Voc Obligations Flashcards
1
Q
le droit des obligations
A
het verbintenissenrecht
2
Q
le Code civil
A
het Burgerlijk Wetboek
3
Q
le droit commun
A
het gemeen recht
4
Q
le principe général du droit
A
het algemene rechtsbeginsel
5
Q
l’obligation
A
de verbintenis
6
Q
le débiteur
A
de schuldenaar
7
Q
le créancier
A
de schuldeiser
8
Q
la prestation
A
de prestatie
9
Q
la créance
A
de schuldvordering
10
Q
la dette
A
de schuld
11
Q
le droit réel
A
het zakelijke recht
12
Q
l’obligation civile
A
de burgerlijke verbintenis
13
Q
l’obligation purement morale
A
de louter morele verbintenis
14
Q
l’obligation naturelle
A
de natuurlijke verbintenis
15
Q
l’obligation de donner
A
de verbintenis iets te geven
16
Q
l’obligation de faire
A
de verbintenis iets te doen
17
Q
le service
A
de dienst
18
Q
l’obligation de ne pas faire
A
de verbintenis iets niet te doen
19
Q
le transfert de propriété
A
de eigendomsoverdracht
20
Q
le patrimoine
A
het vermogen
21
Q
la réserve de propriété
A
het eigendomsvoorbehoud
22
Q
la spécification
A
de afzondering
23
Q
la dette de valeur
A
de waardenschuld
24
Q
la dette de somme
A
de sommenschuld
25
la chose future
de toekomstige zaak
26
l'obligation de moyen
de inspanningsverbintenis
27
l'obligation de résultat
de resultaatsverbintenis
28
l'obligation conjonctive ou cumulative
de cumulatieve verbintenis
29
l'obligation alternative
de alternatieve verbintenis
30
l'obligation facultative
de facultatieve verbintenis
31
l'obligation conjointe
de samengevoegde verbintenis
32
l'obligation divisible
de deelbare verbintenis
33
l'obligation solidaire
de hoofdelijke verbintenis
34
l'obligation indivisible
de ondeelbare verbintenis
35
l'obligation à la dette
de gehoudenheid
36
la contribution à la dette
de bijdrage
37
les grands principes
de basisbeginselen
38
le contrat
het contract
39
la convention
de overeenkomst
40
la partie
de partij
41
le tiers
de derde
42
l'acte juridique unilatéral
de eenzijdige rechtshandeling
43
les sources des obligations
de bronnen van verbintenissen
44
l'acte juridique
de rechtshandeling
45
le fait juridique
het rechtsfeit
46
le contrat bipartite
de tweepartijenovereenkomst
47
le contrat multipartite
de meerpartijenovereenkomst
48
le contrat unilatéral
de eenzijdige overeenkomst
49
le contrat synallagmatique parfait
de volmaakt wederkerige overeenkomst
50
le contrat synallagmatique imparfait
de onvolmaakt werderkerige overeenkomst
51
la connexité
de samenhang
52
la donation
de schenking
53
la libéralité
de gift
54
le contrat à titre onéreux
de overeenkomst onder bewarende titel
55
le contrat à titre gratuit
de overeenkomst ten kostenloze titel / de overeenkomst om niet
56
le contrat aléatoire
het kanscontract
57
le contrat commutatif
het vergeldende contract
58
le contrat consensuel
de consensuele overeenkomst
59
le contrat réel
de zakelijke overeenkomst
60
le contrat solennel
de plechtige overeenkomst
61
le contrat nommé
de benoemde overeenkomst
62
le contrat innomé
de onbenoemde overeenkomst
63
le contrat principal
het hoofdcontract
64
le contrat accessoire
het bijkomende contract
65
le contrat instantané
het aflopend contract
66
le contrat successif
het duurcontract
67
le contrat commercial
het handelscontract
68
le contrat civil
het burgerlijk contract
69
l'autonomie de la volonté
de wilsautonomie
70
la liberté contractuelle
de contractvrijheid
71
de manière expresse
uitdrukkelijk
72
de manière tacite
stilzwijgend
73
le contrat d'adhésion
het toetredingscontract
74
la force obligatoire du contrat
de verbindende kracht van de overeenkomst
75
la théorie de l'imprévision
de imprevisieleer
76
la bonne foi
de goede trouw
77
la fonction complétive de la bonne foi
de aanvullende werking van de goede trouw
78
la fonction modératrice de la bonne foi
de matigende werking van de goede trouw
79
la clause abusive
het onrechtmatig beding
80
le déséquilibre manifeste
het kennelijk onevenwicht
81
la conclusion du contrat
de totstandkoming van het contract
82
la formation dynamique du contrat
de dynamische totstandkoming van het contract
83
l'intérêt négatif
het negatief belang
84
l'intérêt positif
het positief belang
85
l'offre
het aanbod
86
l'élément essentiel
het essentieel bestanddeel
87
l'élément substantiel
het substantieel bestanddeel
88
l'élément accessoire
het bijkomstig bestanddeel
89
le retrait
de intrekking
90
