Grammatica Flashcards
1
Q
Ik ben te weten gekomen dat …
Dit is nieuwe info voor mij
A
Ho saputo …
2
Q
Ik kende dat …
Deze informatie ken ik al lang
A
Sapevo ….
3
Q
Ik heb … leren kennen
Ik heb … ontmoet
Dit is een nieuwe persoon voor mij
A
Ho conosciuto …
4
Q
Ik kende …
Ik ontmoette
Ik ken deze persoon al lang
A
Conoscevo …
5
Q
Ik zou je iets willen vragen
A
Volevo chiederti una cosa
l’uso dell’imperfetto per esprimere una desiderata
6
Q
Je het 1 uur nodig
A
Ci vuole un’ora
7
Q
Je hebt 21 uur nodig
A
Ci vogliono 21 ore