Voca D H1 FR - NL Flashcards
1
Q
Le bac(calauréat)
A
Het eindexamen
2
Q
Le boulot
A
Het baantje
3
Q
Capable de
A
In staat tot/om te
4
Q
Capital
A
Belangrijk
5
Q
Le centre d’intérêt
A
De interesse
6
Q
Concernant
A
Betreffend, over
7
Q
La confiance
A
Het vertrouwen
8
Q
Le contenu
A
De inhoud
9
Q
Se débrouiller
A
Zich redden
10
Q
Débuter
A
Beginnen
11
Q
L’enseignement supérieur
A
Hoger onderwijs
12
Q
L’enterprise
A
Het bedrijf
13
Q
L’entretien
A
Het onderhoud, het gesprek
14
Q
Éveiller
A
Aanwakkeren
15
Q
Exigeant
A
Veeleisend