Vocabolario Flashcards
1
Q
de bar
A
il bar
2
Q
het voorgerecht
A
l’antipasto
3
Q
de kelner
A
il cameriere
4
Q
het bijgerecht
A
il contorno
5
Q
de rekening
A
il conto
6
Q
de reservatie
A
la prenotazione
7
Q
het restaurant
A
il ristorante
8
Q
de ijswinkel
A
la gelateria
9
Q
het restaurant
informele plaats (taverne)
A
la trattoria
10
Q
het pizza-restaurant
A
la pizzeria
11
Q
de kiosk
met eten
A
il chiosco
12
Q
Winkel met warme snacks
pizza, frietjes, worstenbroodjes
A
la rosticceria
13
Q
de primo
gerecht op basis van pasta/rijst
A
il primo
14
Q
de secondo
gerecht met vlees of vis (of vega)
A
il secondo
15
Q
het dessert
A
il dolce / il dessert