Voc P71 Flashcards
Het ongeval
L’accident
Het astma
L’asthme
De blauwe plek
Le bleu
Het puistje
Le bouton
De diarree
La diarrhée
De pijn
La douleur
De verstuiking, verzwikking
L’entorse
De koorst
La fièvre
De griep
La grippe
De ziekte
La maladie
De patiënt
Le patient
De (muggen)beet, de inspuiting
La piqûre (de moustique)
De verkoudheid
Le rhume
De gezondheid
La santé
De hoest
La toux
Verstopt
Bouché(e)
Depressief, neerslachtig
Déprimé(e)
Zwak
Faible
Moe
Fatigué(e)
Verstuikt, verzwikt
Foulé(e)
Gezwollen
Gonflé(e)
Ernstig, erg
Grave
Bleek
Pâle
Dringend
Urgent(e)
De pijnstiller
L’ antidouleur
De (tand)beugel
L’appareil dentaire
Het verband
Le bandage
De kruk
La béquille
De tablet
Le comprimé
Het onsmettingsmiddel
Le désinfectant
Het ijsblokje
Le glaçon
De neusdruppels
Les gouttes pour le nez
Het medicijn
Le médicament
De watten
L’ouate
Het verband
Le pansement
Het tabletje
La pastille
Het pilletje, de pil
La pilule
Het gips
Le plâtre
De zalf
La pommade
De remedie, geneesmiddel, het hulpmiddel
Le rémede
De rust
Le repos
De siroop
Le sirop
De pleister
Le sparadrap
De temperatuur
La température
De thermometer
Le thermomètre
Help!
Au secours!
Veel beterschap!
Bon rétablissement!
