Voca D H1 NL - FR Flashcards
1
Q
Een appartement delen
A
Partager un appartement
2
Q
Het baantje
A
Le boulot
3
Q
Het bedrijf
A
L’enterprise
4
Q
Beginnen
A
Débuter
5
Q
Belangrijk
A
Capital
6
Q
Het eindexamen
A
Le bac(calauréat)
7
Q
Zich op zijn/haar gemak voelen
A
Se sentir à l’aise
8
Q
Het huis uitgaan
A
Quitter la maison des parents
9
Q
De huishoudelijke taak
A
La tâche ménagère
10
Q
De huur
A
Le loyer
11
Q
De interesse
A
Le centre d’intérêt
12
Q
(Ver)krijgen
A
Obtenir
13
Q
Het management
A
La gestion
14
Q
Het onderhoud, het gesprek
A
L’entretien
15
Q
De opleiding
A
La formation