voc parler des inventions Flashcards
1
Q
l’appareil
A
het toestel
2
Q
l’appli(cation)
A
de app
3
Q
l’expérience
A
het experiment
4
Q
l’imagination
A
de verbeelding
5
Q
l’inventeur
A
de uitvinder
6
Q
l’invention
A
de uitvinding
7
Q
l’objet
A
het object
8
Q
la solution
A
de oplossing
9
Q
le système
A
het systeem
10
Q
la vie
A
het leven
11
Q
compliqué
A
ingewikkeld
12
Q
écologique
A
ecologisch
13
Q
efficace
A
efficiënt
14
Q
encombrant
A
hinderlijk
15
Q
original
A
origineel
16
Q
pratique
A
praktisch
17
Q
simple
A
eenvoudig
18
Q
solaire
A
zonne-
19
Q
utile
A
handig
20
Q
appuyer
A
drukken
21
Q
créer
A
ontwerpen, maken
22
Q
enlever
A
afnemen, afdoen, uitdoen
23
Q
faciliter
A
vergemakkelijken
24
Q
fixer
A
vastmaken
25
imaginer
bedenken
26
inventer
uitvinden
27
mélanger
mengen
28
se mettre à
beginnen te
29
mettre en marche
aanzetten
30
permettre de
mogelijk maken om
31
relier à
verbinden met
32
servir à
dienen om te/ voor
33
(se) toucher
(elkaar) (aan)raken
34
tourner
(om)draaien
35
à l'aide de
door middel van
36
grâce à
dankzij
37
ainsi
zo
38
de cette façon
op die manier
39
donc
dus
40
Comment ça marche?
Hoe werkt het?
41
Vous pouvez m'expliquer comment ça marche?
Kunt u mij uitleggen hoe dat werkt?
42
Comment on fait pour ... (+infinitif)?
Wat moet je doen om ... ?
43
Cet appareil sert à ... (+infinitif)
Dat toestel dient om te...
44
On peut l'employer pour ... (+infinitif)
Je kan het gebruiken om te...
45
Il est très pratique pour ... (+infinitif)
Het is erg praktisch om te ...
46
Il est très utile, parce que...
Het is erg handig, omdat...
47
Cette invention permet de (+infinitif)
Deze uitvinding maakt het mogelijk om....
48
Cet appareil marche/ fonctionne à ... (+substantif)
Dit toestel werkt op ...
49
la pile
de baterij
50
la prise
het stopcontact
51
l'interrupteur
de schakelaar
52
le fil électrique
een elektrische draad
53
le bouton marche-arrêt
de aan-en-uitknop
54
en bois
in hout
55
en cuir
in leder
56
en métal
in metaal
57
en plastique
in plastic
58
en verre
in glas
