Les loisirs Flashcards
l’abonnement
het abonnement
l’appli(cation)
de app
l’athlétisme
de atletiek
la boum
de fuif, het feestje
le court de tennis
de tennisbaan
l’escalade
de (berg)beklimming
le feu de camp
het kampvuur
le grimpeur
de klimmer
l’occasion
de gelegenheid
le public
het publiek
la randonnée
de (wandel)tocht, de (trek)tocht
le repos
de rust
les réseaux sociaux
de sociale media
le sac à dos
de rugzak
le tchat
de chat
amusant(e)
leuk, grappig
battre
verslaan
(se) blesser
(zich) verwonden, (zich) kwetsen
bouger
bewegen
dormir sous la tente
in de tent slapen
être (quatre)
(met z’n vieren) zijn
être passionné(e) de
heel geboeid zijn door, een passie hebben voor
grimper
klimmen, klauteren
jogger
joggen
monter sa tente
zijn tent opzetten
répéter
repeteren
s’abonner (à)
zich abonneren (op)
se baigner
zwemmen
sortir (en boîte)
uitgaan (in een discotheek)
tchatter
chatten
à l’aide de
met behulp van
à l’occasion de
ter gelegenheid van
à proximité de
dicht bij
les loisirs
hobby’s, de vrijetijdsbesteding
le participant, la participante
de deelnemer, de deelneemster
le passe-temps
de hobby, het tijdverdrijf
accessible
toegankelijk
atteindre
bereiken