la révocation
de herroeping
91
l'acceptation
de aanvaarding
92
la contre-offre
het tegenaanbod
93
l'accord de principe
het beginselakkoord
94
la promesse unilatérale de contrat
de eenzijdige contractbelofte
95
la promesse bilatérale de contrat
de wederzijdse contractbelofte
96
le pacte de préférence
het voorkeurscontract
97
les conditions générales
de algemene voorwaarden
98
les conditions particulières
de bijzondere voorwaarden
99
la représentation immédiate
de onmiddellijke vertegenwoordiging
100
la représentation médiate
de middellijke vertegenwoordiging
101
le représentant
de vertegenwoordiger
102
le représenté
de vertegenwoordigde
103
la ratification
de bekrachtiging
104
le mandat apparent
de schijnvertegenwoordiging
105
la preuve
het bewijs
106
l'écrit
het geschrift
107
la signature
de handtekening
108
la signature électronique
de elektronische handtekening
109
l'acte sous signature privée
de onderhandse akte
110
l'acte authentique
de authentieke akte
111
le témoignage
de getuigenis
112
la présomption
het vermoeden
113
la présomption légale
het wettelijk vermoeden
114
la présomption de fait
het feitelijk vermoeden
115
réfragable
weerlegbaar
116
irréfragable
onweerlegbaar
117
l'aveu
de bekentenis
118
la charge de la preuve
de bewijslast
119
l'administration de la preuve
de bewijsvoering
120
l'admissibilité de la preuve
de toelaatbaarheid van het bewijs
121
par tous modes de preuve
met alle bewijsmiddelen
122
la preuve outre ou contre un écrit
het bewijs boven of tegen een geschrift
123
le commencement de preuve par écrit
het begin van bewijs door geschrift
124
la valeur probante
de bewijswaarde
125
la force probante
de wettelijke bewijswaarde
126
le serment
de eed
127
la formation statique du contrat
de statische totstandkoming van het contract
128
valable
geldig
129
la validité
de geldigheid
130
nul
nietig
131
la nullité
de nietigheid
132
le consentement
de toestemming
133
la rencontre des consentements
de wilsovereenstemming
134
l'absence totale de consentement
de afwezigheid van elke wilsovereenstemming
135
la volonté réelle
de werkelijke wil
136
la volonté déclarée
de verklaarde wil
137
l'erreur-obstacle
de wilsverhinderende dwaling
138
l'erreur
de dwaling
139
déterminant
doorslaggevend
140
excusable
verschoonbaar
141
le dol
het bedrog
142
la manœuvre
de kunstgreep
143
la réticence dolosive
het verzwijgen
144
la violence (vice de consentement)
het geweld
145
la violence (contrainte)
de dwang
146
la lésion
de benadeling
147
la lésion qualifiée
de gekwalificeerde benadeling
148
la simulation
de veinzing
149
l'acte apparent
de schijnovereenkomst
150
la contre-lettre
de tegenbrief
151
la capacité
de bekwaamheid
152
l'objet
het voorwerp
153
possible
mogelijk
154
déterminé
bepaald
155
licite
geoorloofd
156
la chose dans le commerce
de zaak in de handel
157
la cause
de oorzaak
158
le motif déterminant
het determinerende beweegreden
159
la fausse cause
de valse oorzaak
160
la cause de nullité
de nietigheidsgrond
161
la personne justifiant d'un intérêt
de belanghebbende
162
l'annulation
de nietigverklaring
163
la confirmation
de bevestiging
164
la rétroactivité
de retroactiviteit
165
avec effet rétroactif
met terugwerkende kracht
166
la restitution
de restitutie
167
la nullité partielle
de gedeeltelijke nietigheid
168
les impenses (ou dépenses)
de uitgaven
169
l'interprétation
de uitlegging
170
l'intention commune
de gemeenschappelijke bedoeling
171
la violation de la foi due à l'acte
de schending van de bewijskracht
172
ambigu
dubbelzinnig
173
la clause
het beding
174
le doute
de twijfel
175
le bénéficiaire
de begunstigde
176
la qualification
de kwalificatie
177
la requalification
de herkwalificatie
178
la condition
de voorwaarde
179
la condition suspensive
de opschortende voorwaarde
180
la condition résolutoire
de ontbindende voorwaarde
181
la condition purement potestative
de zuiver potestatieve voorwaarde
182
l'événement futur et incertain
de toekomstige en onzekere gebeurtenis
183
exigible
opeisbaar
184
la réalisation de la condition
de vervulling van de voorwaarde
185
la défaillance de la condition
de niet-vervulling van de voorwaarde
186
l'empêchement de la condition
de verhindering van de voorwaarde
187
la provocation de la condition
de uitlokking van de voorwaarde
188
la renonciation à la condition
de afstand van de voorwaarde
189
