VOC Trajet 2 Flashcards
1
Q
l’aide
A
de hulp
2
Q
l’assocation
A
de vereniging
3
Q
le budget
A
het budget
4
Q
le but
A
het doel
5
Q
le développement
A
de ontwikkeling
6
Q
l’objectif
A
de doelstelling
7
Q
la solidarité
A
de solidariteit
8
Q
pauvre
A
arm
9
Q
solidaire
A
solidair
10
Q
volontaire
A
vrijwillig
11
Q
collaborer
A
samenwerken
12
Q
compter sur
A
rekenen op
13
Q
financer
A
financieren
14
Q
organiser
A
organiseren
15
Q
s’adresser â
A
zich richten tot
16
Q
l’enjeu
A
de inzet
17
Q
infantile
A
kinder-
18
Q
faire appel à
A
een beroep doen op
19
Q
relever un défi
A
een uitdaging aangaan
20
Q
en détresse
A
in nood
21
Q
le bien-être
A
het welzijn
22
Q
la pauvreté
A
de armoede
23
Q
le réfugié
A
de vluchteling
24
Q
défavorisé
A
benadeeld
25
démuni
straatarm
26
exclu(e)
uitgesloten
27
précaire
onzeker
28
vulnérable
kwetsbaar
29
l'action caritative
de liefdadigheids-actie
30
la collecte d'argent
de geldinzameling
31
la contribution
de bijdrage
32
le don
de gift
33
l'engagement
het engagement
34
la lutte
de strijd
35
la mobilisation
de mobilisatie
36
le soutien
de steun
37
agir
handelen
38
collecter des fonds
geld inzamelen
39
combattre
vechten tegen
40
contribuer à
bijdragen tot
41
faire un don
een gift doen
42
intervenir
tussenkomen
43
lutter contre
vechten/strijden tegen
44
unir ses forces
de krachten bundelen
45
parrainer
sponsoren
46
se mobiliser
zich mobiliseren
47
s'engager
zich inzetten
48
sponsoriser
sponsoren
49
soutenir
ondersteunen
50
l'espoir
de hoop
51
la générosité
de vrijgevigheid
52
la banque alimentaire
de voedselbank
53
le bénévolat
het vrijwilligerswerk
54
le bénévole
de vrijwilliger
55
la bonne cause
het goede doel
56
la charité
het liefdadigheidswerk
57
la Croix-Rouge
het rode kruis
58
MSF
artsen zonder grenzen
59
l'ONG
de ngo (niet-gouvernementele organisatie)
60
La Spa (Société Protectrice des Animaux)
de dierenbescherming
61
le/la volontaire
de vrijwilliger
62
caritative
liefdadig
63
humanitaire
humanitair
64
collaborer
samenwerken
65
faire du bénévolat
vrijwilligerswerk doen
66
mettre sur pied
op poten zetten
