosciuto …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ik kende …
Ik ontmoette

Ik ken deze persoon al lang

A

Conoscevo …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ik zou je iets willen vragen

A

Volevo chiederti una cosa

l’uso dell’imperfetto per esprimere una desiderata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Je het 1 uur nodig

A

Ci vuole un’ora

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Je hebt 21 uur nodig

A

Ci vogliono 21 ore

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly